Vrijdag besliste het Spaanse Congres met ruime meerderheid – 316 stemmen voor en 5 tegen – dat de grondwet van 1978 herzien wordt. Het voorstel moet nog naar de Senaat, maar ook daar hebben de regerende socialistische partij PSOE en de grootste oppositiepartij, de conservatieve PP, een zeer grote meerderheid.
Met de nieuwe grondwet zullen alle overheden hun activiteiten moeten aanpassen in functie van de begrotingsstabiliteit. Dat gebeurt op verzoek van de Europese Centrale Bank en de regeringen van Frankrijk en Duitsland. Die hopen zo de internationale financiële markten die Spanje in het vizier hebben, te kalmeren en een reddingsoperatie door de EU te voorkomen.
Geen begrotingstekort meer
De begrotingen van de Spaanse nationale overheid en van de zeventien regionale overheden zullen geen tekort meer mogen vertonen dat groter is dan wat de Europese Unie bepaalt. Ook voor de gemeentebesturen zal een begrotingsevenwicht de norm worden.
De oppositie is het hier niet over te spreken. Gaspar Llamazares, in het parlement fractievoorzitter van de linkse coalitie Izquierda Unida (IU), spreekt van “de grondwet van de markten”. Hij zegt dat Spanje wel degelijk naar de Europese Unie moet kijken, maar niet in verband met zijn begrotingstekort, wel om zijn dienstverlening aan de armste Spanjaarden te verbeteren. De IU-woordvoerder kondigde al aan dat hij de grondwetsherziening via het Grondwettelijk Hof zal trachten te blokkeren.
“Wie denkt u wel dat u bent dat u de grondwet en de Spaanse democratie zomaar onteigent”, vroeg parlementslid Rosa Díez van de linkse Unión Progreso y Democracia (UPYD), een afscheuring van de PSOE, vrijdag aan PSOE en PP.
Geen hogere belasting voor rijken
Een verhoging van de belastingen voor de rijkste Spanjaarden ziet minister José Blanco, woordvoerder van de regering, niet zitten. Zo’n verhoging moet naar het parlement en voor zo’n nieuwe wet is geen tijd meer aangezien Spanje op 20 november een nieuw parlement kiest, zegt Blanco.
Midden vorig jaar heeft de Spaanse regering al de ambtenarenlonen verlaagd en de herziening van de pensioenen opgeschort.
Minder belastingen
Ook op straat klinkt luid protest tegen de grondwetsherziening. Vrijdag betoogden duizenden mensen voor de partijhoofdkwartieren van PSOE en PP, geïnspireerd door de 15-M-beweging, een niet-gebonden beweging die sinds de lokale verkiezingen van mei dit jaar voor een grondige hervorming van de Spaanse politiek pleit. Volgens de betogers betekent de grondwetsherziening het einde van een belasting voor de rijkste Spanjaarden en de rijkste bedrijven en gaat alle aandacht nu naar het probleem van de schuld.
Geen enkel Europees land haalt minder belastingen op dan Spanje. De PP-regering verlaagde in 1999 de personenbelasting van 41 naar 35 procent, de PSOE-regering liet ze verder zakken naar 30 procent.
De grote bedrijven hebben filialen in het buitenland, vooral in Latijns-Amerika. De Spaanse bedrijfswinsten kunnen zo makkelijk naar fiscale paradijzen verhuizen. De Spaanse regering had beloofd dit aan te pakken maar tot dusver is dat niet gebeurd.