Lobbycratie in Brussel
Opinie, Nieuws, Europa, Politiek, Democratie, Europa, , Democratisch deficit, Europese Unie, Referendum, Neoliberalisme, Francine Mestrum, Liberalisering, Verdrag van Lissabon, Europese grondwet, Willem Bos, Comité Ander Europa - Willem Bos

Een ander Europa, of alleen maar een andere politiek

Willem Bos, woordvoerder van het Comité Ander Europa, reageert op de bijdrage 'U doet, wij doen. Democratie en de Europese Unie' van Francine Mestrum.

donderdag 3 november 2011 13:15
Spread the love

Het gaat niet goed in en met Europa. De euro, die een paar jaar geleden nog als de reddingsboei van de Europese economie werd afgeschilderd, lijkt inmiddels meer op een molensteen waardoor de economieën van met name de Zuid-Europese landen naar de bodem worden getrokken.

De Europese besluitvorming, die met het verdrag van Lissabon zo veel soepeler en democratischer zou worden, loopt achter de feiten aan en wordt volledig gedomineerd door Merkozy. Het vertrouwen van de Europese burgers in de Unie daalt steeds verder.

Deze ontwikkeling lijkt het gelijk te bevestigen van diegenen die al veel langer pleiten voor een ander Europa. Van hen die niet alleen een lans breken voor een andere Europese politiek, maar ook voor een fundamentele verandering van de Europese Unie. Toch is ook binnen het linkse kamp niet iedereen daarvan overtuigd.

Zo betoogt Francine Mestrum in een bijdrage op DeWereldMorgen.be, dat de kritiek zich moet beperken tot de neoliberale politiek van de EU en dat het onzin en zelfs gevaarlijk is om te stellen dat de EU ondemocratisch is. Ze gaat daarbij zelfs zo ver om te suggereren dat degenen die pleiten voor structurele veranderingen van de EU daarmee extreemrechts in de kaart spelen.

Als woordvoerder van het Comité Ander Europa (1) en schrijver van een aantal brochures over Europa waaronder ‘Een Ander Europa is mogelijk, ideeën voor een nieuw Europa’, voel ik me door Mestrum aangesproken. Voor ik inga op de opvattingen van Mestrum waar ik het niet mee eens ben, wil ik eerst nadrukkelijk vaststellen waarover we het wel eens zijn: het afwijzen van de neoliberale politiek van de huidige EU.

Waar de discussie hier over gaat, is de vraag of naast het bestrijden van die neoliberale politiek je ook moet pleiten voor een ander Europa. En die discussie spitst zich daarbij natuurlijk toe op de vraag naar het democratische gehalte van de huidige Unie.

Het democratisch tekort

Een discussie over ‘democratisch gehalte’ veronderstelt natuurlijk een min of meer duidelijke omschrijving van het begrip ‘democratie’. Mestrum schrijft daarover: “Uiteraard zijn er verschillende definities van ‘democratie’, maar het algemene ‘voor het volk en door het volk’ blijft een goede leidraad.”

Mij lijkt dat wat te algemeen en eigenlijk ook onjuist. Machtsuitoefening, en daar gaat het in de politiek toch om, ‘door het volk’, is in letterlijke zin alleen mogelijk bij zeer kleine groepen; daar waar de algemene vergadering tegelijkertijd het uitvoerend comité kan zijn. In alle andere situaties is er altijd sprake van een zekere mate van delegatie van macht ‘door het volk’ aan specifieke organen of functionarissen.

Bij de discussie over het democratische karakter van grotere identiteiten gaat het dan ook altijd om de vraag hoe de macht van het volk gedelegeerd wordt en welke controle ‘het volk’ daar uiteindelijk op heeft.

In Nederland kennen we drie bestuurslagen: de gemeente, de provincie en het nationale niveau. Op alle drie de niveaus zijn er direct door de bevolking gekozen parlementaire organen met een beslissende stem. Die beslissende stem komt met name tot uitdrukking in drie bevoegdheden: (1) Ze kunnen met een eenvoudige meerderheid de leden van de uitvoerende macht (wethouders – schepenen in Vlaanderen – , gedeputeerden en ministers) weg sturen; (2) Ze kunnen met een eenvoudige meerderheid de begroting verwerpen en (3) Ze kunnen zelf wetten, regelingen of verordeningen voorstellen en aangenomen krijgen (het initiatiefrecht).

In andere Europese landen als Frankrijk met een presidentieel regime komen er ook verkiezingen te pas bij de vorming van de uitvoerende macht en soms is er van een mengvorm sprake. Ik ga hier niet in op alle beperkingen die in de praktijk aan deze systemen kleven en ik zal de laatste zijn om te beweren dat deze systemen op nationaal vlak perfect democratisch functioneren. Maar waar het hier om gaat is dat, ondanks alle beperkingen, het in principe zo geregeld is dat een direct door de bevolking gekozen orgaan het laatste woord heeft.

In Europa kennen we als enig direct gekozen orgaan het Europees Parlement (EP). Dat parlement heeft bovengenoemde bevoegdheden niet. Het kan geen eurocommissarissen wegsturen, maar alleen de hele commissie en dat alleen nog maar met een tweederdemeerderheid. Het EP heeft niet het laatste woord over de begroting en geen initiatiefrecht. Het is dus op zijn best een zeer gemankeerd parlement.

In discussies hierover wordt door voorstanders van de huidige constructie vaak naar voren gebracht dat het EP wel meer bevoegdheden heeft dan het Franse parlement. Maar, als dat al zo is, ik ben geen kenner van het Franse staatsrecht, dan vergeet men daarbij dat het Franse parlement staat tegenover een uitvoerende macht (president) met een direct mandaat van de bevolking.

Op Europees vlak is dat natuurlijk geenszins het geval. Wie we in Europa ook als de uitvoerende macht beschouwen, noch Van Rompuy, noch Barroso, noch ‘Merkozy’ is door de Europese kiezer in deze positie gekozen.

Waarom vermoei ik de lezer met deze formele kant van de zaak, terwijl democratie toch veel meer is dan de regeltjes en de beslissingsprocedures? Omdat het zeker waar is dat democratie veel meer veronderstelt dan een in principe democratische structuur, maar dat omgekeerd als die democratische structuur ontbreekt er in ieder geval van een democratisch tekort sprake is.

Het is dan ook wel erg makkelijk om, zoals Mestrum dat doet, het Europees democratisch tekort opzij te schuiven met de opmerking dat “alle lidstaten van de EU een behoorlijk democratisch tekort laten zien.” En dat “België daar een mooi voorbeeld van is: de Europese verdragen worden nauwelijks besproken in het parlement en het middenveld laat zich niet kennen door zijn actiebereidheid rond Europese thema’s.”

Mestrum heeft groot gelijk als ze stelt dat “de verschuiving van een besluitvormingsprocedure van het nationale naar het Europese niveau per definitie een vermindering van democratie inhoudt.“ En dat “het delen van bevoegdheden niet a priori ondemocratisch is, ook niet als het over een zo belangrijke materie als een nationale begroting gaat.”

Maar het punt is dat er dan ook een democratische structuur moet zijn waarin die besluiten genomen worden. Sprekend over het ‘Europese semester’ schrijft Mestrum: “als men het bestaan van de euro accepteert, dan moet men ook bereid zijn om met elkaar gemeenschappelijke regels af te spreken. Wat die regels (moeten) zijn zal juist het voorwerp van een democratisch debat moeten worden.”

Niet alleen van een democratisch debat, maar van democratische besluitvorming, zou ik daaraan toe willen voegen. En aan die democratische besluitvorming ontbreekt het nu juist, en dat is in essentie ook de reden dat het democratische debat niet van de grond komt. Welk democratische debat en welke democratische besluitvorming is aan de invoering van de euro vooraf gegaan?

Is het dan verbazend dat er weinig belangstelling is voor EU-aangelegenheden? Want de mensen zijn niet gek. Waarom zou je je uitvoerig gaan verdiepen in allerlei Europese zaken als je daar uiteindelijk toch nauwelijks invloed op kan uit oefenen? Wat dat betreft is er een goede les te leren van de referenda over de Europese grondwet in Frankrijk en Nederland.

Nooit is er in Nederland zo intensief gediscussieerd over Europa en de Europese politiek als tijdens de campagne voor het referendum over de Europese grondwet. Eenvoudig omdat de mensen (naar later bleek ten onrechte) dachten dat hun stem er nu eens toe deed. De opkomst bij dit referendum was dan ook beduidend hoger dan bij verkiezingen voor het EP. Maar nooit is een politieke discussie zo snel weer ingezakt als toen het duidelijk werd dat die grondwet ondanks het Franse en Nederlandse ‘nee’ in een ander jasje en zonder nieuw referendum toch doorgedrukt zou worden.

En dat is, en dat zou Mestrum zich ook moeten realiseren, de realiteit van de Europese ‘democratie’. De Ieren kunnen er over mee praten. Die hadden de euvele moed om in hun – door de Ierse grondwet voorgeschreven – referendum over de als Verdrag van Lissabon verpakte grondwet in eerste instantie ‘nee’ te stemmen.

Vervolgens werden ze gedwongen om een nieuw referendum uit te schrijven en werden ze zodanig met chantage en propaganda (op kosten van de Europese burgers) bestookt dat ze maar ‘ja’ stemden. Is het verwonderlijk dat steeds meer Europese burgers sceptisch zijn over de Europese democratie?

Nationaal mandaat en Europese macht

Een centraal punt in de redenering van Mestrum is dat de Europese besluitvorming wel democratisch is omdat de Europese regeringen daar een doorslaggevende stem in hebben. “Nationale regeringen worden door nationale kiezers verkozen”, schrijft ze in dat verband.

Wat ongelukkig uitgedrukt, bedoelt ze daar waarschijnlijk mee dat de Europese regeringsleiders verenigd in de raad wel degelijk een mandaat hebben omdat ze immers een nationaal mandaat hebben. Daarmee mist ze naar mijn mening precies het cruciale punt.

De kracht van de huidige Europese constructie voor de Europese (neoliberale) elite is nu juist dat ze in het (ondemocratische) Europese kader beslissingen door kan voeren die anders via democratische weg veel moeilijker door te voeren zouden zijn.

Zonder dat de parlementaire democratie op nationaal vlak formeel opzij hoeft te worden gezet, heeft men in de Europese Unie een mechanisme  waarmee besluiten doorgedrukt kunnen worden die in de (democratischere en transparantere)  nationale arena’s veel moeilijker doorgedrukt kunnen worden.

Het grappige is dat Mestrum precies het mechanisme schetst waarmee dat gebeurt als ze schrijft: “de nationale regeringen (…) gaan gewoontegetrouw in Brussel maatregelen met elkaar afspreken waarvan ze op het eind van hun vergadering beweren ‘dat Europa hen dat oplegt’.”

Dat is precies de manier waarop de afgelopen decennia het hele neoliberale project in Europa is doorgevoerd. Europese regeringsleiders namen achter gesloten deuren beslissingen die vervolgens als dictaten van Europa werden gepresenteerd.

Neoliberalisme

Mestrum lijkt er vanuit te gaan dat het – ook door haar zo fel bestreden – neoliberalisme alleen maar een kwestie van beleid is en dat met de huidige instellingen en structuren er ook een ander beleid gevoerd kan worden. Dat is mijns inziens een misvatting. Drie decennia neoliberalisme hebben ook geleid tot diepgaande veranderingen in de structuur, en het neoliberalisme was zonder die veranderingen ook niet mogelijk geweest.

De systematische uitholling van de macht van parlementair democratische organen is daar een van. Die uitholling vond onder andere plaats door grotere bevoegdheden voor de uitvoerende macht, overheveling van macht naar ondemocratische bovennationale organisaties als de EU, maar ook de Wereldbank, het IMF en de Wereldhandelsorganisatie (WTO) en vooral door het delegeren van een geweldige hoeveelheid macht van overheidsorganen naar de markt door liberalisering en privatisering.

Het terugdringen van de democratie is een integraal onderdeel van het neoliberale project. Dat kan ook niet anders. De kern van het neoliberale project is het overhevelen van een zo groot mogelijk deel van de beloningen voor arbeid naar de beloningen voor kapitaal.

In Europa bedroeg die overheveling over de afgelopen dertig jaar gemiddeld tien procent. Nu met de crisis probeert men dat proces verder te versnellen. Een dergelijk proces van systematische diefstal van de armen ten gunste van de rijken staat per definitie op gespannen voet met transparantie en democratie.

Als men openlijk aan de Europese bevolking zou vragen: vindt u dat de jongeren, de gehandicapten, de laagste inkomens tot de bedelstaf gebracht moeten worden opdat de winsten van de banken en de multinationals verder kunnen stijgen (en dat is wat er op dit moment gebeurt in Europa), dan is er nogal wat kans dat het overgrote deel van de bevolking zegt: “nee, laten we dat maar niet doen”.

Door de beslissingen daarover op een volstrekt ontransparante en ondemocratische manier te nemen, hoopt men dat die vraag onder het vloerkleed blijft. Het is een illusie om te denken dat er een fundamenteel andere politiek in de Europese Unie gevoerd kan worden zonder een fundamentele verandering van die Unie.

Uiterst rechts

Tot slot nog een opmerking over de laatst alinea van het stuk van Mestrum. “Hoeveel tijd hebben we nog om deze spelletjes te spelen? Voelt niemand de hete adem van extreemrechts in de nek?” Het suggereren dat mensen met een andere opvatting ‘spelletjes spelen’ lijkt mij een zwaktebod.

Wat betreft de hete adem van extreemrechts: als ik vanuit de Nederlandse situatie spreek, dan voelen wij heel goed de hete adem van Wilders en zijn PVV. En we weten dat de groei van Wilders gebaseerd is op het gevoel van onmacht van een groot deel van de bevolking, met name het lager opgeleide en lager betaalde deel daarvan.

Onmacht over alles wat op hen afkomt en waar ze niets aan kunnen doen. “Het moet nu eenmaal van Europa” is het refrein dat deze mensen bij heel veel verslechteringen te horen kregen en krijgen. Het bestrijden van het ondemocratische en niet-transparante karakter van de Europese Unie is een absolute noodzaak om een verdere groei van die sentimenten te voorkomen. We kunnen het ons niet veroorloven om de kritiek op de Europese instellingen aan uiterst rechts over te laten.

Willem Bos

Willem Bos is woordvoerder van het Comité Ander Europa en schrijver van een aantal brochures over Europa waaronder ‘Een Ander Europa is mogelijk, ideeën voor een nieuw Europa’.

(1) Het ‘Comité Ander Europa’ in Nederland is een voortzetting van het ‘Comité Grondwet Nee’ dat in 2005 succesvol actie voerde bij het referendum over de Europese grondwet. Sinds enige tijd is dit comité samengegaan met een aantal gelijkgezinde krachten in Vlaanderen. Zie: www.andereuropa.org.

take down
the paywall
steun ons nu!