Ethiopische kinderen werken op ‘Indiaas land’
Reportage, Nieuws, Afrika -

Ethiopische kinderen werken op ‘Indiaas land’

ADDIS ABEBA — De achtjarige Red is op zijn knieën onkruid aan het wieden op een suikerrietveld, in de brandende zon. Een Indiër overziet het veld en let op of de jongen geen onkruid laten staan. Met de export van voedsel uit Ethiopië, geproduceerd met kinderarbeid, hoop de Indiase eigenaar van het bedrijf miljoenen te verdienen binnen drie jaar.

zondag 13 november 2011 17:57
Spread the love

“Het is hier nog een totale wildernis, maar binnenkort beginnen we met suikerriet en palmolie. Dan zal alles er netjes uitzien”, zegt Karmjeet Singh Sekhon, terwijl hij met zijn Toyota 4×4 over het ruige land rijdt.

De 68-jarige Indiër is manager van de Karuturi -farm in West-Ethiopië, die 100.000 hectare beslaat. Binnenkort moet het bedrijf 300.000 hectare tellen, een oppervlak groter dan Luxemburg.

Harde valuta

Sinds 2008 is er sprake van een ongekende run op landbouwgrond in Afrika, Latijns-Amerika en Azië. Dat is het gevolg van sterke schommelingen in de voedselprijzen op de wereldmarkt, die in sommige landen leidden tot voedselrellen. Landen zoals India, China en de Golfstaten willen zeker zijn van voldoende voedsel voor hun groeiende bevolking. Ook willen ze een rol spelen bij de productie van biobrandstoffen.

“Er hangt vaak een sluier van geheimzinnigheid over deze landdeals. Die zal moeten verdwijnen, zodat armen uiteindelijk niet de zware prijs van het verlies van hun land betalen”, zegt Ngozi Okonjo-Iweala, voormalig directeur bij de Wereldbank.

In Ethiopië, het op twaalf na armste land in de wereld, is de strijd om landbouwgrond nog maar net begonnen. De sociale en milieugevolgen zijn moeilijk te voorspellen. Volgens de Verenigde Naties hebben 4,5 miljoen mensen in Ethiopië momenteel hulp nodig als gevolg van verwoestende droogte. De meeste voedselhulp komt uit het buitenland.

“Geen probleem”, zegt Sekhon. “Een deel van de productie blijft hier, en door de export krijgt Ethiopië harde valuta om voedsel te kopen op de wereldmarkt.”

Moderniseringsgolf

Ethiopië kent geen wet die vaststelt hoeveel voedsel in het land moet blijven. Birinder Singh, verantwoordelijk voor marketing en logistiek, maakt er geen geheim van dat het bedrijf commercieel georiënteerd is. Er wordt verkocht aan de hoogste bieder, wie dat ook is, zegt hij.

Vijfentachtig procent van de Ethiopische bevolking van 80 miljoen mensen leeft van het land. In de afgelopen honderd jaar is er op dat gebied weinig veranderd: kleine stukken grond worden bewerkt met door ossen getrokken ploegen en de opbrengsten zijn laag.

De regering hoopt dat het leasen van landbouwgrond  aan buitenlandse investeerders leidt tot een moderniseringsgolf. Volgens de VN-Voedsel- en Landbouworganisatie (FAO), moet de voedselproductie tussen 2010 en 2050 met 70 procent stijgen om tegemoet te kunnen komen aan de wereldwijde vraag.

Al het land in Ethiopië, 111,5 miljoen hectare, is eigendom van de staat. Volgens de regering is driekwart daarvan geschikt voor landbouw. Momenteel wordt slechts 15 miljoen hectare daarvoor gebruikt.

De regering heeft nu 3,6 miljoen hectare bestemd voor buitenlandse en binnenlandse investeerders. Het huren van een hectare grond kost tussen 4,40 en 168 euro per jaar. De contractperiodes variëren van 20 tot 45 jaar. Critici spreken van een “uitverkoop.”

Kennisimport

De Ethiopische premier Meles Zenawi noemt de kritiek slecht onderbouwd of zelfs “kwaadaardig.” “We willen het land ontwikkelen om onszelf te voeden. Dat is beter dan de schoonheid van het braakliggende land te bewonderen terwijl we sterven”, zegt hij.

Ethiopië is populair bij investeerders uit de agribusiness. “Er ligt veel goed land, er is genoeg water, goedkope arbeid en een stabiele regering die orde garandeert”, zegt Singh.

Volgens Esayas Kebede, hoofd van het overheidskantoor dat verantwoordelijk is voor verhuur van het land, profiteert Ethiopië op verschillende manieren van de deals. “Door voedsel te exporteren, komen er dollars binnen. De boerderijen verschaffen werk, ze importeren kennis en helpen ons de productiviteit op te voeren en de voedselzekerheid te verbeteren”, zegt Kebede. 

Veel plaatselijke boeren zijn niet overtuigd. Ojwato is een van hen. Het kost hem maar een paar minuten om zijn 0,8 hectare land te voet te doorkruisen. Hij is boos over het feit dat de oogsten van zijn buurman geëxporteerd worden terwijl zijn land regelmatig voedselhulp ontvangt. “De buitenlanders beloofden ons elektriciteit aan te leggen en voor water en ziekenhuizen te zorgen. Maar er kunnen maar een paar van ons op het veld werken en ze betalen slecht”, zegt hij.

Verhuizingen

“We betalen altijd het minimumloon”, zegt Singh. “Niemand wordt gedwongen hier te werken”, voegt Kebede eraan toe.

Bij Karuturi-farm werken veel kinderen. Hoewel hij het geld goed zou kunnen gebruiken, verbiedt Ojwato zijn kinderen voor het Indiase bedrijf te werken. Op een dag zullen ze artsen, onderwijzers of ingenieurs zijn, zegt hij. En daarvoor moeten ze naar school en niet op het land werken.

Niet alle ouders denken er zo over. “Soms komen er maar vijf van de zestig kinderen naar school. De rest is aan het werk”, zegt Tigaba Tekle, plaatsvervangend schoolhoofd van een school vlakbij de Karuturi-farm.

Officieel wordt alleen onbewoond land gebruikt door de gigantische bedrijven, maar mensenrechtenorganisaties vrezen dat er mensen gedwongen zullen worden hun land te verlaten. Er zou al een verhuizingprogramma van de overheid lopen in West-Ethiopië.

Volgens de regering is er geen verband tussen het verhuizingprogramma en de landbouwprojecten. Iedereen kan vrijwillig vertrekken. Mensenrechtenorganisaties betwijfelen dat echter.

Niet alleen mensenrechtenorganisaties hebben problemen met de megaboerderijen, ook milieuactivisten zijn kritisch. Ongeveer veertig jaar geleden was 40 procent van Ethiopië bebost, nu is dat nog maar 3 procent.

take down
the paywall
steun ons nu!