Illustratie: François Van Damme
Nieuws, Samenleving, België, Gent -

Buurt-, buren- en milieuzorg in het Rabot-Blaisantvest

Tot minstens december 2012 is in de Gentse wijk Rabot-Blaisantvest de wijkmunt “Torekes” in omloop. Dit in het kader van een proefproject in opdracht van de Vlaamse Overheid en in samenwerking met Stad Gent. Mathias Bienstman, die voor Netwerk Vlaanderen en Muntuit betrokken was bij de opstart van het project, geeft tekst en uitleg.

zondag 25 september 2011 11:12
Spread the love

We bevinden ons in café de Loge in de Papegaaistraat voor een vergadering met Nikita, de programmeur van de Torekes website. “Weet je wat ik jammer vind?” valt hij met de deur in huis “dat jullie nooit iets met m’n idee hebben gedaan.” “Welk idee?” vragen we verbaasd “Jullie zouden mensen met Torekes kunnen aanzetten om hun draadloos internet open te stellen voor anderen in de wijk. Zo wordt het Rabot één grote hotspot. Dat is pas cool.”

We belanden in een gesprek over de haalbaarheid van zijn idee. Download limieten, bandbreedte en beveiliging passeren de revue. Nikita countert de tegenargumenten. Wouter van Samenlevingsopbouw Gent en ik beloven de idee voor te leggen aan de stuurgroep van de Torekes. Die groep van Stad Gent, buurtorganisaties en in de toekomst ook buurtbewoners, beslist welke acties in het Rabot-Blaisantvest tijdens het proefproject met de wijkmunt Torekes worden gewaardeerd. Het gaat bij voorkeur voor klusjes in het publiek domein of inzet voor buren en het milieu.

Vooral zaken die niet spontaan gebeuren, maar het leven in de wijk wel aangenamer maken, komen in aanmerking voor Torekes. Zo ontvangen buurtbewoners die deelnemen aan werkdagen in parken en pleinen, een buur helpen of overschakelen op groene stroom een klein bedrag in de wijkmunt. Het leuke aan de idee van Nikita is dat ze perfect binnen de projectfilosofie past. Met onderbenutte capaciteit of tijd, noden vervullen. Zo zijn er jongeren in de wijk die op het net willen maar er niet voor kunnen of willen betalen. Anderen hebben wel toegang tot ongelimiteerd gebruik, maar worden niet geprikkeld tot of geholpen bij het openstellen van de internet toegang. Een stimulus in de vorm van een premie in euro’s, complementaire munt of een geschenk kan een win-win situatie creëren.

Een munt voor de buurt

De Torekes hebben echter nog een andere eigenschap die ze onderscheidt van de klassieke stedelijke premies in euro’s. Ze komen niet enkel in omloop om positieve acties te waarderen, hun gebruik is ook afgelijnd. Met de wijkmunt kan je aankopen doen in buurtwinkels, maar in de Veldstraat kijken ze vreemd op als je ze bovenhaalt aan de kassa. De munt oriënteert de consumptie. Dat kan interessant zijn. Zo wil de Stad Gent de winkels van de Wondelgemstraat in het Rabot wat ondersteunen en de straat aantrekkelijker maken. Met de Torekes weet ze dat ze de waarde die ze in omloop brengt als stimulus voor gedragsverandering, ook de lokale handel ten goede komt. 10 Torekes zijn 1 euro waard in de deelnemende buurtwinkels. De handelaars kunnen de Torekes bij de organisatie weer inruilen voor euro’s. Er is door Stad Gent een subsidie voorzien om die omruil toe te laten.

Stefaan Vervaet van de Gebiedsgerichte Werking van Stad Gent vindt die domeinoverschreidende werking een meerwaarde van het beleidsinstrument. “De Torekes combineren op een originele manier verschillende doelstellingen. We waarderen inzet en halen zo mensen over de drempel voor vrijwilligerswerk in de wijk, maken het meetbaar en ondersteunen tegelijk de lokale winkeliers.”

Nu gaan er geen enorme bedragen om in het systeem. De Torekes zijn eerder een symbolische duw in de rug voor inzet dan een alternatief economisch circuit. In de eerste 6 maanden van het proefproject ontvingen 371 inwoners van het Rabot-Blaisantvest 40.340 Torekes. Ongeveer 10% van de huishoudens in de wijk nam dus al deel aan een van de werkdag waarop allerhande klusjes in de wijk uitgevoerd worden, plaatste een bloemetje op de vensterbank of deed iets anders dat Torekes oplevert. Dat is een bemoedigend resultaat, zeker als je het vergelijkt met hoe weinig mensen slechts hun weg vinden in andere premiestelsels.

40.000 Torekes hebben een bescheiden tegenwaarde van 4000 euro. Door de verschillende bestedingsmogelijkheden kwam er daarvan 1200 euro bij de handelaars binnen. Het stimulerend effect voor de lokale middenstand is in dit proefproject dus bescheiden. Toch zijn de Turkse kruideniers die het merendeel van Torekes ontvangen niet ontevreden. Ze krijgen nieuwe klanten over de vloer en vinden het belangrijk dat ze een steentje kunnen bijdragen aan engagement in de wijk.

Het succes van de volkstuinen

De reden dat de meeste Torekes binnen komen bij Turkse kruideniers is een wat langer verhaal, nauw verbonden aan een ander experiment in het Rabot: volkstuintjes op een tijdelijk braakliggend terrein. Dimitri Vandenberghe van Samenlevingsopbouw Gent vertelt over het ontstaan van de 160 tuintjes. “Uit verschillende gesprekken die we hadden met buurtbewoners kwamen steeds weer dezelfde noden naar voren. Gebrek aan open ruimte, groen, speelplekken voor de kinderen. We vernamen een aantal jaar geleden dat de Stad Gent de oude Alcatel site had gekocht en dat het terrein een tijdje braak zou liggen vooraleer erop gebouwd zou worden. In de bewonersgroep ontstond de idee om op het terrein volkstuinen aan te leggen. We dienden een wijk aan zet dossier in. Het werd goedgekeurd. Bij onze rondgang door de wijk bleek de belangstelling voor de tuintjes overweldigend.”

In geen tijd ging het van de voorziene 80 naar 160 volkstuintjes. Vooral Turkse buurtbewoners bleken geïnteresseerd om groenten te kweken in houten bakken op de site. Ze hielpen ook bij het timmeren van omheiningen en andere werken op het braakliggend terrein. De eerste jaren waren de tuintjes gratis, sinds 2011 kost een tuintje jaarlijks 150 Torekes.

Stefaan Vervaet verklaart: “We willen wat af van het gratis verhaal. De drempel willen we blijvend laag houden, maar als iets gratis is, wordt het soms minder naar waarde geschat. Een klein deel van de tuiniers liet hun stuk grond bijvoorbeeld verwilderen. Door er een huur voor te vragen hopen we ook dat tegen te gaan.” De tuiniers kunnen de 150 Torekes ook verdienen door 6 uur deel te nemen aan werkdagen omheen de site, georganiseerd door Samenlevingsopbouw.

“Vroeger kwamen er ook mensen helpen bij het onderhoud van de site. Maar er is opvallend weinig weerstand geweest tegen de ingevoerde huur voor de tuintjes. We zijn daar eigenlijk wat van verschoten. Blijkbaar zien heel wat tuiniers wel iets in het systeem waarbij ze de handen uit de mouwen steken voor het gemeenschappelijk werk en in ruil de huur voor een tuintje verdienen. We passen de regeling wel soepel toe: oude of zieke mensen die moeilijker op de werkdagen geraken mogen er langer over doen om de 150 Torekes te verdienen.” vertelt Dimitri van Samenlevingsopbouw.

Opvallend: de werkdagen zijn zo populair dat heel wat mensen ook na het verdienen van de 150 Torekes huur, blijven komen. Op de middagen komen tot 100 vrouwen, mannen en kinderen af. Vandaar dat de Torekes ook terecht komen in de winkels waar het publiek van de volkstuinen het meest naartoe trekt: de Turkse kruideniers.

Toekomst: inbedding en schaalvergroting

Stad Gent en Samenlevingsopbouw denken nu al na over de toekomst van de Torekes. De bevoegde schepen, Guy Reynebeau, liet zich op een studiedag van Netwerk Vlaanderen positief uit over het systeem. Maar over een uitbreiding in de tijd, voorbij de proefperiode tot december 2012, of naar andere Gentse wijken is nog lang geen zekerheid. Daarvoor zien de verschillende partners nog heel wat uitdagingen. Samenlevingsopbouw, dat nu het project leidt, wil bewoners meer betrekken bij de keuze van te waarderen actie.

Ook ligt er nog heel wat communicatie werk op de plank. “Heel wat van de tuiniers zijn bijvoorbeeld niet op de hoogte van de andere verdienmogelijkheden voor Torekes” vertelt Dimitri “Er moet nog meer direct gecommuniceerd worden. Als de 160 tuiniers ook de andere acties doen zoals bloemen en geveltuinen aanbrengen, zal het effect in de wijk vlug zichtbaar zijn.”

Toch is er al interesse uit andere wijken vertelt Stefaan Vervaet van Stad Gent. “Collega’s volgen de proef geïnteresseerd op. Een uitbreiding naar andere wijken heeft mogelijk een aantal voordelen. Diensten zoals de milieudienst zijn meer geïnteresseerd in projecten op stadsniveau dan die op wijkniveau. Ook kunnen we zo het probleem dat iets in de ene wijk in het kader van een proef gewaardeerd wordt en in de andere niet, verhelpen.”

take down
the paywall
steun ons nu!