President Sata: “Chinese mijnbouwbedrijven moeten Zambiaans arbeidsrecht respecteren”
NFCA en JMC zijn twee mijnbouwbedrijven in Chinese handen. Dinsdag 18 oktober hadden beide ondernemingen opnieuw af te rekenen met een massale staking voor beter loon.
Nadat de mijnwerkers eerder deze maand, enkele weken nadat Michael Sata (Patriottisch Front) op 20 september tot president werd verkozen, al hadden gestaakt, was hen verleden week na bemiddeling door de overheid een loonsverhoging van honderd procent beloofd. Wat overeenkomt met twee miljoen Zambiaanse kwacha (ongeveer 292 euro). Omdat deze belofte weer werd ingetrokken, werd er dinsdag opnieuw gestaakt.
President Sata’s verkiezingscampagne was gestoeld op betere lonen voor mijnwerkers, de eis dat Chinese mijnbouwbedrijven het Zambiaans arbeidsrecht zouden respecteren en de verhoging van de belastingen op mijnbouw. Desondanks was Sata’s eerste officiële onderhoud met de Chinese ambassadeur Zhou Yuxiao om deze te verzekeren dat de sterke anti-Chinese retoriek die hij, voor zijn verkiezing, als lid van de oppositie voerde, niet zou worden vertaald in een gewijzigd investeringsbeleid. Maar hij maakte eveneens duidelijk dat Chinese investeerders geen voorkeursbehandeling zouden genieten.
Van oudsher is de industrie in Zambia gebaseerd op koperontgining. Ongeveer vijftig procent van de bevolking is werkloos en ongeveer vijfenzestig procent leeft er onder de armoedegrens. Investeringen in het land zijn dus noodzakelijk, maar de precaire situatie van het Zambiaanse volk kan geen vrijgeleide zijn om het uit te buiten in ruil voor een aalmoes.
De stakende werknemers bij NFCA eisen nu een verhoging van het loon zodat het op gelijke hoogte komt met de lonen van andere ondernemingen in de sector.
Mijnbouwbedrijven spelen het hard
Woensdag bevestigde NFCA-woordvoerder, Nelson Jilowa, aan de Times of Zambia dat diezelfde dag in elk van beide bedrijven duizend werknemers waren ontslagen naar aanleiding van de nieuwe staking die volgde op twee weken van protest.
Jilowa verklaarde dat iedereen een salarisverhoging van 200.000 kwacha (ongeveer 29 euro) was aangeboden in aanloop naar geplande onderhandelingen met de vakbonden op vrijdag 21 oktober. De arbeiders blijven echter bij hun eis van een loonsverhoging van 2 miljoen kwacha voor iedereen.
De Times of Zambia kon de hand leggen op enkele memo’s gericht aan de stakers door de CEO’s Wang Chunlai (NFCA) en Zhang Jun (JMC). In een memo van woensdag 19 oktober stond: “Naar aanleiding van de memo, van 18 oktober 2011, met de vraag u vandaag aan te melden voor het werk en uw daaropvolgende weigering om te gehoorzamen, bent u met onmiddellijke ingang op staande voet ontslagen.”
De Chinese mijnbouwbedrijven spelen het hard. Het is duidelijk dat ze niet de intentie hebben veel toegevingen te doen of zich aan eerder gemaakte afspraken te houden en alles uit de kast halen om werknemers, overheid en vakbonden onder druk te zetten. Desnoods met massale ontslagen.
China onpopulair bij vakbonden, activisten en oppositie
Chinese managers durven in Zambia al eens naar geweld te grijpen over disputen met betrekking tot arbeidsvoorwaarden. 15 oktober 2010 schoten twee Chinese managers van de Collum Coal Mine (CCM) in Sinazongwe nog op hun werknemers die protesteerden over loon- en arbeidscondities. Hierbij werden dertien mensen verwond.
Het CCM-management kwam op 10 november 2010 overeen een schadevergoeding tussen twintig en vijfenveertig miljoen kwacha (tussen 2.920 en 6.570 euro) te betalen aan elke neergeschoten werknemer. In ruil zou de Zambiaanse overheid afzien van vervolging.
Ook verhoogde CCM het minimumloon voor zijn werknemers. Op 11 april 2011 besliste de aanklager voor het hooggerechtshof in Livingstone dan ook niet geheel onverwacht om niet tot vervolging over te gaan wegens ‘gebrek aan getuigen’.
NFCA had tot woensdag 3.000 mensen in dienst. Hun werknemers zijn de laagst betaalde uit de mijnbouwsector. Hoewel China al meer dan twee miljard dollar investeerde in de Zambiaanse economie, volgens cijfers van de Chinese ambassade, zijn Chinese mijnbouwondernemingen zeer onpopulair bij vakbonden, activisten en oppositiepartijen vanwege hun slecht arbeidsbeleid en de ronduit minachting voor werknemers en hun rechten.
Bronnen: WSJ, ToZ, IO, …