“Ik stel voor dat we allemaal ophouden naar André-Joseph Léonard te luisteren en uitdrukkelijk wegblijven bij elke manifestatie waar hij op enigerlei wijze bij betrokken is, tot komende middernachtmis. Kerstmis, dus”
Wie gelooft, of de kerk genegen is, wordt het niet gemakkelijk gemaakt. Het meest prominente boegbeeld van de Belgische kerk, aartsbisschop André-Joseph Léonard, slaagt erin keer op keer mensen te schofferen en bevestigt daarmee steevast de beeldvorming alsof christenen of kerkgangers oubollige relicten van een of ander ancien régime zijn.
Voor alle duidelijkheid: dat is niet het geval! Slechts een minderheid van de gelovige of kerkbetrokken landgenoten kunnen de uitschuivers van de primaat pruimen. Bij het grootste deel van het Volk Gods (niet alleen leken, maar ook collega-bisschoppen, priesters en religieuzen) bloedt het hart telkens Léonard stommiteiten debiteert, genre “HIV-aids als een soort immanente gerechtigheid”.
“Bij het grootste deel van het Volk Gods (niet alleen leken, maar ook collega-bisschoppen, priesters en religieuzen) bloedt het hart telkens Léonard stommiteiten debiteert, genre “HIV-aids als een soort immanente gerechtigheid”
Zijn jongste blunder vind je in de drie pagina’s van het oktobernummer van het aartsbisschoppelijk maandblad Pastoralia die Léonard aan “het probleem van de gescheiden hertrouwden” wijdt. Kern van dit ‘objectief standpunt’ is dat wie “burgerlijk hertrouwt (of gaat samenleven) na een echtscheiding, of als vrijgezel een gescheiden persoon huwt, zelf de keuze maakt om blijvend verstoken te zijn van de communie met het eucharistisch verbond”.
Gelukkig kunnen ze wel “delen in de liefde van de gekruisigde Heer […] door juist niet aan de communie deel te nemen.” Geen mens, geen gelovige, die van dit staaltje byzantinistiek wakker ligt.
De aartsbisschop preciseert dat “gescheiden hertrouwden mogen en moeten deelnemen aan het kerkelijke leven in al zijn aspecten” en dus “geenszins geëxcommuniceerd” zijn. Maar ze moeten wel “vermijden taken op zich te nemen die hen in een delicate of moeilijke positie zou brengen, zoals bijvoorbeeld het godsdienstonderricht of een directiefunctie binnen het katholiek onderwijs”.
Lap, daar heb je hem weer! Gelukkig zonder veel erg, want de rechtstreeks betrokkenen bij de aanstelling van godsdienstleerkrachten of de benoeming van katholieke schooldirecteurs zijn doorgaans wijzer, getuige de reactie van topvrouw Mieke Van Hecke van het Vlaams Secretariaat voor het Katholiek Onderwijs (VSKO). “Onze schoolbesturen houden rekening met competenties, engagement en persoonlijkheid bij kandidaten. Hun privésituatie staat daar los van.”
Léonard kan de klok niet meer terugdraaien, zegt Van Hecke. Inderdaad, niemand kan de klok hierin terugdraaien. De antidiscriminatiewet van 10 mei 2007 stelt uitdrukkelijk dat voor organisaties waarvan de grondslag op geloof of levensbeschouwing is gebaseerd, een direct onderscheid op grond van geloof of levensbeschouwing voor wat betreft de beroepsactiviteiten ervan geen discriminatie is “indien het geloof of de levensbeschouwing vanwege de aard van de activiteiten of de context waarin deze worden uitgeoefend een wezenlijke, legitieme en gerechtvaardigde beroepsvereiste vormt”.
Weinig kans dat een rechtbank de privésituatie van een hertrouwde kandidaat als wezenlijke, legitieme en gerechtvaardigde beroepsvereiste voor een discriminatie bij aanwerving of aanstelling van een godsdienstleerkracht of schooldirecteur aanvaardt.
Léonards stelling mag dan nonsens en dus onbeduidend zijn, het feit dat de kerkvorst andermaal mensen kwetst, is dat niet.
“Léonards stelling mag dan nonsens en dus onbeduidend zijn, het feit dat de kerkvorst andermaal mensen kwetst, is dat niet”
Beseft de aartsbisschop niet dat hij, sinds zijn stelling dat je “oudere pedofiele priesters best niet vervolgt”, geen overschot aan moreel gezag meer heeft? Zou de man er gezien zijn totale gebrek aan empathie niet beter aan doen voor langere tijd te zwijgen in plaats van kerk en gelovigen telkens weer in diskrediet te brengen?
Maar aangezien we er gif op kunnen innemen dat Léonard niet vanzelf tot dit inzicht komt, zouden we deze hardnekkige recidivist best allemaal samen – gelovigen en niet-gelovigen, met of zonder grote maatschappelijke verantwoordelijkheid – eens enkele weken ostentatief de rug toekeren.
Ik stel voor dat we allemaal ophouden naar André-Joseph Léonard te luisteren en uitdrukkelijk wegblijven bij elke manifestatie waar hij op enigerlei wijze bij betrokken is, tot komende middernachtmis. Kerstmis, dus.
Met misschien deze uitzondering: we blijven ijverig meebidden telkens de voorganger in het eucharistisch gebed om “wijsheid en kracht voor onze bisschop” smeekt. Verzekert de evangelist ons niet: “Bid en u zal gegeven worden” (Mattheus 7,7)?
Benoit Lannoo
Benoit Lannoo is Nederlandstalig woordvoerder van vicepremier en minister van Werk en Gelijke kansen, Joëlle Milquet (CDH).
Dit opiniestuk verscheen al in De Morgen van zaterdag 15 oktober 2011.