Nieuws, Haïti, Economie, Vakbonden, Waardig werk, Minimumloon, SOTA, Sectorale vakbonden, Batay Ouvriye, Trade Union Confederation of the Americas (TUCA), Gedereguleerde arbeidsmarkt -

Ontslagen vakbondsafgevaardigden markeren mars voor waardig werk in Port-au-Prince

Enkele honderden manifestanten marcheerden afgelopen vrijdag 7 oktober – Internationale Dag voor Waardig Werk – naar het industrieterrein van SONAPI in Port-au-Prince. Ze scandeerden slogans voor betere arbeidsomstandigheden en respect voor minimumloon, werkuren en de rechten van werknemers.

donderdag 13 oktober 2011 15:50
Spread the love

Een week eerder waren verschillende vakbondsafgevaardigden van de pas opgerichte sectorale vakbond voor arbeiders uit de textiel- en kledingsector (SOTA) ontslagen, een pijnlijke herinnering aan de aanhoudende en onbestrafte respectloosheid voor de Haïtiaanse arbeidswet.

Yannick Etienne van Batay Ouvriye, één van de vakbondsorganisaties die mee mobiliseerden voor de mars voor waardig werk, kloeg aan dat de Haïtiaanse overheid rondbazuint dat “het belangrijkste economische voordeel van het land is dat veel mensen willen werken en dat er bijgevolg lage lonen kunnen worden betaald. Ze roepen buitenlandse investeerders op om deze goedkope werkkrachten te komen uitbuiten. Wij zeggen neen! Het klopt dat we werk willen, dat we werk nodig hebben, maar het moet waardig werk zijn. Dat wil zeggen een salaris dat mensen toelaat te leven, sociale bescherming biedt, de mogelijkheid om andere werkomstandigheden te onderhandelen met de werkgevers en het respect voor fundamentele rechten van de arbeiders.”

Sinds lang voor de aardbeving promoot de internationale gemeenschap de zogenaamd ‘gunstige economische perspectieven’ van Haïti: zijn gedereguleerde arbeidsmarkt en de nabijheid van een belangrijke exportmarkt: de VS.

Nog meer dan voor de aardbeving is de internationale gemeenschap voorstander van nieuwe vrijhandelszones en assemblage-industrieën. De werkomstandigheden in deze fabrieken laten echter te wensen over en repecteren geenszins de Haïtiaanse wetten en de internationale standaarden. Een recent rapport van Better Work wees uit dat in 61 procent van de bezochte fabrieken de wet op het minimumloon niet werd nageleefd.

Bij de officiële lancering van de vakbond voor arbeiders uit de textiel- en kledingsector (SOTA) midden september verduidelijkte secretaris-generaal van de Trade Union Confederation of the Americas (TUCA), Victor Baez Mosqueira, dat het niveau van organisatie van de vakbonden erg laag is en dat sectorale vakbonden zoals SOTA een deel van de oplossing zijn.

Voor Baez zijn er vier sociale prioriteiten voor de rechten van werknemers in Haïti: vrijheid van vereniging, collectieve onderhandeling, sociale bescherming en ook gezondheid en veiligheid op de werkvloer. De steun voor sectorale vakbonden zoals SOTA volgen de lijn van de vakbondsroadmap die werd uitgewerkt kort na de aardbeving en omvat onder andere professionele training, ontmoetingen, discussies en pleitbezorging op internationaal niveau.

Elien Saint Wilner, een van de ontslagen delegués van SOTA, verklaarde tijdens de mars afgelopen vrijdag “dat hij de officiële documenten van SOTA om 9 uur ‘s ochtends afgaf op de personeelsdienst om een collega te kunnen bijstaan. Om 15 uur werd ik opnieuw naar het kantoor geroepen waar ze me vertelden dat ik onslagen was.” 

Jean Jacques Wilner, een andere delegué van SOTA, verduidelijkte dat “ze ons lieten weten dat wanneer je deel uitmaakt van een vakbond, je ontslagen wordt. Ze zetten zelfs de arbeiders in de fabriek onder druk door hen te vertellen dat je buitenvliegt als je deel uitmaakt van een vakbond.”

“Zelfs gewone sympathisanten werden ontslagen. En als we naar het ministerie van Sociale Zaken gaan, geven ze niets om wat we hen te zeggen hebben. Zij werken voor de werkgevers, niet voor ons.” Naar aanleiding van de ontslagen lanceerde Batay Ouvriye een internationale campagne.

De mars van vrijdag was georganiseerd door een groep van 5 vakbondsorganisaties. De Haïtiaanse nationale politie en een gepantserd VN-voertuig begeleidden de mars naar het SONAPI-industriepark waar de Haïtiaanse oproerpolitie de toegang belemmerde.

Op een nabijgelegen stand deelden de organisatoren Creoolse kopieën van de Haïtiaanse arbeidswetgeving uit en riepen fabriekseigenaars en overheidsdiensten op de rechten van de werknemers te respecteren: “werknemers moeten kunnen leven, niet gewoon overleven”, aldus Yannick Etienne.

take down
the paywall
steun ons nu!