Op vier poten
Opinie, Nieuws, Wereld, Cultuur, België, Tom Naegels, Louis Tobback, J.J. Rousseau, John Kenneth Galbraith, De Standaard der Letteren, Joris Note, Voltaire, Malcolm X -

Op vier poten

De achterpagina van 'De Standaard der Letteren' brengt wekelijks een interview waarin ‘een overtuigde lezer’ een geliefd boek presenteert. Een poosje geleden (21 oktober 2011) was het de beurt aan de nog immer combattieve SP.A-er Louis Tobback. Hij vertelt ons dat hij zelden fictie leest, en prijst 'De cultuur van tevredenheid' (1992) van de progressieve econoom John Kenneth Galbraith.

maandag 21 november 2011 17:25
Spread the love

Aan het einde uit Tobback het vermoeden dat ook Guy Verhofstadt (Open VLD) tegenwoordig dichter bij Galbraith staat dan bij de ultraliberale Milton Friedman, die hem vroeger de mosterd leverde.

En dan lezen we dit, en we vallen van onze stoel: “Weet je wat Voltaire aan Rousseau schreef toen hij zijn Le bon sauvage gelezen had? “Quand je vous lis, il me reprend envie de marcher à quatre pattes” – diezelfde aanvechting om opnieuw op vier poten te beginnen lopen, voel ik als ik Friedman lees. Want dat was dezelfde [sic] ‘vergeet de beschaving, […] weg met de staat, alleman voor zichzelve en voor zichzelve alleen en dan gaan we er komen’.”

Rousseau schreef, anders dan hier wordt gesuggereerd, géén boek met de titel Le bon sauvage, maar die blunder komt allicht (hopelijk!) voor rekening van de interviewster (Gaea Schoeters). Het geciteerde zinnetje stamt uit een brief waarin Voltaire reageerde op Rousseaus Vertoog over de ongelijkheid (Discours sur l’origine…, 1755).

Er is meer. Het is absurd om Rousseau (een van de meest democratisch gerichte 18de-eeuwse denkers, inspiratiebron van de Franse Revolutie) te vergelijken met de aartsreactionaire Friedman. En het is intellectueel vér ondermaats om, al is het maar in een interviewtje, Rousseaus complexe denken over natuur en cultuur zo karikaturaal voor te stellen. Ik moet het kort houden, dus alleen enkele gezagsargumenten.

In een aantekening bij zijn Vertoog (vertaling Uitterhoeve, Boom, 2000) schrijft Rousseau: “Moeten we de maatschappij vernietigen, het mijn en dijn afschaffen, en in de bossen bij de beren gaan leven? Het is een gevolgtrekking waartoe mijn vijanden komen …” De eminente Rousseaukenner Jean Starobinski tekent bij deze passage aan: “Het is onmogelijk om duidelijker elke poging tot werkelijke terugkeer naar de natuur te ontmoedigen. Terugkeren kan slechts een verlaging inhouden […].”

In zijn editie van het Discours (Folio, 1969) hamert Starobinski daar vaker op: “De gepassioneerde beschrijving van de natuurstaat heeft sommigen doen geloven dat Rousseau resoluut opteerde voor het wilde bestaan. “Il prend envie de marcher à quatre pattes”, schrijft Voltaire. Maar die optie is onmogelijk, en Rousseau weet dat best. […] Rousseau, ondanks zijn nostalgie, is geen ‘primitivist’.”

In zijn inleiding bij Rousseaus Het maatschappelijk verdrag (Boom, 2005) schrijft rechtsfilosoof G. van Roermund dat Rousseau onterecht doorgaat voor “een primitieve romanticus die de beschaving wilde afschaffen”. Een deel van de verklaring zoekt hij “in Voltaires beroemd geworden poging Rousseau voorgoed belachelijk te maken; een poging die gezien Rousseaus karakterstructuur in brede kring op sympathie mocht rekenen, en die in het Restauratietijdperk natuurlijk graag geciteerd werd om mét de geest van Rousseau de revolutie uit te bannen.”

En bij deze tendens uit de Franse Restauratie sluit de Leuvense minister van Staat zich dus aan. Je zou dat niet verwachten van een oude sociaaldemocraat. Nog één correctie: Tobback is, zo blijkt uit het voorgaande, wel degelijk een liefhebber van fictie.

***

Nog meer leestips uit mijn lijfkrant. Tijdens de Boekenbeurs interviewde De Standaard elke dag iemand over boeken die hij/zij zou willen wegschenken. Ook de eigen columnist en ombudsman Tom Naegels deed mee (10 november 2011). De titel van het stukje luidde ‘Tegen naïviteit, voor nuance’, en volgens de inleiding schonk Naegels “alle zwart-witdenkers een klare kijk op de dingen”. Wat deze griezelig zelfgenoegzame woorden inhouden, wordt gauw duidelijk.

Zo blijkt Naegels Sven Gatz te respecteren omdat die “met verstand van zaken over de grootstad schreef, zonder daarom [sic] te hervallen [sic] in overdreven linkse of rechtse ideeën”. De verstandige ideeën liggen ergens in het neutrale midden, jawel.

We vernemen ook dat Naegels zich bij een reggaegroep “waanzinnig [ergerde] aan de stuitende naïviteit van hun politieke boodschap”. Volgens die muzikanten is Malcolm X “als een martelaar gestorven voor de goede zaak”, en daarom krijgen ze zijn autobiografie cadeau, “zodat ze kunnen lezen dat hij niet vermoord werd door blanken, maar dat zijn dood een interne afrekening was door de zwarte extremistische beweging Nation of Islam”. Vertelde Malcolm X zelf over zijn dood??? Dat zal wel op een inleiding of zo slaan.

Malcolm X is inderdaad door Black Muslims vermoord, maar betekent dat noodzakelijkerwijs dat hij niet stierf voor de goede zaak? Een ‘interne’ afrekening was het zeker niet, want in maart 1964, bijna één jaar voor zijn dood, had hij openlijk gebroken met de Nation.

Bovendien was de Nation of Islam geïnfiltreerd door het FBI; met name de nationaal secretaris John Ali, die Malcolm bijzonder vijandig gezind was, speelde hoogstwaarschijnlijk een dubbele rol. Ik houd niet van samenzweringstheorieën, maar hier is minstens reden voor wat twijfels en, eh, nuances.

Overigens, voor het motief hoef ik niet eens overdreven linkse bronnen te citeren; volgens mijn keurige, wijdverspreide handboek Amerikaanse geschiedenis (A People and a Nation, editie 1998) beschouwden de Black Muslims Malcolm als een verrader omdat hij sommige van zijn posities had bijgesteld: “Hij had blanken ontmoet die geen duivels waren, zei hij, en hij had voorzichtige steun uitgedrukt voor de geweldloze burgerrechtenbeweging.” Geen goede zaak?

***

Maar zo nauw steekt het toch allemaal niet! Onze lezers, meneer, die lezen dat graag! Die zijn verzot op halve waarheden!

Joris Note

Joris Note is schrijver en literair criticus. Hij publiceerde zes prozaboeken bij De Bezige Bij, schrijft bijdragen voor het ‘platform voor literaire kritiek’ deReactor en werkt aan een boek over literatuur en politiek.

take down
the paywall
steun ons nu!