Blair deed de uitspraken tijdens een publiek debat aan het Aspen Security Forum. Als Director of National Intelligence was hij tot voor kort de absolute topman van de Amerikaanse strijd tegen de terreur. Nu stelt hij die hele War on Terror in vraag, van de bombardementen met onbemande vliegtuigen in Pakistan over de dure strijd tegen Al Qaida tot de jacht op terroristen in Jemen en Somalië.

De aanvallen met onbemande vliegtuigen mogen dan wel enkele terroristen uitschakelen, zegt Blair, maar ze zijn strategisch niet effectief. Al Qaida en andere groepen hebben bewezen dat ze kunnen blijven bestaan, ondanks de aanhoudende luchtcampagne.

Toch is de prijs voor de Amerikaanse belangen hoog, zegt Blair, want betrokken landen als Pakistan, Jemen en Somalië raken vervreemd van de VS en de kans op hervormingen in de landen op lange termijn verkleint. Vooral in Pakistan moeten de unilaterale Amerikaanse bombardementen stoppen om plaats te maken voor operaties die de volledige medewerking hebben van de Pakistaanse overheid.

Buitensporig duur

Blair maakte nog enkele opvallende opmerkingen. Hij wees er op dat de Amerikaanse regering 80 miljard dollar per jaar uitgeeft aan de strijd tegen het terrorisme buiten Pakistan en Afghanistan. Volgens schattingen hebben Al Qaida en andere netwerken echter maar vierduizend leden over de hele wereld. Er wordt dus jaarlijks 20 miljoen per terrorist per jaar uitgegeven. “Ik denk dat we opnieuw naar de strategie moeten durven kijken om ervoor te zorgen dat het geld op de juiste plek terechtkomt,” zegt hij.

Sinds de aanslagen van 9/11 kwamen zeventien Amerikanen om het leven op Amerikaanse bodem, waarvan 14 bij de aanslag in Fort Hood. Bij autoongelukken, moorden en aanrandingen kwamen naar schatting 1,5 miljoen mensen om in de voorbije tien jaar. “Hoe kan er dan zoveel geld naar zo’n eng probleem blijven gaan?”