El Pueblo
Wereld, Politiek -

Niet vergeten, niet vergeven! De strijd om de waarheid in Honduras

Het openbare ministerie in Honduras heeft tot nu toe nog steeds niemand vervolgd voor de vele moorden op activisten van het Nationaal Verzetsfront. Deze moorden deden zich voor in de nasleep van de staatsgreep van 28 juni in 2009. Sinds de staatsgreep werden volgens verschillende mensenrechtenorganisaties ongeveer 200 moorden begaan met duidelijke politieke motieven.

vrijdag 29 juli 2011 22:22
Spread the love

Acties COFADEH

Familieleden van slachtoffers voeren samen met het comité van familieleden van vermiste gevangenen van Honduras (COFADEH) acties.

Binnen deze context vonden er in de week van 25 juli in Tegucigalpa verschillende acties plaats ter ondersteuning van de familieleden van de slachtoffers van de staatsgreep en ook ter herdenking van deze martelaars.

Op dinsdag 26 juli bracht een groep van 11 families, ondersteund door COFADEH, een officieel bezoek aan het Openbaar Ministerie om verder onderzoek op te eisen naar de moorden op hun familieleden.

Elke familie presenteerde een petitie aan de speciale aanklager inzake mensenrechten, waarin met aandrang informatie, vorderingen en opheldering gevraagd werd. In sommige zaken moest er zelfs terug een aanklacht geformuleerd worden, omdat dossiers op onverklaarbare wijze verloren raakten.

Geen enkele petitie werd persoonlijk ontvangen door de speciale aanklager omdat deze – hoewel op de hoogte van het bezoek – plots onverwacht de stad uit was. Elke petitie werd onder het wakende oog van COFADEH in ontvangst genomen, ondertekend en bij het reeds bestaande dossier gevoegd.

De zaak van Ilse Ivania Velásquez

Verschillende maanden nu al vraagt COFADEH, die de gerechterlijke voogd is van de familieleden, aan het Openbaar Ministerie om informatie te verschaffen over de verschillende lopende zaken. Tot nu toe kregen ze steeds nul op het rekwest.

Meer nog, COFADEH heeft verschillende dringende acties moeten organiseren opdat de zaak van onderwijzeres Ilse Ivania Velásquez niet gesloten zou worden door het openbaar ministerie.

Ilse Ivania liet het leven tijdens een betoging die door het Nationaal Front van volksverzet (FNRP) op 18 maart  in San Pedro Sula georganiseerd werd. Deze betoging werd op gewelddadige manier onderdrukt door de ordetroepen en nationale politie.

In deze zaak is er echter geen enkele vordering en het Openbaar Ministerie probeert de zaak af te wimpelen als een verkeersongeval. Internationale druk heeft dit afgelopen maand op het nippertje kunnen vermijden en de dochters van de vermoorde onderwijzeres vroegen eind mei aan de groep Forensische Antropologie van Guatemala hen te ondersteunen met het uitvoeren van een onafhankelijke autopsie.

De Guatemalteekse mensenrechtenorganisatie heeft hier reeds positief op gereageerd, maar weerom blijft het antwoord uit, omdat het openbaar ministerie dit moet goedkeuren.

Getuigenis familieleden

Tijdens  een  interview dat ik afgelopen dinsdag had met de dochters van Ilse Ivania Rodriguez, die ook aanwezig waren op de betoging waarin hun moeder het leven liet, deden deze me het volgende relaas:

“Die dag protesteerden we als onderwijzersvakbond voor het INPREMA(nationale pensioenkas) vanwege het slechte en frauduleuze beleid inzake onze pensioenen, en eisten we via onze actie een onafhankelijke financiële audit. Onze pensioenen verdwijnen met de noorderzon en worden niet uitbetaald. Ook eisten we het gratis onderwijs op zoals onze grondwet het voorschrijft.“

Een van de dochters vertelt: “We hadden net  tegenover het INPREMA plaats gevat – ik met onze moeder, zuster en schoonbroer. Op een bepaald moment kwamen de ordemachten eraan en zagen we ook de tanks dichterbij komen. Wij maakten allemaal het vredesteken met onze handen, maar toch kwamen ze dichterbij en begonnen ze gasbommen rond te gooien.

Ik kon op een bepaald moment noch voor me noch achter me zien, maar zag nog juist dat mijn moeder begon te lopen. Vanaf dat moment geraakten we haar kwijt en wisten we niets meer van haar tot iemand ons vertelde dat een gasbom haar hoofd had geraakt en dat ze daarna overreden werd door een auto van het televisieprogramma ‘Hable como Hable’.”

“Wij vragen een antwoord op onze petitie tot opgraving en autopsie, die we op 31 mei presenteerden. Het Openbaar Ministerie heeft nog niet eens getuigen opgeroepen in de zaak van onze moeder. Zij zeggen dat ze gestorven is toen de auto haar overreed, en dat dit haar doodde.

Alleen een forensische antropoloog kan dat bepalen en die hebben we niet in Honduras. Daarom onze vraag naar Guatemala toe. Het Openbaar Ministerie wil dit als een ongeluk behandelen, niet als een mensenrechtenzaak.”

“Wat we ons ook steeds hebben afgevraagd sinds die dag, is waarom op die dag de repressie anderhalf uur vroeger begon als de tijd die ons toegezegd werd om te betogen. Deze schending wordt nu ook onder de mat geveegd samen met al de rest!“

Solidariteitsmanifestatie van het FNRP met de familieleden op 28 juli

Donderdag 28 juli had er een grote solidariteitsmanifestatie plaats met de familieleden van de slachtoffers. Hiervoor werd opgeroepen door het Nationaal front van Volksverzet (FNRP) en met tienduizenden militanten waren ze dan ook aanwezig. De betoging vertrok vanaf de Pedagogische Universiteit van Honduruas (UPN) tot aan het VN-gebouw waar Manuel Zelaya samen met een vertegenwoordiging van de families een brief overhandigde aan de landverantwoordelijke Jose Eguren.

De brief is gericht  aan algemeen secretaris van de VN Ban Ki Moon  en vraagt met hoogdringendheid de ogen terug te richten op Honduras en de schendingen van de mensenrechten. Deze zijn volgens COFADEH nooit verdwenen of verminderd, ook niet met de ondertekening van het akkoord van Cartagena van 22 mei waardoor de deuren terug geopend werden voor de terugkeer van Honduras naar de OEA en het land zogezegd terug genormaliseerd raakte. Niets is minder waar volgens COFADEH.

Politiek gevangene van het Lobo regime Enrique Flores Lanza

Volgens de familieleden die hierover getuigden tijdens de persconferentie vanuit het ‘huis-gevangenis’ van Enrique Flores Lanza was de massale opkomst een stevig hart onder de riem.

Flores Lanza was de  rechterhand van Manuel Zelaya tijdens diens regering. Vanaf het moment dat hij op 28 mei samen met Zelaya in Honduras aankwam op de nationale luchthaven van Toncontin, kreeg hij huisarrest.

Hij wordt beschuldigd van fraude en het uitgeven van overheidsgeld voor publicatie rond het initiatief van de toenmalige legitieme regering van Zelaya om een volksraadpleging te organiseren (Cuarta Urna).

Deze geplande volksraadpleging werd ook de doorslaggevende reden waarom Zelaya slachtoffer werd van een civiele militaire staatsgreep. Flores Lanza wordt hierdoor ook de eerste politieke gevangene van het Lobo regime. Een overduidelijke schending van het Akkoord van Cartagena de Las Indias, dat letterlijk in artikel 3 vermeldt dat de terugkeer van ex-president Zelaya en zijn ex-functionarissen onder voorwaarden van veiligheid en vrijheid moet verlopen.

Door Ellen Verryt, regionaal verantwoordelijke Latijns-Amerika Wereldsolidariteit vanuit Tegucigalpa, Honduras.

take down
the paywall
steun ons nu!