In het buitenland kreeg Ellen Johnson-Sirleaf applaus voor haar Nobelprijs (ze krijgt de prijs samen met de Liberiaanse activiste Leymah Gbowee en de Jemenitische journaliste Tawakkul Karman), in eigen land werd het nieuws op gemengde gevoelens onthaald.
Het nieuws uit Stockholm kwam er net op het moment dat het Congress for Democratic Change (CDC), de grootste oppositiepartij in Liberia, een grote betoging hield in Monrovia om politieke verandering te eisen.
Dinsdag vinden in Liberia presidentsverkiezingen plaats. Ellen Johnson-Sirleaf is kandidaat voor een tweede ambtstermijn.
Steun aan Charles Taylor
Volgens het Nobelcomité heeft Johnson-Sirleaf “bijgedragen tot de vrede in Liberia, tot de economische en sociale ontwikkeling, en tot de versterking van de positie van de vrouw.”
Maar volgens het CDC heeft Johnson-Sirleaf net oorlog gebracht naar Liberia. Ze verwijzen naar haar vroegere financiële steun aan ex-president Charles Taylor, die zich nu in Den Haag moet verantwoorden voor oorlogsmisdaden en misdaden tegen de menselijkheid.
In 1989 lanceerde Taylor een staatsgreep die het land in een veertien jaar durende burgeroorlog stortte. Meer dan een kwart miljoen mensen kwam daarbij om. In 2009 publiceerde de Waarheids- en Verzoeningscommissie haar rapport over de burgeroorlog.
Johnson-Sirleaf, die in 2005 president geworden was, stond op de lijst van 49 politici die gedurende dertig jaar niet aan politiek zou mogen doen door hun banden met de oorlogvoerende partijen. Kort nadien verontschuldigde Johnson-Sirleaf zich bij haar landgenoten. Ze zei dat ze Taylor alleen gesteund had in de hoop dat hij dictator Samuel Doe zou omverwerpen.
Internationale steun
Johnson-Sirleaf, die aan Harvard heeft gestudeerd en voor de VN en de Wereldbank heeft gewerkt, wordt er door haar tegenstanders van beschuldigd op zoek te zijn gegaan naar internationale steun en niet haar kiezers te luisteren.
Voor Winston Tubman, presidentskandidaat voor het CDC, is de Nobelprijs opnieuw bewijs dat de visie van de internationale gemeenschap niet die van de Liberianen zelf is. Hij kondigt aan dat de oppositie “haar op een vreedzame manier weg zal stemmen.”
Verzet tegen dictatuur
Een van de duizenden CDC-aanhangers die vrijdag op straat kwamen, was de 36-jarige David Mzor. Hij vindt de Nobelprijs voor Johnson-Sirleaf ongepast. “Ik vind niet dat president Sirleaf het verdient omdat ze er niet in geslaagd is het Liberiaanse volk te verzoenen. Ze is geen verzoener. Onze toekomst ligt nu ver weg. Het was niet de juiste manier om Doe te verwijderen. Er waren andere alternatieven.”
Johnson-Sirleafs aanhangers vinden dat ze net wel vrede en stabiliteit heeft gebracht, ondanks de aanzienlijke obstakels. “Ze heeft Liberia vrede gebracht”, zegt Prince Worzie, terwijl hij vanuit zijn kraampje de CDC-betoging ziet voorbijtrekken. “Alleen al daarvoor verdient ze inderdaad de prijs.”
Volgens John Ballout, senator van de regerende Unity Party en lid van het campagneteam van de president, maakt de poging om haar af te schilderen als oorlogsstoker deel uit van de tactiek van de oppositie om de aandacht van andere thema’s af te leiden. “Ja, ze heeft alle gevechten tegen de dictatuur in dit land zwaar gesteund. Ze heeft geen conflict of oorlog gesteund, maar wel verzet.”
Robbie Corey-Boulet