Schrijver Michiel Lieuwma en regisseur Wilhelmer van Efferink onderzoeken in hun eerste samenwerkingsproject de tragedie van de menselijke communicatie en de stilte van de inbouwkeuken. In de enscenering wordt een pijnlijke stille ruimte tussen het echtpaar geschapen. In de beste stijl van Job Cohen wordt thee een allegorie voor het uitstel van beslissingen.
Marnix poetst zijn tanden. Zijn vrouw kamt zijn haar. Hij is gespannen om naar zijn werk te gaan.
“Hoe was het?” – vraagt zijn vrouw na zijn eerste werkdag.
“Oh, ik heb nog maar even niks gezegd”
“Wat niet gezegd?”
“Dat ík het was”
“Dat je wát was?”
“De meester.”
De aktes volgen elkaar in een snel tempo op. Telkens na de scherpe dialogen van Lieuwma verdwijnt Marnix van het podium om zijn vrouw in een steeds existentiëlere ontreddering achter te laten. Het stuk ontwikkelt zich zo van het enigszins kluchtige uitgangspunt tot een steeds diepere tragedie.
De theaterwereld staat in Nederland sterk onder druk door het cultuurbeleid van het kabinet-Rutte. Twee dozijn productiehuizen worden in hun bestaan bedreigd door het schrappen van subsidies. Om te debuteren in zo een klimaat getuigt ofwel van moed, ofwel van een cynisch gevoel voor fatalisme.
De voorstelling speelt nog donderdag, vrijdag en zaterdag om 21 uur in theater Kikker in Utrecht.