Foto Flickr by reporteos (Nationale staking en betoging van studenten op 24 en 25 augustus)
Nieuws, Samenleving, Politiek, Chili, Tmd, Studentenprotest -

De jeugd schudt Chili wakker

De Chileense scholieren voeren nu bijna drie maanden actie. In staats- en privé onderwijs. Met steun van bevolking en vakbonden. Wat willen de jongeren ?

vrijdag 2 september 2011 10:10
Spread the love

Chileense jongeren, ik roep jullie op om het land (voor je) in te nemen, Met jullie idealisme, jullie oneerbiedigheid, jullie dromen. Een democratie die geen dromen heeft is een democratie die dood is. Daarom roep ik jullie op om de penselen te pakken en met jullie eigen handen de toekomst van Chili en de toekomst van jullie leven te schetsen. Zo krijgen we een Chili waarvan we allen dromen”.    Sebastián Piñera in 2009 (1)

Een heel schooljaar verloren! Want het duurt nu al bijna drie maanden. De regering dreigt met de wet: de scholieren staken al zo lang dat een langere schooldag en schoolweek en ook verlenging van het schooljaar eind 2011 al niet meer voldoende zal zijn om tot aan het aantal wettelijk voorgeschreven jaarlijkse lesuren te komen. En toch gaan ze door. Ook in het hoger onderwijs en aan de universiteiten. Ook hun leraars.

Per tienduizenden manifesteren ze in het hele land, in kou, regen en zelfs sneeuw want het is winter in Chili. Ze staken, bezetten hun scholen en universiteiten, houden hongerstakingen en ‘cacerolazos’ (urenlang oorverdovend trommelen op pannen) en leven hun jeugdige creativiteit uit in originele vormen van protest. Het staatsonderwijs in Chili ligt practisch stil. Een deel van het privé onderwijs ook.

Wat willen de jongeren? “Weg met het onderwijs van Pinochet”, scanderen ze. Gratis kwaliteitsonderwijs, een einde aan onderwijs als winstbejag, onderwijs als een banaal consumptiegoed. En inmiddels staat tachtig procent van de Chilenen achter hun eisen.

Maar ook de vakbonden roeren zich waaronder de ambtenaren en de mijnwerkers op de kopermijnen, de goudmijn van Chili. Zelfs groeperingen van onafhankelijken zoals de taxichauffeurs, nochtans eerder bekend als voorstanders van rechtse politiek. De vakbonden riepen op tot een nationale staking op 24 en 25 augustus. De jongeren sloten er zich bij aan en omgekeerd. De staking was een groot succes.

Een dergelijke maandenlange mobilisatie heeft Chili al in tientallen jaren niet gekend, eigenlijk sinds vóór de staatsgreep van Pinochet in 1973. Of zelfs tóen niet, zeggen sommigen. Maar ze doen het anders dan in de gespannen tijd van President Salvador Allende.

De jongeren zijn vastbesloten om door te gaan tot de finish, maar verliezen daarom hun humor en vrolijkheid nog niet. Incidenten daargelaten laten ze zich niet uitdagen door de stuurse politiemannen die met hun waterkanonnen en traangas of op hun grote Europese paarden bijna een komisch figuur slaan naast de lachende, zingende jongeren… als je de beruchte Chileense gendarmes niet kende.

Tijdens de eerste grote golf van protest van middelbare scholieren in 2006 hebben ze zodanig huisgehouden met honderden arrestaties en tientallen gewonde kinderen dat de regering van President Michelle Bachelet buiten zichzelf was. Vergeefs. Tijdens deze tweedaagse nationale staking toonden de gendarmes opnieuw hun ware gezicht. In hun ogen zijn manifestanten nog steeds criminelen, zoals onder de dictatuur van Generaal Pinochet.

Op 25 augustus schoot een gendarme aan een barricade in de wijk Macul in Santiago Manuel Gutiérrez dood, een 16-jarige jongen. Meer dan honderd mensen raakten gewond, meer dan duizend werden gearresteerd. De regering zit met de handen in het haar. Maar de oppositie eveneens.

De Chileense democratie

Om de Chileense politiek te begrijpen, moet je weten dat de grondwet van Pinochet nog steeds van kracht is. Pinochet liet die met een plebisciet liet goedkeuren in 1988, het jaar voordat hij weggestemd werd.

Na zijn staatsgreep gaf de generaal zichzelf namelijk een grootse roeping: Chili op nieuwe leest schoeien. En daarmee voorgoed de “wanorde” te voorkomen waaraan hij zich verplicht had gevoeld een einde te maken met de militaire staatsgreep in 1973 gevolgd door een soort van collectieve heropvoeding van het Chileense volk onder militair gezag. En Pinochet en de zijnen was het nooit gelegen aan nuances.

Chili is een van de oudste democratieën ter wereld. Ook Pinochet zag in dat hij het land niet duurzaam kon herscheppen zonder in een zekere mate van democratie te voorzien (zij het onder het toeziend oog van de strijdkrachten in hun rol van ‘de hoeders van de eenheid’).

Een grote doorn in het oog was echter het traditionele meerpartijensysteem, volgens hem een recept voor wanorde en instabiliteit. Met twee keuzes, centrum of rechts, hadden de kiezers méér dan genoeg! En zo schrijft de grondwet een contraversieel tweeledig, zogenaamd ‘binominaal’ politiek systeem voor. Sinds het herstel van de democratie in 1990 werd er nooit een voldoende meerderheid gevonden om die grondwet ingrijpend te veranderen of te vervangen.

De politieke partijen hielden echter niet op te bestaan, ieder met een eigen gedachtegoed en de voornaamste partijen met een belangrijke basis. Vandaar dat de grondwet hen verplicht om te functioneren in twee cartels: het centrum-linkse cartel ‘la Concertación’ dat van 1990 tot 2010 aan de macht was en het rechtse cartel ‘Alliance voor Chili’, voor de laatste verkiezingscampagne herdoopt tot de ‘Coalitie voor Verandering’.

Daar de twee cartels meestal nek aan nek eindigen bij verkiezingen (en ook de verhoudingen in senaat en parlement vaak verschillen), kunnen grote hervormingen bovendien moeilijk plaatsvinden zonder akkoord met de oppositie (2).

Zo kon de vorige presidente, de socialiste Michelle Bachelet, ondanks golven van protest van middelbare scholieren – ‘de opstand van de ‘pinguins’ vanwege hun schooluniform – geen grote onderwijshervorming doorgevoerd krijgen. De Concertación verenigt de christen-democraten, de socialistische partij, de kleinere radicale partij, alledrie oude partijen, en de nieuwere, eveneens sociaal-democratische PPD (Partido por la Democracia) van Ricardo Lagos Escobar (3).

Het samenwonen valt niet gemakkelijk met name voor het regeringsbeleid, maar door grosso modo presidenten afkomstig uit verschillende partijen af te wisselen konden de partijen toch op hun beurt een zeker stempel drukken op het beleid.

Het resultaat was niettemin twee decennia lauw, weinig geestdriftwekkend beleid terwijl de dictatuur enorme problemen achtergelaten had in bijna alle sleutelsectoren zoals onderwijs, gezondheidszorg, vervoer, arbeidswetgeving en sociale zekerheid, het bank- en kredietwezen. Verbeteringen waren er wel, maar het aanzwellende gemopper bij ieder van die verbeteringen toonde al dat de euvels veel dieper zaten (4).

Het was dus niet zo verwonderlijk dat de meerderheid van de kiezers zich in 2009 (en de tweede ronde begin 2010) lieten verleiden door de beloftes van “verandering” van de huidige president Sebastián Piñera. Het moet ook gezegd worden dat de Chileense politieke klasse nog veel meer caste-kenmerken vertoont dan de Belgische met haar sterke neiging om zich voort te planten binnen een groepje grote vooraanstaande en onder elkaar trouwende families.

Het feit dat Piñera daarentegen een zeer bekend figuur uit de zakenwereld was en bovendien de taal sprak van de ‘self made man’ die met hard werken en een dosis practische intelligentie een enorm fortuin vergaard (5), kwam voor vele kiezers dan ook verfrissend over (6).

Uit interviews rond de verkiezingen werd me duidelijk dat de modale kiezer weinig geloof hechtte aan programmas, maar in het binominale systeem een kans zag om “de andere kant eens aan de beurt te laten”. “Zien wat zij ervan maken”, was het glimlachende antwoord als je doorvroeg over hun verwachtingen van de nieuwe regering. Een typisch Chileense dooddoener. De meeste Chilenen praten niet graag openlijk over politiek, ze hebben ervaren dat zwijgen veiliger is. Het stemgeheim betekent iets in dat land.

Aan de rechterzijde kon de vreugde niet op: voor het eerst in vijftig jaar koos Chili democratisch voor een rechtse regering. Het samenwonen binnen het rechtse cartel gaat echter ook niet altijd van een leien dakje.

De zeer rechtse, corporatistische UDI (Union Demócrata Independiente), is momenteel de grootste partij in Chili. Ze stond achter Pinochet en is nog steeds het politieke home voor ‘Pinochetisten’. Maar ze is vaak een blok aan het been van coalitiepartner Renovación Nacional (RN), de partij van President Piñera. De RN werd gesticht in 1987 in de aanloop van het referendum dat moest beslissen of Pinochet al dan niet mocht blijven (en nipt gewonnen werd door zijn tegenstanders o.a. van de Concertación).

Er was toen nood aan een gematigde rechtse partij. RN wil een moderne liberale partij zijn zoals we hier kennen. Ze heeft zich dus vlug willen witwassen van de Pinochetistische smet en bracht in de jaren 1990 een enkele interessante politicus voort met frisse ideeën. Cartelgenoot UDI moest de laatste jaren wél haar voorgevel beperken tot spijtoptanten of figuren zonder collaboratie-profiel, met name de jongere generatie, maar haar gedachtegoed blijft dat van Pinochet.

Piñera zou het land beheren zoals men een groot bedrijf beheert. Dat moest efficiënter zijn, beslissingen nemen en uitvoeren zou veel sneller gaan, kortom Chili zou volop profiteren van de knowhow van succesvol bedrijfsbeheer. Hij stelde dan ook een regering samen met een meerderheid aan zakenlieden, onbekenden in de politiek. En… onbekend mét de politiek zoals al vlug zou blijken.

Een land is nu eenmaal geen bedrijf. Noch is de Staat efficiënt beheren hetzelfde als een bedrijf beheren. Althans niet in een democratie. Een democratie vereist een delicaat uitbalanceren van een veelheid aan belangen, eisen, rechten, verlangens en ook opvattingen. Dat is oneindig veel complexer dan het uitbalanceren van gunstige condities voor winstbejag, werkerseisen en een zeer beperkt deel van de verantwoordelijkheden voor de maatschappij.

Het overgrote deel van die verantwoordelijkheden komt precies toe aan de politiek. En wie zegt uitbalanceren, zegt onderhandelen en compromissen. En op dat gebied heeft de zakenwereld bijzonder beperkte ervaring. Dat toonden Piñera en zijn ministers dan ook ten overvloede sinds het begin van de golf van protest in mei. Met als gevolg dat Piñeras populariteit in vrije val raakte en zakte tot momenteel 26%. Dit ondanks de enorme populariteit die hij binnen wist te reven tijdens het drama van de mijnwerkers vorig jaar en de 54% waarmee hij werd verkozen. Na de dood van de tiener op 25 augustus is Piñera eindelijk bereid om rond de tafel te gaan zitten, maar niemand weet nog wat er die ‘dialoog’ zal voortbrengen.

Het tweede dat je moet weten om de Chileense politiek te begrijpen is de traditionele rol en macht van de organisaties van de civiele maatschappij in de Chileense democratie, de vakbonden, studentenbonden en vele andere. In het verleden was het nooit mogelijk om te regeren zonder instemming van de georganiseerde civiele maatschappij.

Het is Pinochet niet gelukt om de organisaties van de civiele maatschappij eronder te krijgen. Zij waren het die met gevaar voor hun leven de grote protesten in de jaren 1980 organiseerden totdat Pinochet en de zijnen realiseerden dat pure dictatuur niet eeuwig kon voortduren.

In de jaren 1990 leken ze echter wel verzonken in een winterslaap. Zelfs als ze wakker werden, klonk het slaperig. Hun basis was wellicht moegestreden en brede lagen van de bevolking hadden genoeg van antagonisme en militantie. Maar ondertussen hoopten de frustraties zich op. Nu hebben de jongeren de veelkoppige draak wakker geschud.

De superliberale economie: alles is te koop op krediet

Pinochet herstichtte niet alleen de politieke instellingen, maar op de eerste plaats de economie en dat nog veel ingrijpender. Chili werd het laboratorium van het superliberalisme en diende als model voor de neoliberale globalisatie. In alle sectoren kreeg de privé sector de voorrang, alles werd tot een consumptiegoed. Omdat de levensstandaard van de meerderheid van de Chilenen echter aanvankelijk zeer laag was en de armoede zeer groot, konden niet alle staatssectoren zonder meer geprivatiseerd worden: de mensen konden niet betalen. En niemand wil investeren in wat toch geen winstgevende zaak kan worden.

Zo bleef het staatsysteem bestaan in sectoren als het onderwijs en de gezondheidszorg, maar daarnaast sproten privé instellingen als paddestoelen uit de grond, gericht op een betaalkrachtige clientele. Tegelijkertijd werd Chili dankzij buitenlandse investeringen steeds rijker, maar de kloof tussen rijk en arm steeds dieper. De kloof van ongelijkheid is een van de diepsten ter wereld.

Onder Pinochet liet de Staat echter de sectoren onder haar beheer volkomen links liggen. Van staatswege werd er niets meer geïnvesteerd in het staatsonderwijs, noch in de gezondheidszorg. Noch ook in de ooit roemrijke spoorwegen die de regio’s van dit ellenlange, smalle land met elkaar verbonden en letterlijk het vervoermiddel waren van de verbazingwekkend homogene Chileense identiteit.

Alles voor het wegverkeer en dat alles in privé handen. Van de spoorwegen blijft nog maar een zielige schaduw over met oud, krakend materieel. Modernisering vergt nu zoveel investering dat niemand er zich aan waagt.

De overbelaste publieke ziekenhuizen draaiden in 1990 nog met het oude materiaal van vóór 1973 voor zover het nog werkte. Toch moesten ze niet alleen de armere lagen van de bevolking bedienen, maar ook alle andere patiënten met dure ziektes (‘catastrofale ziektes’ genaamd) zoals kanker of grote, moeilijke operaties, omdat de privé verzekeringen dure ziektes uitsloten of werkten met een maximale dekking.

Er is de laatste twintig jaar wel het een en ander verbeterd, maar de gezondheidszorg behoudt twee versnellingen met een groot verschil van kwaliteit van de zorg (niet die van artsen en verplegers die echter wel zwaar overbelast en onderbetaald zijn) tussen de staatsziekenhuizen en gezondheidscentra en de blinkende privé klinieken.

Veel behandelingen en medicijnen zijn uitgesloten als je ze niet kunt betalen. Ze zijn koopwaar. Mensen steken zich nog steeds in grote schulden om te genezen of zelfs om te overleven. Dat is de donkere kant van het trotse Chili en haar geroemde moderniteit.

Met het onderwijs ging het eender. Het is iets gemakkelijker om muren te schilderen en vrolijke tekeningen op te hangen in zwaar ondergesubsieerde staatsscholen dan in ziekenhuizen en daar zijn Chilenen gelukkig meesters in. Maar daar hangt de kwaliteit niet van af, noch van het onderwijsmateriaal noch van het onderwijs zelf.

De staatsscholen tonen doorgaans lage slaagcijfers met name voor het nationale eindexamen van het middelbaar onderwijs dat toegang geeft tot verdere opleiding. Daarnaast bestaan er prachtige, goed uitgeruste scholen met goedbetaalde leerkrachten waarvan veel meer leerlingen het beter doen. Maar die scholen worden duur betaald door de ouders, het zijn bedrijven die aanzienlijke winsten maken, want iedere ouder wil toch het beste voor zijn kind?

Ondertussen zijn in Chili de tekenen van ontwikkeling en rijkdom overal zichtbaar (7). Ondanks de toenemende ongelijkheid is de levensstandaard verhoogd (de economie had consumenten nodig). Sociale mobiliteit ligt dichter bij de voordeur. Dus willen ook ouders uit de lagere klassen nu dat hun kinderen vooruit komen. Dat kan alleen door onderwijs.

De hoop en verwachtingspatronen zijn veranderd, de eisen die jongeren aan het leven stellen ook. In feite is hun leven de laatste jaren in hoog tempo veranderd. Jarenlang bleef de moderniteit hangen op electriciteit, televisie met enkele nationale zenders en heel misschien de telefoon. Nu zijn er CDs, gsm’s, satelliet tv en sinds kort ook Facebook ook al bevinden de twee laatste zich nog vaak buitenshuis in cyber- en andere café’s. Maar ook de draagbare computer komt nu binnen hun bereik, ook al is dat dankzij een kredietsysteem met woekerrente.

Want ook in Chili heeft het financiële kapitalisme een goudmijn gevonden. De financiële sector boert daar nog veel beter dan hier, want ’n stuk ongeremder door regulatie en wetten. Gewetenloos. De gemiddelde Chileen heeft geen bankrekening want daarvoor moet je minstens duizend Euro per maand netto verdienen, een onbereikbaar salaris voor de meerderheid als ze dan al een vaste job hebben.

Maar zeldzaam zijn de Chilenen die geen kredietkaarten hebben van een aantal winkelketens waar ze practisch alles op krediet kopen. Tegen een rente die in het begin minstens 20% bedraagt maar enorm kan oplopen. Iedere maand lopen ze die winkels af om hun maandelijkse afbetaling te gaan betalen, in cash. In de winkel ligt kassa voor kredietkaarten dan ergens achteraf, zodat de klant onderweg naar die kassa volop verleid kan worden door de uitgestalde waren.

En iedere keer dat het niet lukt om te betalen – en dat is heel vaak -, moeten ze hun krediet laten herschikken met enorme boetes en nog veel meer rente. Een ware wurggreep. Mensen hebben vaak al meermaals de aankoopsom betaald en nog is het einde niet in zicht. Zo zit een aanzienlijk deel van de Chilenen permanent diep in de schulden. Ondertussen moeten de gsm of de aanvankelijk al wankele maar glimmende stoelen of de computer alweer vervangen worden…

Onlangs brak er een enorm schandaal uit rond woekerpraktijken van Polar, een keten warenhuizen in de lagere prijsklasse. De regering wil nu maatregelen nemen, maar de praktijken van Polar zijn schering en inslag in alle grote winkels.

Ook zijn hypotheken drie- of viermaal duurder dan in België, zelfs bij de Bank van de Staat die in theorie de minder koopkrachtigen zou moeten bedienen. Er zijn wel subsidies voor aankoop van een woning, maar ook daarvoor moet je een hoop geld bij elkaar zien te schrapen, meestal geleend van familieleden die weer lenen van… enzovoorts.

Een Chileense mei ’68

Chilenen zijn doorgaans sympathiek in de omgang. Als maar niet in ieder gesprek vroeg of laat het woord ‘plata’, geld, opkwam! ‘Plata’ schijnt de centrale as van het leven, iedereen lijkt uit op ‘plata’, degenen die er al veel van hebben én de velen die er nooit voldoende van hebben.

‘Plata’ veroorzaakt de vele depressies en maagzweren, met ‘plata’ los je alles op. Maar hoe irritant dat ook is, als je het leven in Chili een beetje kent, kun je ze dat eigenlijk niet kwalijk nemen. Althans de gewone man. Want die zit in een web waar zelfs zijn normale behoeften en legitieme ambities hem gemakkelijk diep de schulden in kunnen drijven. En hem wanneer hij oud wordt laat zitten met een micro-pensioentje en dus, zoals veruit de meeste ouderen, afhankelijk van hun kinderen.

Want Chili is een land van familiebanden en –verantwoordelijkheden. Met de aanbeden moederfiguur in het midden. Uiteindelijk is het alleen bij je familie dat je je toeverlaat kunt nemen en op mensen kunt rekenen.

De generatie van de ouders van de protesterende jongers is die van de ‘kinderen van Pinochet’. Zij hebben niets anders meegemaakt dan het superliberalisme dat van versnelling in versnelling gaat. Dit is een veelal passieve generatie. Ze zoeken als beleefde mieren doorgangetjes in het labyrint, proberen zich aan te passen zonder behoefte om te begrijpen – is er iets te begrijpen? -, doen wat ze kunnen voor hun kinderen en ouders, zijn blij met nieuwe gemakken en geven zich over aan consumisme.

Ze hebben ambities maar vinden het normaal als die de grond in worden geboord en richten dan hun ambities op hun kinderen. Ze dromen met sentimentele boleros, tranen in de ogen. Hún ouders hebben wél nog als kind of jongere iets opgevangen van een andere wereld, maar herinneren zich vooral de angstige tijden rond de staatsgreep van 1973. Ze hebben hun kinderen op het hart gedrukt om te zwijgen – want je weet nooit waar de wind morgen vandaan komt en je woorden heen voert. En je vooral niet te engageren. Te overleven.

De jonge generatie is anders: vrijer, wereldwijzer. Ze zien klaarhelder de weinige opties die ze hebben en willen die grijpen voordat het te laat is. Sommigen zijn meedogenloos veeleisend. Ook al raken hun ouders erdoor onherroepelijk in het slop, zíj hebben recht op een toekomst en zullen dan later wel hun ouders ‘helpen’. Als ze rijk zijn.

Anderen geven het al vroeg op en proberen alle lagere weggetjes, van kleine jobs tot het snelle geld van kleine drugshandel of diefstal. Zij ruilen hun ambities in voor illusies, hebben vaak niet de meedogenloosheid die erbij hoort, maar modderen voort met keiharde reggaeton in hun oorplugjes. En natuurlijk zijn er die in het berustende voetspoor van hun ouders treden.

Een groeiend aantal scholieren en studenten laat zich echter niets meer wijsmaken. Zij willen het waarom begrijpen en hun rechten opeisen, niet bij hun ouders maar bij de maatschappij. Dat zijn de protesterende jongeren die van specifieke eisen, voor henzelf én voor hun zwoegende ouders, nu komen tot een regelrechte aanval op de grondbeginselen van het neoliberalisme.

Hun protest neemt meer en meer de vorm aan van een fundamentele invraagstelling van de heersende maatschappelijke orde door een jonge generatie die doet denken aan mei ’68 (8). Alleen gaat het nu niet via een klassestrijd zoals in die jaren.

Studiefinanciering

Onderwijs is dus ook een kwestie van ‘plata’. Je kunt wél terecht bij de bank voor krediet voor opleiding en hoger onderwijs. Eveneens met huizenhoge rente en over vele jaren terug te betalen. Dus ook meermaals te betalen maar dat heet ‘investeren in de toekomst’. Het zijn vooral de middenklassen die daar hun toevlucht toe nemen om de opleiding van hun kinderen of hun eigen studies in privaatinstellingen te financieren. Die banken en onderwijsinstellingen varen daar zeer goed bij; hun ‘consumenten’ trekken daarmee een vaak vergiftige ‘cheque op de toekomst’. Temeer omdat de arbeidsmarkt voor afgestudeerden alles behalve rozig is en de salarissen meestal veel lager dan gehoopt.

Het is dus niet verbazend dat de middenklassen zich bij het studentenprotest gevoegd hebben. Dat verklaart de steun van 80% van de Chilenen volgens de laatste opiniepeilingen. Ik herinner me niet de publieke opinie ooit zo eensgezind te hebben gezien. Sinds 1970 was Chili een tot in de wortels verdeeld land.

Van de lagere klassen hebben goede leerlingen nu vaak toegang tot studiebeurzen, hoewel die nauwelijks toereikend zijn. Dat kunnen beurzen zijn van de Staat, maar ook van de privé onderwijsinstellingen zelf die daarmee de beste leerlingen afromen, coachen en dan uitstekende eindresultaten van hun instelling kunnen tonen. Wat de ware kwaliteit van hun onderwijs dan ook moge zijn, want daar ontbreekt het nog wel eens aan vooral in de privé-universiteiten.

Vaak hebben die geen bibliotheek om van te spreken en doen ook geen onderzoek, de twee elementen die vanouds de kwaliteit van universitair onderwijs kenmerken. Iedereen kan in Chili een ‘universiteit’ beginnen. En zijn prijzen bepalen, ook al krijgen ze ook nog subsidies. De student-consument wordt dus vaak – niet altijd – bedrogen met een minderwaardig diploma en idem toekomst (9).

Toch weten die privé universiteiten met grootscheepse marketing bij ouders en jongeren de overtuiging te wekken dat ze per definitie beter zijn dan de publieke universiteiten. Dat is misschien waar voor vele privé scholen, maar beslist niet voor universiteiten.

De bekende Universidad de Chile blijft de beste Chileense universiteit, op de voet gevolgd door andere publieke universiteiten in de grote steden. Ook al hebben die ook financiële problemen en zijn ook verre van gratis. Anderzijds maakt een privé universiteit als de Universidad del Desarrollo enorme winsten. Dat is de melkkoe van Minister Joaquin Lavin van de UDI, tot voor kort Minister van Onderwijs en naar alle verwachtingen de volgende presidentskandidaat van het rechtse cartel (10). 

‘Plata’ is de sleutel…

Al vanaf de jaren 1980 heeft de marketing en zelfverheerlijking van het superliberalisme zelfs de armsten overtuigd van de superioriteit van privé diensten. Arme mensen betalen zich blauw om ‘smiddags naar het privé spreekuur van hun dokter te gaan, dezelfde dokter die ’s ochtends gratis – of voor een kleine eigen bijdrage – beschikbaar is in het publieke gezondheidscentrum of ziekenhuis.

Er is dan meestal geen geld meer over om het laboratorium of de medicijnen te betalen die hij voorschrijft. En toch blijven die arme patiënten koppig volhouden dat ze een veel betere behandeling krijgen als ze ervoor betalen. ‘Plata’ is de magische sleutel, in alles.

Voor het onderwijs geldt iets dergelijks. Maar toch niet altijd. Het is vaak een kwestie van middelen. Een ondergesubsidieerde school met onderbetaalde leerkrachten kan niet op tegen middelbare scholen die beschikken over alle middelen en doen aan intensieve coaching.

Een voorbeeld. De zoon doet het goed op zijn publieke middelbare school. Hij wil ingenieur worden en heeft daar de nodige ambitie en waarschijnlijk ook de hersens voor. Hij staat voor zijn laatste jaar middelbaar en hoort – de reclame circuleert op alle scholen – dat een privé school in een nabij stadje een ‘voorbereidend’ jaar aanbiedt met kleine klassen, veel coaching, prachtig onderwijsmateriaal (laatste generatie computers en programmas, internet) en hem kan helpen om een beurs te bemachtigen voor de verlangde ingenieursopleiding op een bepaalde privé instelling in de regio. Maar die school is erg duur. Hij praat op zijn ouders in.

Eén jaar krom liggen, maar dan krijgt hij een beurs en hoeven ze niet meer zoveel op te hoesten. Een uitstekende investering toch? Wel moet zoonlief wel meteen ook een portable computer hebben, betere (merk-)kleren, een duur busabonnement want die school is niet naast de deur, een handvol zakgeld en wat al niet meer. Eén jaartje maar. De ouders weten niets van de ‘beste scholen’ maar hun slimme zoon zal het wel weten.

Ze schaffen – op krediet – nieuwe kleren aan om de school te bezoeken, zijn diep onder de indruk, zeggen weinig, stellen geen vragen en ondertekenen de formulieren. Ze vinden een dubbele job, steken zich desondanks in de schulden en lijden het hele jaar aan slaapstoornis en maagpijn. De zoon trekt zich daar niets van aan, feest ieder weekend want hij is toch jong, drinkt dan teveel, maar werkt toch hard. Het lesprogramma lijkt meer op een Pavlov-achtig klaarstomen dan op intellectuele voorbereiding op de universiteit, maar goed.

In dit geval van kennissen van mij liep het goed af. De zoon slaagde en kreeg de beurs. Het vervolg is nog afwachten. De schulden zijn nog lang niet terugbetaald en ondanks de glanzende beurs heeft de zoon nog veel nodig.

Is Chili onregeerbaar geworden zonder nieuwe grondwet?

De protesterende jongeren vragen dus: waarom is dit nodig? Waarom moet een goede opleiding gekocht worden? Ze praten over ‘sociale apartheid’ waarbij toegang tot het onderwijs afhangt van koopkracht en niet van geschiktheid. En dan gaan ze verder: sociale ongelijkheid blijkt de norm in Chili ! Waarom is alles wat de maatschappij haar burgers moet bieden koopwaar geworden? En bescherming voor burgers tegen verregaande uitbuiting afwezig? Zelfs door de grondwet gelegitimeerd?

Sociale rechtvaardigheid is een recht! De studenten eisen dat het recht op onderwijs in de grondwet wordt vastgelegd als een sociaal recht. Ze eisen ook een verbod op onderwijsfinanciering door de banken. Een einde aan onderwijs als koopwaar met als doel winstbejag en zonder garantie van kwaliteit en gelijke rechten voor iedereen. Een einde aan de hindernissen voor democratische inspraak in onderwijsinstellingen. Een nieuw statuut voor onderwijskrachten (11). Mondjesmaat toezeggingen en beloftes van de regering zijn verre van voldoende. Noch zelfs een grote onderwijshervorming onder het huidige systeem. De grondwet moet herzien worden.

Ook de eisen van de vakbonden stijgen uit boven beperkte eisen van salarisverhoging en verbeteringen op de werkplek. De regering fulmineert tegen hun ‘politieke’ eisen. Dat zijn hun eisen van een nieuwe arbeidscode, een ander belastingsysteem en wijzigingen van de superliberale grondwet ongetwijfeld ook want daar zitten de angels. Ze nemen ook de eisen van de studenten mee. En ook de vakbonden beloven dat ze door zullen gaan tot al deze basiseisen ingewilligd worden.

Dit alles gaat ver uit boven eisenpaketten van diverse sectoren of sociale klassen van de Chileense maatschappij, zoals de charismatische studentenleiders Camila Vallejo en Giorgio Jackson zeiden na de nationale staking vorige week. Eigenlijk zou nog slechts een constituante om een nieuwe grondwet op te stellen een oplossing bieden en vervolgens een plebisciet. En dat beginnen de Chilenen zich te realiseren.

Want anderzijds nadert de geloofwaardigheid van de politieke klasse ijselijk dicht de grens waaronder democratisch regeren onmogelijk wordt. Want dan wordt het regeren niet mét maar tégen het volk. Of is die grens soms al bereikt? Nog slechts 26% van de bevolking heeft vertrouwen in Piñera en zijn cartel. En een luttele 17% spreekt nog vertrouwen uit in de Concertación die tijdens twintig jaar aan de macht keer op keer de kans heeft laten ontsnappen om de hoognodige grote hervormingen door te voeren. Om niet te spreken van grondwetsherziening. Of niet begreep hoe hoognodig dat was zoals Pïñera dat tot nu toe ook nog niet begrijpt.

De politieke kaste heeft op een wolkje vertoefd en kijkt nu verschrikt naar beneden. Want met zulke cijfers kan geen van beide cartels nog legitiem het spel van meerderheid of oppositie spelen. Ze zitten in dezelfde boot en weten het: het volk heeft geen vertrouwen meer in hen. Met hun steun aan het protest spreekt 80% van het Chileense volk een motie van wantrouwen uit tegen zowel het regeringscartel als de oppositie! De superliberale Chileense democratie schudt op haar grondvesten. Gaat Chili eens te meer het voorbeeld geven voor een nieuwe, progressieve democratie?

Nu begint de altijd al gespannen maand september in Chili. Met zoals ieder jaar weer op 11 september aan linker- en rechterzijde diametraal tegengestelde herinneringen aan de dag van de staatsgreep in 1973.

Op 19 september gevolgd door de dag van het leger, nog steeds een officiële feestdag. Die komt vlak na de grote nationale feestdag op 18 september die het uitroepen van de onafhankelijkheid van Spanje in 1810 herdenkt en alle Chilenen diep roert. Maar deze keer begint de maand september bovendien met een uitzonderlijke stoot diepe emoties: de plechtige herbegrafenis van het stoffelijk overschot van Salvador Allende.

Het gerechtelijk onderzoek heeft geen aanwijzingen gevonden dat Allende vermoord zou zijn in het Alameda paleis op de dag van de staatsgreep. De historische waarheid blijft dus onveranderd: Allende heeft zichzelf doodgeschoten om zijn eer als verkozen president en dat van zijn volk hoog te houden. Met de eer die hem toekomt wordt hij herbegraven in Santiago op 4 september, de dag dat hij 41 jaar geleden tot president werd verkozen.

Chili gaat een verhitte lente tegemoet… (12)

Voetnoten

(1) http://www.youtube.com/watch?v=bZC0RQWYlG

(2) De direct verkozen president Piñera die zijn regering samenstelt is dus van de rechtse coalitie. De Concertación behaalde een nipte meerderheid in de parlementsverkiezingen, maar heeft toch één zetel minder, terwijl het aantal verkozen senatoren gelijk is

(3) Buiten deze cartels bestaan er een aantal kleine ‘buitenparlementaire’ politieke partijen zoals de humanisten, de groenen, een aantal klein-linkse splinterpartijen en vooral de oude kommunistische partij. Het ingewikkelde systeem werkt niet met een gewone kiesdrempel, maar komt er in feite op neer dat partijen of kleine cartels 10% of zelfs 20% van de stemmen kunnen halen, maar toch niet vertegenwoordigd worden in parlement of senaat. Zo behaalde de KPCh met cartelgenoten geregeld meer dan 5% van de stemmen, maar geen zetel. Na een golf van arbeidersprotest in 2007 slaagde de partij er echter in om een electoraal akkoord te sluiten met de Concertación voor de nationale verkiezingen van 2009 waardoor de partij weer voor het eerst sinds de tijd van Allende drie parlementsleden heeft.

(4) President Michelle Bachelet stelde bijvoorbeeld een embryo van een minimum pensioen voor iedereen in, op zich een bijna revolutionnaire primeur voor Chili die zich over de jaren langzaam zou ontwikkelen. Maar meteen mopperden de begunstigden dat 50 Euro per maand een aanfluiting was! (Levensonderhoud in Chili is niet veel goedkoper dan in België.) Ze zeiden dat “Michelle de broek moest aantrekken” (zich laten gelden zoals een man) en werkelijke verandering afdingen.

(5) Piñera is van huis uit allerminst een self-made man in de sociale betekenis. Hij komt uit een vooraanstaande familie met klinkende namen, zijn vader was ambassadeur (in Brussel). Hij was echter wel een zeer succesvolle zakenman – en speculant, zeggen zijn tegenstanders – en werd zeer snel een van de rijkste mensen in Chili.

(7) Piñeras tegenstander was de weinig charismatische Eduardo Frei Ruiz-Tagle, christen-democraat, die al eerder president was en zoon van de beroemde president Eduardo Frei Montalva van de jaren 1960, de voorganger van Allende, die onder meer de grote landhervorming doorvoerde. Een perfecte ‘zoon van’ dus, naar de behoudende smaak van de Chileense kiezer. Maar in 2009/2010 braken de kiezers met dat hardnekkige patroon.

(7) Er is geen crisis in Chili, de economie groeit nog steeds met 6%

http://abonnes.lemonde.fr/ameriques/article/2011/08/29/le-president-chilien-sebastian-pinera-engage-le-dialogue-avec-les-etudiants_1564843_3222.html en andere artikelen van Christine Legrand in Le Monde (8).

(9) Voor de toekomst van studenten uit rijke families hoeft echter niet gevreesd te worden. Ondanks gebrek aan kennis en capaciteit krijgen ze wel een mooie baan. In Chili werkt in die kringen het systeem van sociaal netwerk en ‘connecties’ (‘pitutos’) nog op volle stoom.

(10) Voor het begin van de protesten was Lavin Minister van Onderwijs. Piñera heeft zijn gehoopte opvolger toen vlug in de schaduw gezet door hem op een veiliger ministerie te plaatsen. Lavin is een spijtoptant van het Pinochetisme, hij was medewerker van Pinochet maar verwierp dat verleden toen hij voor het eerst kandidaat voor het presidentschap was in 1999. Hij verloor toen nipt van Ricardo Lagos.

(11) Brief van de studentenleiding aan President Piñera http://www.dilemas.cl/index.php?option=com_content&task=view&id=96

(12) Enkele Chileense bronnen om het nieuws te volgen. Algemeen nieuws : Radio Cooperativa, dagblad La Tercera. Tijdschriften The Clinic (satyrisch progressief), Punto Final (links). Webmagazine: www.dilemas.cl. Het Spaanse dagblad El Pais is ook een goede bron.

take down
the paywall
steun ons nu!