De opiniepeilingen wijzen erop dat Fernández, van het Frente Para La Victoria (de centrumlinkse tak van de Peronistische Partij), zondag minimaal 50 procent van de stemmen zal halen. Haar grootste rivaal blijft volgens de peilingen steken op 15 procent.

In augustus hield Argentinië voor het eerst voorverkiezingen. Daarbij haalde Fernández 50 procent van alle uitgebrachte stemmen. Ze werd met 12 procent gevolgd door Ricardo Alfonsín van de centristische Radical Civic Union. De opiniepeilingen geven de socialistische kandidaat Hermes Binner nu echter de meeste kans tweede te worden.

Gouverneur van Santa Fe

Binner, gouverneur in de oostelijke provincie Santa Fe, scoort momenteel 16 procent in de peilingen. Veel van zijn plannen verschillen weinig van die van Fernández, maar hij wil zich onderscheiden met een andere bestuursstijl.

“Er is in een democratie altijd ruimte voor alternatieven, zelfs als regeringen het erg goed doen, zoals de huidige regering”, zegt Carla Carrixo, hoogleraar aan de particuliere Universiteit van Salvador. “Maar om die ruimte te benutten, zijn sterke leiders nodig.”

“In Argentinië lijkt het erop dat de oppositieleiders niet strijden om het presidentschap, maar om de tweede plaats. Ze komen dan ook niet met echte alternatieven.”

Uit de laatste peiling van het Centrum voor Openbare Opiniestudies, die afgelopen weekend werd gepubliceerd, blijkt dat ruim 63 procent van de respondenten vindt dat de oppositie geen echt alternatief biedt. Bijna 23 procent vindt dat dat wel het geval is en 13,6 procent weet het niet.

Sterk beleid

In het algemeen hebben de ideologisch verdeelde oppositiekandidaten weinig nadruk gelegd op de inhoud, met uitzondering van Binner, die een duidelijk programma heeft, Alberto Rodríguez Saa, de kandidaat van een dissidente rechtse factie van de Peronistische Partij. Hij voerde vooral campagne op grond van zijn verdiensten als gouverneur van de westelijke provincie San Luis.

Het meest interessante van de verkiezingen is niet de verwachte overwinning van de huidige president Fernández, maar het enorme verschil tussen haar en haar grootste concurrent, zegt Carrizo. “Als de concurrentie terugvalt tot dit niveau, ook al heeft de oppositie het slecht gedaan, dan moet er iets structureels zijn wat dit verklaart”, zegt ze.

Volgens haar heeft de regering op sociaal en economisch gebied sterk gepresteerd. Ook wist de regering sterke banden te onderhouden met de plaatselijke politiek en wist de oppositie de voorverkiezingen niet goed te benutten.

De voorverkiezingen, die dit jaar voor het eerst gehouden werden met de bedoeling kandidaten per partij of coalitie aan te wijzen, werden door de oppositie gezien als een kans om te bepalen wie het beste de strijd met Fernández aan zou kunnen gaan bij een tweede ronde.

In plaats daarvan dienden ze als een nationale opiniepeiling, waarbij duidelijk werd dat Fernández, wier echtgenoot, de voormalige president Néstor Kirchner (2003-2007) in oktober 2010 overleed aan een hartaanval, veruit de meeste steun onder het volk geniet.

Na de voorverkiezingen nam de steun voor alle kandidaten, behalve die voor Binner, af.