Nooit eerder was er zoveel internationale solidariteit met de VS als na de aanslagen van 9/11. President W. Bush en zijn team slaagden er in een unieke opportuniteit te verkwanselen om van hun land een baken van vrede en democratie te maken. In een mum van tijd maakte hij van de VS (opnieuw) de meest gevreesde militaire macht ter wereld. Zijn catastrofale regeerperiode maakte de verkiezing van de eerste zwarte Amerikaan mogelijk.
Dat was een historische verwezenlijking zonder voorgaande. We konden perfect de vreugdetranen van zovele zwarte Amerikanen en mensen van goede wil begrijpen.
Nochthans waren de voortekens van de te verwachten desillusie van bij het begin zichtbaar. Het was dan wel een puike prestatie van Barack Obama, een zwarte Amerikaan (die dan nog ‘Hussein’ als tweede voornaam had) om racistische vooroordelen te overwinnen, eerst en vooral in het besloten politieke tweepartijensysteem, ten tweede op de dag van de verkiezingen.
Dat verandert echter niets aan het feit dat hij een man van dat systeem was en is. Dat systeem blijft tot vandaag ongewijzigd. Het staat twee kandidaten toe om met de financiële steun van de grote bedrijven (de 1 procent) te wedijveren voor de positie van president.
‘Yes, we can’ en ‘Change we can believe in’ waren de slogans die zijn campagneteam voor hem uitdachten. Dat kon je verwachten van professionals uit de publiciteitssector. Deze lege slogans ontwierpen ze op dezelfde manier als campagnes voor tandpasta.
Vandaag geeft de bevolking van de VS een inhoud aan deze slogans. Ze herinneren ons er aan dat de ‘wij’ in de slogans van Obama ‘wij, de bevolking’ is en niet ‘wij, de één procent’.
Geloven dat alles begint met ‘goed leiderschap’ – wat de bedrijfswereld, de massamedia en hun politieke acolieten ons graag doen denken – komt neer op een minachtende ontkenning van de moedige acties die miljoenen anonieme mensen hebben ondernemen tegen onrecht over heel de wereld. De meesten onder hen komen in onze geschiedenisboeken niet voor. Toch zijn zij het die de veranderingen hebben mogelijk gemaakt.
De bevolking van de VS mag terecht trots zijn op de Occupy Wall Street-beweging. De wereld heeft weer respect en bewondering voor zijn Amerikaanse broeders en zusters. De laatste jaren hebben we al meerdere succesvolle bewegingen gezien in Bolivia, Argentinië en elders.
Recent was er de Arabische lente, die de strijd nog steeds niet heeft opgegeven en dat tegen alle voortekenen in (die er veel slechter uitzien dan in de VS!)
Obama is de president van Wall Street. Echte verandering komt niet vanuit het systeem. Dat systeem is trouwens zwakker dan wat de meesten onder ons denken. Zijn grootste kracht haalt het uit de perceptie die de massamedia ons inprenten dat het systeem onoverwinnelijk zou zijn. Dat is het niet.
Is dit een revolutie? Ik denk dat er een beter woord voor is, niet zo spectaculair, maar meer terzake: Occupy Wall Street is democratie, vrijheid van meningsuiting, vrijheid van vereniging, vrijheid van bescherming tegen hebzucht en zoveel meer.
De duizenden betogers in New York en over de hele wereld hebben onze goede raad niet nodig. Een paar inspirerende voorbeelden kunnen echter wel helpen: op 16 oktober was het 43 jaar geleden dat twee Amerikaanse helden – of zou ik niet beter ‘Afrikaanse’ helden zeggen, neen, ik hou het bij ‘helden van de hele wereld’ – het systeem een neus zetten.
Op 16 oktober 1968 staken de zwarte Amerikaanse atleten Tommy Smith en John Carlos hun vuist in een zwarte handschoen omhoog tijdens de ceremonie voor hun gouden en bronzen medaille van de 200 meter op de Olympische Spelen in Mexico. Ze waren niet alleen. Net als vandaag waren zij deel van een beweging voor gelijke burgerrechten over heel de VS en de rest van de wereld.
Hun strijd is niet ten einde. Racisme, discrimantie en uitbuiting razen nog steeds rond. Daarom heeft de wereld Occupy Wall Street nodig: miljoenen gewone mensen die hun vuist in de lucht steken, vreedzaam maar vastberaden. Democratie aan het werk.
Lode Vanoost
Lode Vanoost is oud-parlementslid en consultant voor allerlei internationale organisaties.