Het zou echter niet de eerste keer zijn dat hij in de schijnwerpers zou staan en zijn palmares zou veel verder reiken dan dit.
Svengali, de goeroe, de situationistische entrepreneur, Malcolm McNasty, Talcy Malcy, de mis-manager, de geldverduisteraar … . Het aantal bijnamen waarmee Malcolm McLaren de geschiedenis inging, is inderdaad amper bij te houden en het illustreert ook hoe geliefd, hoe omstreden, maar ook hoe verguisd hij wel was in de loop van zijn carrière. Echter, zoals Ian Macleay (1) in zijn recent verschenen biografie stelt, is de geschiedenis van Malcolm McLaren tevens ook voor een deel de culturele geschiedenis van de laatste vijftig jaar van Engeland.
Rebel, Rebel, …
Malcolm, Robert, Andrew McLaren werd op 22 januari 1946 geboren. Het is de periode dat de Britse Labourpartij een jaar ervoor verrassend de verkiezingen heeft gewonnen van Winston Churchill. De socialistische premier Clement Attlee nationaliseerde de openbare instellingen en voerde onverzettelijk de verzorgingsstaat in. Het einddoel was, zoals hijzelf zou zeggen, en hierbij de grote William Blake citerend, zo ver te gaan “till we have built the new Jeruzalem”. Echter, het nieuwe Jeruzalem, of het aards paradijs, was veraf voor de jonge McLaren. Zijn vader, Peter – een Schotse ingenieur – was getrouwd met Emily Isaacs. Het koppel had nog een andere zoon, Stewart. Beiden waren tijdens de oorlog geboren in wat we tegenwoordig een wel heel erg disfunctioneel gezin zouden noemen.
De dominante figuur in McLarens prille leven was echter zijn grootmoeder Rose Corre Isaacs. Rose kwam voort uit een welgestelde familie van sefardisch-joodse afkomst. De familie was strikt Victoriaans qua maatschappelijke opvattingen, iets waartegen de jonge Rose al heel snel zou rebelleren. Vlak na de oorlog zou ze de eindjes aan elkaar knopen door het verkopen van vervalste schilderijen en het verhuren van gestolen wagens. Ze nam Malcolms vader in dienst als chauffeur en wanneer de lucratieve naoorlogse zwarte markt aan het uitdoven was, betaalde ze hem zelfs om definitief te verdwijnen. Na het verdwijnen van een vaderfiguur uit zijn leven, zou het niet lang duren vooraleer ook zijn moeder hem in de steek zou laten. Emily haatte immers het moederschap en liet haar beide zonen achter bij Rose, terwijl zijzelf in het huis naast hen woonde.
Diezelfde Rose leerde haar kleinzoon om de aanvaarde morele code om te keren en elke vorm van autoriteit danig in vraag te stellen. Een van haar beruchte stellingen was: ”You know, it’s very difficult to be bad. You’ve got to work at it. But then again… who wants to be good” (2). Een stelling die McLaren later tot zijn credo zou verheffen. Rose zou het leven van de jonge McLaren volledig – bijna op het neurotische af – blijven domineren. Tot zijn tiende had hij een privéleraar, betaald door Rose, en daarna ging hij naar een school in Stoke Newington Church Street. Wanneer zijn excentrieke grootmoeder weer eens op het matje van de hoofdonderwijzer werd geroepen, was haar laconiek antwoord steeds: “Boys will be boys”. Wanneer hij veertien werd, besliste zijn moeder Emily dat het toch stilaan tijd werd dat Malcolm een baan zou zoeken. Uiteindelijk vinden ze een job voor hem bij Sandeman, de porto-importeurs. Een job die hij welgeteld één dag zal volhouden. Ook zijn tweede job, aan de productieband in een balpennenfabriek, is geen lang leven beschoren.
Opgegroeid zonder de aanwezigheid en liefde van zijn ouders, obsessief gedomineerd door een excentrieke grootmoeder, het is duidelijk dat zijn moeilijke en vaak ook heel eenzame jeugd aanzienlijk heeft bijgedragen tot het vormen van zijn karakter. Wat kan zo iemand dan aanvangen in het leven? Kunstonderwijs natuurlijk, de thuisbasis voor heel wat Britse popmuzikanten. Met de financiële hulp van zijn grootmoeder zou hij de komende acht jaar kunstonderwijs volgen. Vrij snel schreef hij zich in Saint Martins Art School, alwaar hij zonder al te veel succes muziek studeerde. Hij ontdekt er wel zijn voorliefde voor de opkomende rock-‘n-roll en meer bepaald Eddie Cochran. Ook ontmoet hij er Bernard Rhodes, zijn latere partner in crime en manager van The Clash. Nog maar pas weg uit Saint Martins zou hij achtereenvolgens studeren aan de South East Essex School of Art, gevolgd door de Chiswick Polytechnic, waar hij in 1966 de laan werd uitgestuurd. Croydon College of Art dan maar, waar hij die andere partner in crime, Jamie Reid, zou ontmoeten en met wie hij algauw optrok. De derde musketier zou Robin Scott zijn, het brein achter de groep M, die in 1979 een wereldhit hadden met het nummer Pop Music.
Parijs 1968 en de Internationale Situationiste
Terwijl Parijs in 1968 in lichterlaaie staat, wordt in Croydon nog door McLaren een sit-in georganiseerd en iets later verlaat hij de kunstacademie om film te gaan studeren aan de befaamde Goldsmith Academie.
Het is ook de tijd van de verhitte politieke discussies en militante acties. Malcolm neemt deel aan verschillende acties en tijdens een van die acties krijgt hij een pamflet toegestopt van een groepering die zich ‘King Mob’ noemt. Het pamflet leidt hem naar de Compendiumboekhandel in Camden, alwaar de verkoper hem de memories van Guy Debord aanbiedt, naast nog ander leesvoer van de Internationale Situationiste (3) . Het is een wereld die opengaat voor de jonge McLaren en het duurt ook niet lang vooraleer hij zich aansluit.
De situationisten vormden een internationale kunstzinnig-politieke beweging die werd opgericht in 1957. Zij streefden er naar om, door het creëren van voor massaconsumptie geschikte, ontregelende situaties, een toestand van voortdurende maatschappelijke revolutie te bewerkstelligen. Het is die mengeling van popcultuur, kunsttheorieën en situationisme dat de basis zal leggen voor zijn latere carrière.
Terug naar het leven van elke dag
Het leven gaat verder, ook voor Malcolm McLaren. Zijn belangrijkste studieproject aan de Goldsmith Academy is een film genaamd Oxford Street. Het is een psychogeografische studie over het moderne consumentarisme. Psychogeografie is een situationistisch begrip voor het effect dat een geografische omgeving op onze emotie en gedrag heeft. Het project was te hoog gegrepen voor McLaren en in plaats hiervan leverde hij een 8mm-film in die losjes gebaseerd is op de vakantiekiekjes van een van de lesgevers. Hij bewerkt de film volledig en oogst er zowaar lof voor. Malcolm zou nooit zijn einddiploma op Goldsmith halen. Op de dag dat hij zijn diploma zou ontvangen, wordt hij omwille van zijn houding van de academie gegooid. Ondertussen is er nog iets anders gebeurd. Malcolm is vader geworden van een zoon, Joe Corre genaamd. De moeder is Vivienne Isabel Swire. Ze is zes jaar ouder dan Malcolm en groeide op in Derbyshire, het noorden van Engeland. In 1958 verhuisden de Swires naar Harrow en begon Vivienne les te volgen aan de Harrow School of Art. Ze volgde er mode en zilversmeedkunst, een vak dat ze nodig heeft om haar eigen juwelen te creëren. Echter na een jaar gaf ze haar modedroom op en iets later studeerde ze af als onderwijzeres. Op haar twintigste leerde ze Derek Westwood kennen. Amper een jaar later trouwden ze en werd haar eerste zoon, Benjamin, geboren. Twee jaar later verlaat Vivienne Derek en nam ze haar intrek in een kraakpand. Het is daar dat Malcolm haar leerde kennen. Inmiddels zijn we 1971 en het gezin zit volledig aan de grond. Malcolm kan niet meer op de steun van zijn grootmoeder rekenen, heeft geen diploma en Viviennes (4) inkomsten als onderwijzeres zijn ook niet enorm. Door een dom toeval krijgt hij de kans om op Kings Road een handeltje in tweedehandsplaten te beginnen. Kings Road is dan het trendy modecentrum van Engeland met shops zoals Granny Takes a Trip, Alka Sura, Mr Feedom en een pleisterplaats voor de Marc Bolans, de Mick Jaggers en de Brian Ferry’s van deze wereld. Malcolm begint zijn handeltje in de Paradise Garage.
Het is een trendy shop die eigendom was van Trevor Myles. Malcolms stek heet heel toepasselijk In The Back of Paradise Garage. Naast tweedehandsplaten wordt er ook teddy-boykledij verkocht. De Britse teddy-boysubcultuur werd gekenmerkt door jongeren die kledij droegen die geïnspireerd was op die van de dandy uit de Edwardiaanse periode. Het duurde niet lang of Malcolm en Vivienne, die nu ‘s avonds terug mode begon te studeren, namen de ganse shop over en herdoopte de shop in Let it Rock. Naast het verkopen van memorabilia die Malcolm her en der opkoopt, begint Vivienne Westwood geleidelijk aan met haar eigen creaties. Algauw blijkt dat de shop een zeker succes heeft en wordt de naam veranderd in Too Fast To Live, too Young to die. In 1974 verfilmt Ken Russel het leven van de componist Gustav Mahler in de film Mahler met Robert Powell als Mahler en Georgina Hale als zijn echtgenote. De film werd genomineerd voor het Cannes filmfestival en won er zelfs een prijs. De kledij voor de film werd verzorgd door Vivienne Westwood en Malcolm. Een oefening die beiden nog eens zouden herhalen in Claude Whathams rockfilm That’ll be the day, de film die de carrière van David Essex zou lanceren. Toch maakte de winkel in die tijd amper winst en Vivienne begon ook stilaan genoeg te krijgen van de retromode en het racisme van de Teddy Boys. Eind 1974 bedenkt Malcolm een volledig nieuw concept voor zijn kledingzaak en herdoopt de shop gewoon in Sex.
Sex en de Sex Pistols
Het klinkt ongelooflijk, maar in de chique Kings Road duikt plots een levensgroot, roze bord op met die letters om een modezaak aan te duiden. Van buitenaf bekeken houdt de voorgevel het midden tussen een kledingzaak en een ordinaire pornozaak. Binnen vindt de klant muren beklad met slogans uit Valerie Solanas’ SCUM-manifesto, situationistische slogans, uitgestalde SM-kledij, … Fetisjkledij werd nu gepropageerd als mainstreammode en ook als dusdanig gepositioneerd. Revolutionair aan de shop was niet zozeer wat ze verkochten, maar vooral wie dat die producten kocht. De cliënteel bestond niet alleen uit de groep van perverten op achtenswaardige leeftijd maar vooral uit jongeren(5). Het was dit publiek dat gedeeltelijk al Let it Rock kende en de tandem McLaren en Westwood in hun escapades volgde. Malcolm zit ondertussen in New York en leert er de groep The New York Dolls kennen. Algauw wordt hij betrokken bij het management van de groep en lanceert voor de groep ook een heus manifest: the politics of boredom. Het situationisme is nooit veraf in die dagen. Om de Amerikaanse goegemeente nog wat meer op stang te jagen steekt hij de groep ook in een volledig rode outfit en laat hen optreden vóór een hamer-en-sikkelvlag. Iets wat in de nadagen van de regering-Nixon en het Vietnamdebacle niet echt op applaus wordt onthaald. De Dolls zijn echter op hun einde en niet veel later split de groep trouwens. Het verblijf in New York is echter lang niet nutteloos geweest, want McLaren heeft er ook kennis genomen van een jonge nieuwe muziekscene rond Max Kansas City en C.B.G.B.’s met groepen zoals Television, The Dictators, Blondie, Ramones… Het kind heeft nog geen naam, maar dat zal niet lang meer duren.
Eenmaal terug in Londen stelt hij vast dat de modeshop nu op volle toeren draait. Vivienne heeft de leiding en het zijn meer en meer de eigen ontwerpen die in de kijker lopen. Zo is er het fenomenale T-shirt met de twee frontaal naakte cowboys dat Westwood een veroordeling opleverde voor “exposing to view an indecent exhibition”. Wie nu nog een origineel bezit, zit op een fortuin. Ook de Vive Le Rock-T-shirts deden het goed. Daarnaast waren er het beruchte Cambridge Rapist- en het T-shirt met de onblote vrouwenborsten. Die ontwerpen zijn voor hun tijd zo ver weg van wat toen gangbaar was, dat bijna niemand ze ook maar durfde kopiëren, wat voor een deel ook hun succes verklaart. Vivienne begint geleidelijk ook meer te experimenteren met het ontwerpen van hemden en een ervan, het Anarchy-shirt, is bijna een deconstructie op zich. Een standaardhemd wordt herschilderd en voorzien van slogans en patches, waarbij zelfs een foto van Karl Marx wordt gebruikt. Het procedé bestaat er grotendeels in om zaken volledig uit elkaar te halen en nadien weer anders op te bouwen.
We naderen dan bijna de tweede helft van de jaren zeventig en de muziekbusiness is zo goed als dood. David Bowie heeft zijn alter ego Ziggy Stardust voorgoed opgeborgen en het enige wat nog te horen is, is stadion rock of progressive rock.
Ellenlange solo’s, afgrijselijke podia en onverteerbare muzak. Wanneer Steve Jones, een regelmatige klant van zijn shop, aan zijn mouw trekt om zijn groepje te managen, ziet hij zijn kans. Het groepje heet The Strand naar het gelijknamige nummer van Roxy Music. Het eerste wat McLaren doet, is Steve Jones op gitaar zetten en de gitarist Wally Nightingale de laan uitsturen. Paul Cook blijft drummen en Glen Matlock, het winkelhulpje, wordt bassist.
Een goede frontman
Het enige wat nog ontbreekt, is een goede frontman. Het is de al eerder vermelde Bernard Rhodes die hem zal aanleveren. De Ier John Lydon wordt herdoopt door Steve Jones in Johnnie Rotten. Rest ons nog een goede groepsnaam en die komt van Malcolm. De groep zal ‘The Sex Pistols’ heten, genoemd naar een New Yorkse jeugdbende. Malcolm zorgt voor een repetitielokaal in Denmark Street en algauw begint de groep op te treden. Hun eerste optredens worden echter georganiseerd door Glen Matlock en dit in de Saint Martins Art School. Na vier nummers worden de Pistols bedankt voor de moeite en staan ze op straat. Voor Malcolm wordt dit zowat het patroon van de komende maanden. De Pistols crashen optredens van anderen door zich voor te doen als support act. Ondertussen heeft hij terug contact met zijn oude vriend Jamie Reid en hij overhaalt hem om terug naar Londen te komen en aan zijn project te werken. Malcolm beseft algauw dat hij de zaken serieuzer moet gaan aanpakken en geleidelijk aan begint dit ook te lukken. Er zijn de vaste optredens die de groep heeft in de 100 Club en algauw begint het nieuws zich te verspreiden. Na de geslaagde optredens in The Lesser Free Trade Hall in Manchester is het duidelijk dat er een beweging op gang komt. Malcolm houdt ervan om de nieuwe muziek te duiden met het woord New Wave, naar het Franse Nouvelle Vague. De media noemt het botweg Punk. Na het organiseren van het geslaagde punkfestival in de 100 Club, tekent de groep een contract bij het platenlabel EMI, op dat moment hét bastion van de muziekindustrie. Met McLaren zal EMI echter nog een heel harde kluif hebben. Lang duren de wittebroodsweken tussen de Sex Pistols en EMI niet. Na het beruchte Bill Grundy-interview op Thames Television en de incidenten op de luchthaven van Heathrow verbreekt het platenlabel eenzijdig het contract met de Pistols. De single wordt niet meer geperst en strandt uiteindelijk op een 38ste plaats in de hitlijsten. De gelijknamige tournee wordt een flop omdat, op vier plaatsen na, alle concerten worden verboden door de lokale autoriteiten. Echter voor McLaren zijn ze van onschatbare waarde en er begint zich een patroon af te tekenen. Malcolm McLaren heeft geleerd hoe hij zelf situaties kan creëren en vooral hoe hij de nationale pers kan bespelen.
Enkele weken later wordt net buiten Buckingham Palace een nieuw contract getekend, ditmaal met A&M Records. Het zou het kortst durend platencontract uit de muziekgeschiedenis worden, want amper na goed zeven dagen besloot ook A&M dit contract op te zeggen. De groep had wel al een nieuwe single klaar en een nieuwe bassist, de genaamde Sid Vicious. De single noemde aanvankelijk No Future maar werd door Malcolm McLaren handig omgedoopt tot God save the Queen. We zijn intussen in 1977 aanbeland en toevallig zit de Britse koningin Elisabeth dan 25 jaar in het zadel. Ondertussen heeft McLaren al een nieuwe platenfirma gevonden die de single wel wil uitbrengen, Virgin Records, van de toen nog jonge maar zeer ambitieuze Richard Branson. De single haalt de tweede plaats in de week van de koninklijke viering, wat voor een ongelooflijke commotie zorgt in het Verenigd Koninkrijk. De veiligheidsdiensten beginnen zich aan de Sex Pistols en hun entourage te interesseren. In het Lagerhuis wordt openlijk over de Pistols gediscussieerd en de pers staat er bol van. Ondertussen wordt de shop herdoopt in Seditionaries en volledig heringericht. Het ontwerp is van Ben Kelly. De man die jaren later nog de beruchte danstempel The Hacienda in Manchester zal ontwerpen.
De amusantste anekdote is dat McLaren in die periode plots als uit het niets gecontacteerd werd door Guy Debord, the situationistische supremo (6). Debord feliciteerde McLaren met zijn succes en vooral met het stelen van zijn ideeën en wou hem ontmoeten. Een afspraak werd gemaakt, maar Debord daagde niet op. Het was de eerste en tegelijk ook de laatste keer dat McLaren nog iets met Debord te maken had. Op het thuisfront was intussen de spanning tussen McLaren en Rotten hoogopgelopen. Iets waar Richard Branson handig op inspeelde. Vrij snel werd de derde single gelanceerd, Pretty Vacant, en eind oktober werd dan de vierde single Holidays in the sun uitgebracht, op de hielen gezeten door de eerste en enige lp van de groep Never mind the bollocks, Here’s the Sex Pistols.
Eigenlijk kan men stellen dat de marketing rond de Sex Pistols via McLaren heel ingenieus in elkaar zat en dit volledig in tegenstrijd met de toen gangbare normen van de muziekindustrie. Vier singles en één lp maar nergens een foto van de groep te bespeuren. In de plaats daarvan krijgt de fan vier iconische ontwerpen.
Bovendien heeft McLaren er door het vervangen van Glen Matlock door Sid Vicious een icoon bij. Het is de fan van het eerste uur die nu deel uitmaakt van de groep en de barrière tussen groep en publiek wordt zo opgeheven.
McLaren wordt algauw beschouwd als de impresario van een nieuwe generatie. Echter na een rampzalige Amerikaanse tournee split de groep in januari 1978. Johnnie Rotten verlaat de groep en het lijkt wel het einde.
Wie vermoordde Bambi?
Toch niet helemaal. Er is nog leven na Johnnie Rotten. Hiervoor gaat McLaren naar Brazilië en bezoekt daar “the great train robber” Ronnie Biggs. De samenwerking mondt uit in de single No One Is Innocent en haalt de zevende plaats in de hitlijsten. De andere A-kant van de single wordt ingezongen door Sid Vicious, die het bekende My Way coverde. Sid Vicious wordt zo de frontman die Vivienne Westwood altijd al in gedachte had. De dubbele A-single is ook de voorbode van McLarens nieuwe project, een film over The Sex Pistols. Het idee voor een film dateerde al van een jaar ervoor en de eerste werktitel was toepasselijk Anarchy in the UK. De regisseur zou Russ Meyer worden en de titel zou Who Killed Bambi? worden. Een zinspeling op de muziekindustrie die het jonge onschuldige talent ombrengt. Russell Meyer was een Amerikaans regisseur en producent van sexploitationfilms. Hij is bekend geworden door zijn goedkoop gemaakte films waarin vooral vrouwen met grote borsten een hoofdrol spelen. Lang heeft de samenwerking echter niet geduurd. Meyer had eigenlijk maar één draaidag uitgevoerd – op 11 oktober 1977 – toen een hertenkalfje echt werd doodgeschoten en hij ziedend van woede de set verliet om nooit meer terug te keren. Uiteindelijk zou Julian Temple de film verder afwerken onder de naam The Great Rock’n’roll Swindle. De film zelf is een hilarische en fictieve blik op het succes en de neergang van ‘s werelds allergrootste punkband The Sex Pistols, dit gezien door de ogen van de berekenende manager Malcolm McLaren. Eigenlijk is het een mockumentary die het succes van de Sex Pistols neerzet als een sluwe, berekende list, bedacht door McLaren om zodoende 1 miljoen pond te verdienen op kosten van de platenmaatschappijen. De rode draad doorheen het verhaal zijn de tien geboden die elke groep zou moeten volgen; gaande van “Do not Play”, “Do not give the game away” tot “Believe in the ruins”. Het laatste is trouwens een referentie naar de Spaanse anarchistische voorman Durutti. Rotten zelf weigerde ostentatief elke medewerking aan de film. Achteraf beschouwd zou je het bijna een postmoderne fabel kunnen noemen waarin gretig gebruik wordt gemaakt van diverse genres. Ondanks het feit dat Variety Magazine het de Citizen Kane van de rock-’n-rollfilms noemde, werd de film bij de eerste verschijning in 1980 geen echt succes. Daarvoor berust het te vaak op echte insiderkennis. Ook McLaren zelf was niet tevreden met het eindresultaat en weigerde zelfs op het einde iedere vorm van medewerking.
Echter, er is nog een laatste hoofdstuk in het verhaal van de Sex Pistols. Op 2 februari 1979 startte de rechtszaak, misschien wel de meest beruchte in de Engelse muziekindustrie, tussen Rotten en McLaren. Tijdens het proces werd zelfs het script van The Great Rock’n’roll Swindle als bewijsmateriaal aangevoerd door de advocaten van Rotten. Het proces zou tot 1986 duren en Rotten kreeg wat hij wou. Alle rechten werden overgedragen aan de groep alsook de achterstallige royalty’s.
New Romantics en Burundi drums
Met de dood van Sid Vicious in 1979, sterft ook de punk. De tijd staat niet stil en de fans van het eerste uur gaan op zoek naar iets anders. Heel even wordt Engeland opgefleurd met de skarevival en een ander deel van het jonge volkje herontdekt de man die voorafging aan de punk: David Bowie. De New Romantics zijn geboren en het is vooral de Berlijnse periode van Bowie die enorm in trek komt. De New Romantics ontstaat in de nachtclubs van London en als jongerencultuur is de stroming op verschillende aspecten tegengesteld aan punk. Het is ook de tijd dat het escapisme hoogtij begint te vieren in de Engelse samenleving. Vivienne Westwood begint hier heel handig op in te spelen en begint nu naam te maken als couturier. De SM-kledij wordt nu vervangen door piratenkledij en het jonge volkje lust er wel pap van. De shop heet ondertussen World’s End. Malcolm zit ondertussen aan de grond tot zijn shopassistent Jordan hem aanspreekt. Zij heeft een tijdje een punkgroepje Adam and the Ants gemanaged. Of Malcolm ze niet van advies wil voorzien? Malcolm hapt toe op voorwaarde dat men hem 1.000 pond betaalt. Gedurende een aantal dagen trekt Adam Ant op met Malcolm en Malcolm levert het ene idee na het andere. Malcolm komt zelfs zo op dreef dat hij Adam uit zijn eigen groep zet en met de resterende groepsleden de groep BOW WOW WOW opricht. Adam laat het niet aan zijn hart komen, richt zijn groep terug op en een jaar later zal hij met het concept van McLaren de hitlijsten bestormen. Terug naar BOW WOW WOW echter. McLaren heeft nu wel een groep maar nog geen zanger. Die vindt McLaren in de figuur van de 14-jaar oude Myant Myant Aye, die toevallig in een Noord-Londense wasserij staat te zingen. Ze wordt al snel herdoopt in Annabella Lwin. Met Annabella aan boord is de groep nu compleet en past het plaatje perfect: deels highcamp en deels een vermetel concept. Een latere poging om Lwin als zangeres in te wisselen voor de dan nog onbekende Boy George strandde echter. De politiek is nog wel aanwezig, maar is nu heel handig verpakt. Nummers zoals C 30, C 60, C90, GO gaan over auteursrechten en platenpiraterij. In het nummer W.O.R.K. klinkt onderhuids het “travaillez jamais” van Guy Debord. Wat nog ontbrak was de provocatie. En ook die bleef niet uit. Annabella kreeg enorm veel publiciteit toen ze op een lp-hoes werd afgebeeld als de naakte vrouw op het schilderij ‘Déjeuner sur l’Herbe’ van Édouard Manet. Verschillende Britse platenverkopers weigerden daarom deze lp te verkopen. De ophef zorgde ervoor dat de lp hoge verkoopcijfers haalde. De oude meester had het nog niet verleerd…
De impresario wordt zelf zanger
Toch was er ondertussen ook iets nieuws gebeurd. Tijdens een optreden van BOW WOW WOW in New York raakt Malcolm geïntrigeerd door een forse Afro-Amerikaan die een Never mind the bollocks-T-shirt draagt. Na een kort gesprek stelt de man voor om eens langs te komen naar een party die hij organiseert in de Bronx. De man was Afrika Bambaataa en de fuif was in een volledig desolaat plein waar Malcolm getuige is van een spektakel waarbij jonge gastjes plaatjes spinnen en scratchen. Malcolm wordt volledig weggeblazen hierdoor en vraagt hen om de dag nadien op te treden als voorprogramma van BOW WOW WOW. Opeens blijken er aan de andere kant van de wereld jongeren te zijn die de ‘doe het zelf’-ethiek ter harte nemen. McLaren stelt een productieteam samen met Trevor Horn & the World Famous Supreme Team en brengt de single Buffalo Galls uit. Het wordt een Top 10-hit en wat meer is, het stuwt de hiphop en rapmuziek, die voordien undergroundmuziek was, in de mainstream. Naast hiphop brengt McLaren ook wereldmuziek, de seventiessound van de mbaganga, in nummers zoals Soweto. Ook de daaropvolgende lp, Duck Rock, wordt heel positief onthaald. De impresario is plots zelf artiest geworden. McLaren deed eigenlijk de logische stap en herontdekte zichzelf als performer. Ondertussen waren zijn vroegere protagonisten Adam Ant, Boy George en BOW WOW WOW, zonder hem, uitgegroeid tot echte sterren. In 1984 koppelde hij delen van Puccini’s Madame Butterfly aan een sexy discobeat en ook het album Waltz Darling uit 1989 werd hier en daar nog opgepikt. Het bevat het nummer Deep in Vogue, dat Madonna later zou gebruiken als basis voor haar monsterhit Vogue. Verder maakt McLaren nog een album met beroemde Franse zangeressen als Amina, Françoise Hardy en de actrice Catherine Deneuve genaamd Paris, een ode aan deze stad. Een van de laatste nummers die McLaren zal leveren, is het liedje About Her en dit voor de Quentin Tanrantinofilm Kill Bill 2.
Hollywood
Ondertussen is Malcolm gescheiden van Vivienne Westwood en heeft hij een vaste relatie met de actrice Laura Hutton. Jaren later zal zij over Malcolm getuigen: “I was 42 when we met and he was 39 but he thought he was 26. We went out for four years and I got to know him inside and out. He was extraordinarily intelligent, utterly self-taught, but, boy, was he complicated(7).” Hij is aangekomen in Los Angeles, de laatste pleisterplaats voor Britse schelmen. Veel zal hij er niet uitspoken, wel wordt hij gedurende vier jaar adviseur voor Steven Spielberg. Toch laat Hollywood hem niet los, want jaren later, in 2006, wordt hij wel producer van Fast Food Nation, de documentaire naar het gelijknamige boek van Eric Schlosser.
Malcolm, burgemeester van London!
Opschudding alom wanneer in 2000 bekend raakt dat Malcolm McLaren kandidaat is voor de burgemeesterssjerp van de stad Londen. De campagne wordt gefinancierd door Creation Records-baas en OASIS-manager Alan McGee. McLaren komt zelfs met een heus 10-punten manifest naar buiten waarbij, naast het legaliseren van de bordelen buiten het House of Parliament, wel zinnige zaken staan met betrekking tot huisvesting, transport, het depenaliseren van drugs en onderwijs. In het artikel My vision For London, verklaart hij waarom hij wenst deel te nemen aan de verkiezingen. In zijn eigen woorden: “Corporate life is taking over public life, and the new Labour government does not stand in its way. We are living in the spectacle of our city’s commodification. Our freedom of choice has been removed.” (8) Uiteindelijk trekt hij zich terug wanneer Ken Livingstone bekendmaakt als onafhankelijke kandidaat aan de verkiezingen deel te nemen.
De latere periode
De laatste jaren wordt het stil rondom McLaren. Er zijn wel de lezingen en optredens her en der. In 2006 brengt Paul Gorman het boek ‘The Look: Adventures In Rock & Pop Fashion’ uit en Malcolm verzorgt het voorwoord en een aantal bijdragen. Daarnaast is er het project Shallow, dat bestaat uit 21 muzikale schilderijen die samengesteld werden uit vervaagde scènes uit pornofilms uit de jaren 1960. Amateuristisch, ranzig en goedkoop werden de beelden voorzien van popmuziek om de toeschouwer te provoceren en die zelfs te hypnotiseren. De commentaren zowel in de States als in het Verenigd Koninkrijk zijn positief. Alex Hopkins zal zelfs stellen: “There is certainly nothing phony about Shallow. In repeating and slowing down the shots from his chosen films, McLaren has managed to probe both his subjects’ psyches and, most importantly, our ongoing obsession with sex.”(9) Intussen heeft Malcolm ook Kim Young leren kennen, die zijn partner wordt voor de twaalf laatste jaren van zijn leven. In 2009 zal hij nog deelnemen aan het Edinburgh-festival als… Malcolm McLaren. Een jaar later zou kanker worden vastgesteld en op 8 april van vorig jaar stierf hij in Zwitserland. Op 22 april 2010 werd hij begraven te Londen en later die dag werd hij bijgezet op Highgate Cemetery. De begraafplaats die ook al te zien was in zijn film The Great Rock’n’ Roll Swindle en tevens de laatste rustplaats van … Karl Marx.
Ten slotte: de ware erfenis van Malcolm McLaren
McLaren is gedurende zijn gans leven een enigma geweest. Als persoon werd hij zowel aanbeden als verguisd. Heel veel hiervan is echter mythevorming die niet in het minst door McLaren zelf in de hand werd gewerkt. Heel veel van de bitterheid die gepaard ging met het einde van de Sex Pistols, draaide rond de essentiële vraag over het auteurschap. Het hele punt van The Great Rock’n’Roll Swindle was Malcolms poging om het ganse verhaal te vertellen vanuit zijn perspectief. Het was het oude, bijna klassieke, gevecht tussen de manager en de performer waarbij de performer het altijd haalt. Al was het maar omdat hij of zij continue in de publieke belangstelling loopt.
Gedurende zijn ganse leven was Malcolm McLaren een nonstopideeënfabriek. Veel van zijn voorspellingen zijn ook uitgekomen, en in die zin was hij wel een belangrijke seismograaf voor maatschappelijke evoluties. Onherroepelijk zal zijn naam verbonden blijven met de creatie van punk. Velen hebben achteraf het ouderschap van de beweging opgeëist.(10) Was hij nu gewoon een ordinaire oplichter die alles uit New York gestolen had? Zeker niet, en men kan gerust stellen dat punk er totaal anders uitgezien had zonder McLaren en Westwood. Malcolm was een van de eerste die de link zag tussen muziek en mode en omgekeerd. Vivienne zou het kernachtig samenvatten als “the look of music” and “sound of fashion”. McLaren plaatste die nieuwe beweging ook doelbewust in de mainstream en niet als iets leuks maar onschuldigs zoals de toen gangbare pubrock.
Punk is vandaag niet weg te branden uit de Britse geschiedenis en wat McLaren met de Pistols startte, leidde ook tot een echte doe-het-zelfcultuur.
In vele opzichten was McLaren naast een visionair ook een katalysator voor de mensen waarmee hij samenwerkte. Een Jamie Reid of een Vivienne Westwood hebben juist in die periode eigenlijk hun beste en meest interessante werk geleverd.
Als manager veranderde hij de regels van het spel. Het was de manager die de agenda zette en niet meer de platenfirma. Het was de manager en de groep die bepaalden hoe het artistieke eindproduct eruitzag. Hij was ook de eerste die in tempo non suspecto het belang van de tabloids inzag en hen ook danig wist te bespelen. Iets wat in de tijd van The Sex Pistols uitzonderlijk was, maar tegenwoordig de normaalste zaak van de wereld.
Meer nog dan muziek was McLaren gefocust op de hedendaagse cultuur. In een interview met het Amerikaanse Swindle Magazine zei hij hierover: “Our culture has become something that is completely and utterly in love with its parent. It’s become a notion of boredom that is bought and sold, where nothing will happen except that people will become more and more terrified of tomorrow, because the new continues to look old, and the old will always look cute.” Misschien ligt hier wel de echte erfenis van McLaren: durf te dromen, durf te veranderen en durf te rebelleren!
(Dit artikel is eerder verschenen in Aktief, Ledenblad van het Masereelfonds, jrg. 2011, nummer 2)
Voetnoten:
1. Ian Macleay, Malcolm McLaren. The Sex Pistols, the anarchy, the art, the genius – the whole amazing legacy., John Blake Publishing, London, 2010, 274 pag. ISBN 978 1 84358 2786
2.Ian Macleay, Malcolm McLaren. The Sex Pistols, the anarchy, the art, the genius – the whole amazing legacy., John Blake Publishing, London, 2010, blz 1 aldaar
3.Over de Internationale Situationiste zie: Ken Knabb, Situationist International Anthology, Bureau of Public Secrets, Berkeley, 2006, 531 pag. ISBN: 978-0-939682-04-1
4.Over de carriere van Vivienne Westwood zie ook: Claire Wilcox, Vivienne Westwood, V&A publications, London, 2008, 224 Pag, ISBN 978 1 85177 405 0
5. Zie ook : Jon Savage, 430 King’s Road, September 23, 2008 on: http://www.jonsavage.com/punk/430-kings-road
6. Voor het volledige verhaal zie: Ian Macleay, op. cit., blz 43-44
7. Lauren Hutton, The Malcolm McLaren I knew, in: The Observer, Sunday 12 December 2010 Zie ook http://www.guardian.co.uk/music/2010/dec/12/malcolm-mclaren-obituary-by-lauren-hutton
8. Malcolm McLaren, My vision for London, 20 December 1999, New Statesman. Zie ook http://www.newstatesman.com/199912200006
9.Alex Hopkins, Malcolm McLaren’s seedy Shallow sex film invites saucy saunter to Gateshead Baltic, 01 December 2009, Culture 24 zie ook: http://www.culture24.org.uk/art/photography+%26+film/film+art/art73687
10. Jon Savage, Pre-punk, September 23, 2008 on http://www.jonsavage.com/punk/pre-punk/
Aanbevolen boeken:
Jon SAVAGE, Englands dreaming. Sex Pistols and punk rock, Faber & Faber, London, 2005, 632 pag. ISBN: 978 0 571 22720 4
Jon SAVAGE, The England’s dreaming tapes, Faber & Faber, London, 2009, 744 pag. ISBN: 978 0 571 20931 6