Rechtszaken waarbij aandeelhouders het management voor de rechtbank slepen, zijn in de VS geen uitzondering. Sommigen klagen zelfs bedrijfsleiders aan omdat ze te ‘sociale’ maatregelen zouden nemen, ten koste van de winstmarges.
Dankzij de wet AB 361 genieten duurzame ondernemingen nu ook in Californië betere bescherming. Ze moeten wel bewijzen dat hun activiteiten winstgevend zijn voor zowel de aandeelhouders als voor de werknemers, de buurt en het milieu. Een onafhankelijk controle-organisme, zoals het B Lab in Philadelphia, controleert de impact van het bedrijf. En labelt het bij een positieve evaluatie als ‘benefit corporation’.
Duurzaam goes West
Deze B corps bestaan al een tijdje in kleine staten als Hawaï, Maryland of New Jersey. Maar Californië zet als eerste economische zwaargewicht de stap naar duurzaam ondernemen.
De Sunny State staat bekend om haar bloeiende toeristische en agro-industriële sector. En sinds eind vorige eeuw is de streek rond Silicon Valley zelfs de motor van de Amerikaanse economie, naast het New Yorkse Wall Street. Bedrijven als Microsoft, Apple en Google maakten van Californië het epicentrum van innovatie.
Niet alleen de cijfers tellen
Toch was de zuidelijke Westkust niet zo’n vruchtbare bodem om te investeren in milieuvriendelijke technologie of waardige werkomstandigheden. Volgens Jay Coen Gilbert, mede-oprichter van het B Lab controle-orgaan, durfden veel ondernemers en bedrijfsleiders de uitdaging niet aan. Niet uit onwil, maar vooral uit vrees om afgerekend te worden op minder hoge winstcijfers.
Met de nieuwe wet kunnen bedrijven nu doelstellingen vastleggen op financieel, sociaal en ecologisch vlak. Het statuut van B corp garandeert investeerders en klanten dat het bedrijf geen loze beloftes maakt. Handig om de greenwashers te onderscheiden van de ondernemingen die het echt menen. En wie weet een nieuwe stap naar een economie waar iedereen profijt uit haalt?