Nieuws, Cultuur -

Het thuisfront van de war on terror. Documentaires over de criminalisering van activisme in de VS

De spectaculaire aanslagen van 9/11 zadelden de bevolking van New York en ver daarbuiten op met een stevig trauma. Dat maakt het tien jaar na datum nog steeds moeilijk om de aandacht te richten op het nog grotere en structurelere, maar minder opzichtige geweld dat de Amerikaanse regering sindsdien installeert.

zondag 25 september 2011 23:04
Spread the love


doc

Niet alleen hebben de
oorlogen ter vergelding van de WTC-doden al exponentieel veel meer
burgerslachtoffers gemaakt in verre buitenlanden, ook in de VS zelf
worden onder de vlag van de War
on Terror 
burgerrechten
geschonden. Het Human
Rights Watch
 filmfestival
in New York brak onlangs het taboe met twee recente documentaires over
wat de Oorlog tegen Terreur doet in eigen land, met een focusop het
criminaliseren van activisme.

DE
MACHT VAN HET T-WOORD

Zowel in Better This World als in If a Tree Falls zijn de hoofdpersonages
jonge blanke Amerikanen die werden beschuldigd van domestic terrorism,
omdat ze als politieke en ecologische activisten het legale pad
verlieten. Bradley Crowder en David McKay (ook bekend als ‘the
Texas 2’
) werden betrapt op het bezit van molotovcocktails tijdens
de Republikeinse Conventie in 2008, terwijl Daniel McGowan meewerkte
aan twee brandstichtingen van het Earth Liberation Front. De films zijn
bloedstollend – niet door een sensationeel relaas van de vermeende
misdaden van de activisten, wel door een onthullende inkijk in hoe
politieke, politionele en juridische (over)machten actief mee hun lot
bepalen. Van strijdbaar idealisme over radicalisering van methodes tot
publieke verkettering en jaren achter tralies: de documentaires leggen
patronen bloot waaruit activisten lessen kunnen trekken. Tegelijk
proberen ze ook het grote publiek wakker te maken voor verontrustende
tendensen sinds 9/11.

Ze wijzen met name op de controlerende, manipulatieve en repressieve
kantjes van Vadertje Staat, die de individuele rechten en vrijheden
waar Amerikaanse burgers zo op gesteld zijn, zonder verpinken onder de
mat van terrorismebestrijding veegt. In een land als de VS – waar
motorliefhebbers opkomen voor de keuzevrijheid om zonder helm te rijden
en voorstellen voor universal
health care
worden gewantrouwd als ongewenste staatsinmenging in
privézaken – zou men verwachten dat de bevolking dit niet over
zijn kant laat gaan. Maar dat is buiten een belangrijke psychologische
factor gerekend: de angst voor nieuwe aanslagen. Die zit sinds 9/11
diep ingebakken en wordt op tijd en stond gevoed door een nieuwe
terroristische dreiging – of de perceptie ervan. Die wijdverspreide
angst maakt dat het staatsapparaat, in naam van de Veiligheid van het
Vaderland, wegkomt met schendingen van zowel nationaal als
internationaal recht.

Maar niet alle Amerikanen
leggen zich daarbij neer. Op het Human
Rights Watch
 filmfestival
wordt duidelijk hoe filmmakers hun medium inschakelen om dit misbruik
aan de kaak te stellen. Zo neemt Better
This World 
het op
voor de twee jonge antioorlogsactivisten die door de FBI werden
ingerekend als terroristen op basis van molotovcocktails die ze nooit
gebruikten, nadat ze eerst maandenlang door een undercover-informant
van diezelfde FBI waren aangespoord om hardere actiemethodes te
ontplooien. If A
Tree Falls
, een documentaire over het Earth Liberation Front, werpt dan weer vragen op
over het heersende discours: krijgt ecologisch gemotiveerde
vernietiging van infrastructuur terecht het etiket ‘eco-terrorism’
opgeplakt (met navenant zware straffen), of bekrachtigt de regering
daarmee enkel de propaganda waarmee milieubedreigende bedrijven hun
opponenten het zwijgen proberen op te leggen?

MONTAGE
EN MANIPULATIE

Bij documentaires over dat soort heikele thema’s rijst de vraag in
welke mate de filmmakers de kijker manipuleren, en hoe evenwichtig ze
zijn in de weergave van verschillende standpunten. Het is interessant
om beide films in dat opzicht te vergelijken. Alle twee verwijzen ze
naar tv-beelden die het Amerikaanse publiek bekend zijn. Maar ze
incorporeren die nieuwsflitsen in een veel genuanceerdere vertelling,
geschraagd door een indrukwekkend scala van bijkomend bronmateriaal:
rapporten en verklaringen uit de juridische dossiers, archiefbeelden
van activistische acties, beelden van bewakings- en amateurcamera’s, en
interviews met alle betrokken partijen (de activisten, hun omgeving,
hun aanklagers, FBI- en andere agenten…). Uniek zijn ook de intieme
beeld- en geluidsopnames waarin de documentairemakers als een fly on the wall de interacties en
(telefoon)gesprekken tussen de protagonisten en hun familie en
geliefden konden registreren in de bewogen periode tussen hun
inbeschuldigingstelling en hun uiteindelijke veroordeling en
gevangenisstraf.


Bij de verwerking van al dat materiaal kiezen de filmmakers een
verschillende aanpak. Katie Galloway en Kelly Duane de la Vega (Better
This World)
 zoomen
in op een pakkend persoonlijk verhaal van vriendschap en verraad tegen
de achtergrond van een activistische gemeenschap. Marshall Curry (If
a Tree Falls) 
houdt
meer afstand en schetst een uitgebalanceerd portret van een specifieke
actiegroep, met het individuele relaas van Daniel McGowan als (soms wat
dun gesponnen) rode draad. Curry laat zo veel mogelijk perspectieven op
het Earth
Liberation Front
 aan
bod komen, wat leidt tot een reeks talking
heads
 met
uiteenlopende visies. Zo laat hij een bedrijfsleider aan het woord over
de emotionele schok bij het aantreffen van zijn uitgebrande kantoren,
en mogen FBI-onderzoekers hun succesverhaal doen over de ontmaskering
van het ELF. Dat is erg informatief: we leren dat ze na jaren zonder
resultaat (de ELF-cel is niet meer actief) besluiten een doorbraak te
forceren door te bluffen tegen de zwakste verdachte, de
heroïneverslaafde Jake Ferguson. Ze doen hem geloven dat er genoeg
bewijzen zijn om hem levenslang op te sluiten en dat er maar
één uitweg is: met hen meewerken als informant. Ferguson
zwicht. Hij wordt heel het land rondgevlogen om, uitgerust met
afluistermateriaal, zijn voormalige medeactivisten (die brandstichting
intussen al lang hebben afgezworen) tegen het lijf te lopen en
herinneringen op te halen aan hun acties. Op basis van die
onvrijwillige getuigenissen worden veertien ex-ELF’ers achter de
tralies gezet, en kan de FBI eindelijk de overwinning claimen op wat ze
hadden uitgeroepen tot de ‘number one domestic terrorist threat’.
Ferguson zelf, die meer ELF-branden stichtte dan wie ook, gaat vrijuit.

Ook in Better This World krijgen de verschillende
partijen het woord, maar de focus ligt vooral op de twee activistische
vrienden uit Texas: David en Bradley. Die jongens en hun omgeving zijn
dan ook dankbare onderwerpen. Ze laten de camera moeiteloos deelnemen
aan hun leven en dichtbij komen in kwetsbare momenten – zoals wanneer
David met zijn vriendin Emily praat over de impact van zijn aankomende
gevangenisstraf op hun relatie. We zien ook hoe ondervragers de ‘Texas
2’ herhaaldelijk tegen elkaar proberen uit te spelen in een klassiek prisoner’s dilemma,
en hoe ze desondanks loyaal blijven aan elkaar en hun verhaal. Door de
empathische camera en de openhartigheid waarmee Brad en David op de
ontwikkelingen terugblikken, is het moeilijk om níét met
hen mee te leven. De karakterportretten in de film vormen zo een
tegenwicht voor het beeld van moordlustige anarchisten dat de
mainstream media van hen ophingen. Bovendien volgt de montage de
beproefde formule van de ‘drie-actstructuur’, waardoor de documentaire
de kijker meesleept zoals een politieke thriller dat doet. Een
meesterlijk opgebouwde dramatische narratie dus – maar de filmmaaksters
benadrukken in interviews wel dat ze ervoor oppasten dat die de
waarheid geen geweld aandeed.

REPRESSIE
EN RADICALISERING

Het meest ambigue personage in Better This World is ongetwijfeld Brandon
Darby, een oudere activist die de jongens onder zijn vleugels neemt en
klaarstoomt voor de massaprotesten tegen de republikeinse regering. De
militante Darby verwierf bekendheid als charismatische woordvoerder van
de hulporganisatie Common Ground in post-Katrina New Orleans, waar hij
het geregeld aan de stok kreeg met politie en staat. De door de wol
geverfde activist pepert de groentjes in dat actievoeren niet voor
doetjes is en daagt hen uit te tonen dat ze het menen. Brad en David
houden vol dat vreedzaam protest in een politiek systeem als dat van de
VS de beste optie is. Darby’s waarschuwing dat ze tijdens de conventie
op genadeloze repressie zullen stoten, wordt echter meteen waarheid
wanneer de groep de stad binnenrijdt. Medeactivisten getuigen dat het
is alsof ze in een war
zone
 of een police state terechtkomen. Nog voor ze
kunnen deelnemen aan enig protest, worden de activisten hardhandig
opgepakt. In een koortsachtige razernij van machteloosheid en
frustratie – zo beschrijven Bradley en David het – trekken ze daarop
naar de lokale supermarkt en kopen ze de ingrediënten waarmee ze
acht molotovcocktails maken.

Ook in If A Tree Falls wordt getoond (maar zeker
niet vergoelijkt) hoe groene jongens als Daniel McGowan zich tot
radicalere methodes bekeerden omdat hun pogingen tot democratisch
protest door staatsgeweld werden gekraakt. We zien bijvoorbeeld hoe de
politie bij een bosbezetting in Eugene de activisten letterlijk uit de
bomen spuit, met bussen pepperspray die doelbewust in ogen en op edele
delen worden gericht. Deze weerzinwekkende beelden, vastgelegd door een
lokale filmmaker, verspreidden zich als een lopen vuurtje en vormden een trigger tot hardere acties.
Regisseur Curry zegt dat zijn docu bedoeld is als een cautionary tale,
enerzijds om activisten te doen nadenken over de ethiek en
efficiëntie van hun tactieken, anderzijds om law enforcement te doen inzien dat sommige
manieren om met actievoerders om te gaan een radicaliserend effect
hebben.

De geschiedenis toont dat
een repressieve aanpak van geweldloos protest een beweging doet groeien
en de kern ervan verhardt

De geschiedenis toont keer op
keer dat een repressieve aanpak van geweldloos protest een beweging
doet groeien en de kern ervan verhardt. Zou de politie dat echt nog
niet weten? Of beseffen gewelddadige agenten en hun opdrachtgevers maar
al te goed wat ze doen, en wordt het mechanisme bewust in gang gezet?
Immers, hoe radicaler de actiemethodes, hoe makkelijker het wordt de
actievoerders te criminaliseren en nog meer repressieve maatregelen te
rechtvaardigen. Daarom stuurt een regering die te maken krijgt met
opstanden (zoals in Egypte, Spanje en elders) vaak amokmakers uit
tussen de demonstranten. Ook in If
a Tree Falls
 getuigt
een agent hoe hij undercover ging om betogingen te doen ontsporen van
binnenuit. Als bonus levert dit schrikwekkende beelden op van
‘manifestanten’ die chaos en vernieling zaaien – ideaal om in de
publieke perceptie de legitieme strijd van de actievoerders in
diskrediet te brengen.

PREFABTERRORISME

Regeringen die ongewenste
sociale bewegingen infiltreren: het is een terugkerend fenomeen, en het
werkt des te vernietigender als daarvoor iemand uit de beweging zelf
wordt ingezet. Dat was het geval in de zaak van Brad en David. Na hun
arrestatie op beschuldiging van terrorisme, bleek dat de FBI het duo al
maandenlang bespioneerde via een informant: Brandon Darby. Door de
strak opgebouwde vertelling van Better
This World
 mist
die plotwending zijn schokeffect op de kijker niet – maar dat is niets
in vergelijking met de schok die door de activistische gemeenschap in
de VS ging toen Darby’s ware rol aan het licht kwam. Felle debatten
ontvlamden on- en offline, en meteen werd geopperd dat Darby had
opgetreden als ‘agent provocateur’: de van staatswege gestuurde Big Brother had duidelijk meer gedaan
dan kijken alleen. Maar was de informant op eigen initiatief zijn
boekje te buiten gegaan, of is provoceren tegenwoordig deel van de
opdracht? Een gepensioneerde FBI-agent getuigt in de film dat de
gedragsnorm voor informanten sinds 9/11 verschoven lijkt: van ‘ogen en
oren’ naar ‘ogen, oren en mond’. Toch is het tegen de wet als een
informant zijn onderwerpen tot misdrijven stimuleert die ze zonder zijn
invloed niet zouden hebben gepleegd. Dat heet entrapment – een argument dat David
inriep ter verdediging van zijn zaak.

Sinds 9/11 zijn er, voor wie wat graaft, talloze voorbeelden te vinden
van ‘terroristische dreigingen’ die door de FBI werden ontzenuwd, nadat
een FBI-informant de boel eerst stevig had opgepookt. Het is een manier
om terroristische incidenten te fabriceren in dienst van bepaalde
agenda’s (zoals die van het neoliberalisme en -conservatisme, confer
Lieven De Cauter in deze rekto:verso).
Bij elk incident wordt de Amerikaanse gevangenispopulatie – nu al de
grootste per capita ter wereld – aangevuld met verse ‘terroristen’.
Naast religieuze en etnische minderheden worden daarbij ook
activistische andersdenkenden geviseerd. Het argument vanentrapment krijgt zelden gehoor; die
beschuldiging durven uiten aan het adres van de regering leidt zelfs –
zoals bij David – tot een extra strenge straf.

If a Tree Falls en Better This World schetsen een complex
portret van activisme in de VS na 9/11, zonder zelf activistisch te zijn

Daar komt de rol van justitie
in het vizier. Het Amerikaanse rechtssysteem toont zich helaas als een
handlanger van de heersende orde zonder enige interesse in de ware
toedracht van de zaak. Zo zit Daniel McGowan voor zijn aandeel in twee
ecologisch gedreven brandstichtingen een gevangenisstraf uit onder een
ongemeen streng isolatieregime voor terroristen, waarin elke
communicatie met de buitenwereld extreem wordt gelimiteerd. De
Amerikaanse bond van advocaten noemde deterrorism enhancement in deze zaak een ‘onnodige
en excessieve tactiek van de regering om de uitoefening van het recht
op vrije meningsuiting te ontmoedigen.’ In beide documentaires zien we
ook hoe de protagonisten onder druk worden gezet om een plea deal te aanvaarden, en hoe ze
worden afgestraft als ze hun recht op trial
by jury
 proberen
uit te oefenen. Hoewel de Amerikaanse grondwet het recht garandeert op
een publiek proces (trial), wordt meer dan negentig procent
van de strafzaken die door de federale regering worden aangebracht,
‘opgelost’ met een plea
deal
 of plea bargain (bemerk de mercantiele
termen). Die deal houdt in dat de beklaagde
zijn procesrecht opgeeft en zelf schuldig pleit, in ruil voor een
kortere straf dan indien hij schuldig zou worden bevonden na een
proces. Hoe groot de druk op beklaagden is om hun recht op een eerlijk
proces te ‘verkopen’ voor strafverkorting, wordt geïllustreerd
door Davids herhaalde uitspraak ‘ik wil mezelf niet verliezen’, waarvan
de betekenis veelzeggend verschuift gedurende zijn confrontatie met het
gerecht. Aanvankelijk is dat zijn motivatie om zich te verdedigen voor
een jury: hij voelt dat zijn identiteit werd gekaapt door het etiket
van terrorist en wil zijn eigen verhaal naar buiten brengen. Later
echter zegt hij het in het aanschijn van de verpletterend lange
gevangenisstraf waarmee wordt gedreigd als hij doorgaat met zijn trial-plannen, en
drukt het zijn angst uit om zichzelf en zijn geliefden te verliezen
door een leven achter de tralies. Uiteindelijk buigt hij voor een plea deal. Die verbindt hem niet
alleen tot een schuldbekentenis, maar ook tot de verklaring dat hij
handelde zonder invloed: de beschuldiging van entrapment door FBI-informant Darby
moet hij officieel intrekken. De film laat daarop een
regeringsvertegenwoordiger aan het woord die Darby’s werk prijst en er
fijntjes aan toevoegt: ‘Zou het niet mooi geweest zijn als we zo’n
informant hadden gehad voor 9/11?’

If a Tree Falls en Better This World schetsen een complex
portret van activisme in de VS na 9/11, zonder zelf activistisch te
zijn. Eerder dan de kijker met heroïsche verhalen aan te vuren om
mee op de barricade te gaan, tonen ze hoe risicovol het is om een
dissidente positie te verdedigen en hoe disproportioneel hard de
vergelding kan zijn. Beide films casten de protagonisten weliswaar in
een moedige underdogpositie, als David tegen Goliath – maar dan zonder
dat de stenen die ze werpen erin slagen de reus te vellen. Wat de films
wel doen, is reveleren hoe de reus zich gedraagt tegenover wie hem
durft uit te dagen. Voor heel wat Amerikanen is dat geen nieuws: ze
worden er zelf mee geconfronteerd, of zijn er professioneel mee bezig
in organisaties als Human Rights Watch of Civil Liberties Defense
Center. Maar de verdienste van deze documentaires is dat ze die
onthutsende informatie naar buiten brengen in goedgemaakte en
aangrijpende films, die hopelijk een nieuw publiek kunnen bereiken. Better This World en If a Tree Falls wonnen reeds prijzen
op verschillende filmfestivals en streven nu naar bredere distributie
binnen en buiten de VS.

Kristin Rogghe studeerde
wijsbegeerte (KULeuven) en transmedia (Sint-Lukas Brussel); film,
beeldende kunst en podiumkunsten vormen haar biotoop, werkveld en
onderzoeksdomein.

take down
the paywall
steun ons nu!