150 leiders van Fetraf-Sul, de federatie van de gezinslandbouwers in het zuiden van Brazilië, vergaderden op dinsdag 21 juni over de problemen op het platteland (foto: FETRAF-Sul)
Nieuws, Wereld, Economie, Milieu, Brazilië, Platteland, Wervel, Biodiversiteit, Soja, Agroforestry, Mato Grosso, Cerrado, Chapecó, Rio Grande do Sul, Via Campesina, Fazendeiros, Inheemse volkeren, Boerenlandbouw, Eucalyptus, Paraná, Gezinslandbouw, Fetraf-Sul, Cooperhaf, ILVO, Larzac, Ontvolking, Plattelandsvlucht, Kãngãng, Mini-Pantanal, Grootschalige landbouw, VLM -

Het platteland herbevolken, in Europa en Brazilië

In de stadstaat Vlaanderen valt het niet meteen op, maar het Europese platteland loopt leeg. Tijdens een Wervelreis trokken we eens naar Larzac in het diepe zuiden van Frankrijk. Daar wonen nauwelijks 2 mensen per km². De streek was al jaren zo goed als verlaten, toen er een horde 'nieuwe boeren', intellectuelen uit de stad, neerstreken. Ook in Zuid-Brazilië staat het platteland onder druk.

woensdag 29 juni 2011 17:30
Spread the love

Samen met de resterende bewoners van het hoogplateau van Larzac verzetten ze zich tegen de uitbreiding van de militaire basis. De Gandhiaanse gemeenschap van Lanzo del Vasto zorgde er mee voor dat het verzet absoluut geweldloos bleef. Uiteindelijk met een positief gevolg: de uitbreiding van de basis kwam er niet, meer zelfs de basis is momenteel een heel stuk kleiner en de natuur krijgt er voorrang.

De streek is nu vooral bekend voor zijn grote kudden schapen en voor Frankrijks meest bekende activist, José Bové. Zijn latere acties tegen de ‘malbouffe‘ van McDonald’s en het ‘oogsten’ van genetisch gemanipuleerde akkers haalden de wereldpers. Sinds 2010 is Bové europarlementariër voor de Europese Groenen.

Van Cooperhaf terug naar Fetraf

Aan deze Zuid-Franse geschiedenis moest ik denken toen Celso Ludwig en Gionete Borteloto me op hun chácara in het zuiden van Brazilië uitnodigden. Drie jaar geleden konden ze een boerderij van 25 hectare kopen. Midden in een bergachtig gebied. Dus zónder soja! Celso coördineerde negen jaar Cooperhaf (1), het programma dat door Fetraf werd opgestart om de huizen op het Braziliaanse platteland te vernieuwen.

Het is één van de instrumenten om de plattelandsvlucht wat af te remmen. Het werd in de loop der jaren een gigantisch succes dat tot in 14 deelstaten uitdeinde.

Ondertussen is de coöperatie ook betrokken bij de huizenbouw in stedelijke gebieden. De leidersfiguur Celso is niet vreemd aan het succes van deze onderneming. Hij werd dan ook anno 2010 met glans verkozen tot algemeen coördinator van Fetraf-Sul/CUT. Ter opvolging van Altemir Tortelli, jarenlang de sterke man van Fetraf, en nu volksvertegenwoordiger voor de zuidelijke deelstaat Rio Grande do Sul.

Landbouwtijdschrift lezen

Celso Ludwig bood anno 2010 alle medewerkers van COOPERHAF mijn vorige boek aan. Vooraan werd een sterke tekst ingeplakt (zie hieronder). De geste ligt in de lijn van wat toentertijd Vlaams minister-president en minister van Landbouw, Yves Leterme (CD&V), besliste: alle medewerkers van de administratie moesten een landbouwtijdschrift kiezen dat op hun thuisadres aankomt.

Om hen uit te nodigen om niet alleen te administreren, maar om zich ook in het landbouwthema te vormen via erover te lezen. Sindsdien mag ook de toch wel wat kritische ‘Wervelkrant’ zich jaarlijks verheugen op een groeiend aantal lezers van het ILVO – Instituut voor Landbouw en Visserij Onderzoek.

“Viajar pela leitura, sem rumo, sem intenção. Só para viver a aventura que é ter um livro nas mãos. É uma pena que só saiba disso quem gosta de ler. Experimente! Assim sem compromisso, voçê vai me entender. Mergulhe de cabeça na imaginação!” (Clarice Pacheco)

A COOPERHAF presente seus funcionários sabendo da importância de leitura para compreender o mundo à nossa volta. Boa leitura! A Direção

(“Al lezende reizen, zonder richting, zonder bedoeling … Gewoon om het avontuur te beleven van een boek in handen te hebben. Het is jammer dat alleen de boekenliefhebber dat weet. Probeer het! Zomaar, zonder verplichting. Dan zal je begrijpen wat ik bedoel. Neem een duik in de verbeelding!”

Cooperhaf biedt haar medewerkers dit boek aan, omdat ze het belang kent van het lezen om de wereld om ons heen te begrijpen. Veel leesplezier! De directie”)

Gezinslandbouw en inheemsen op gespannen voet

We rijden van Chapecó door een prachtig gebergte met nog veel gezinslandbouw en met een groot natuurgebied dat de Kãngãng (nvdr: een inheemse bevolkingsgroep) is toegewezen. Vreemd gezicht: ze wonen in voormalige boerderijen.

Het is het eindpunt van uiteraard een conflictueuze geschiedenis, want heel wat boeren hebben hun gronden en huizen moeten verlaten omdat het inheemse volk zijn oorspronkelijke grond terug opeiste. Sinds mijn kinderjaren voel ik me intens verbonden met inheemse volkeren. Later werd mijn leven en werk de inzet voor een andere landbouw en andere voedselvoorziening.

Plots komen mijn twee oerliefdes tegenover elkaar te staan. Een spanning waar ik de laatste jaren al heel wat over hoorde, wordt ineens heel concreet. Deze rit tekent ten voeten uit wat hier de laatste 100 tot 150 jaar gebeurd is: Europese kolonisatoren bezetten land, in samenwerking en soms op commando van de overheid. ‘Indianenland’ is toch maar ‘leeg’.

Er is ‘niets’ zoals de huidige federale minister van Landbouw onlangs nog kon zeggen dat de Cerrado in de deelstaat Piauí ‘niets’ is. ‘Nada‘. Maagdelijk, dus klaar is om te worden omgetoverd tot soja- en andere weinig tot de verbeelding sprekende vlaktes.

De boeren bezetten indertijd te goeder trouw hun lote grond van 24 à 25 hectares. Een eeuw later beleven we de heropstanding van de inheemse volkeren. In hun strijd om grond beroepen ze zich op de federale grondwet van 1987.

Gezinsboeren moeten nu soms hun voorouderlijke gronden verlaten, opdat de oorspronkelijke bewoners terug op de gronden van hùn voorvaderen zouden kunnen leven en sterven. Verbonden met de natuur, met al wat leeft, sterft en herrijst.

Gezien de historische grondconflicten vind ik het bijzonder knap dat Via Campesina (nvdr: de internationale beweging die opkomt voor de belangen van de gezinslandbouw) al één front wil vormen van boeren, inheemse volkeren, artisanale vissers en herders. Om de boerenlandbouw sterker te maken tegen de agressies van de internationale agronegócio. Bijvoorbeeld tegen de opmars van suikerriet voor agro-brandstoffen (2) en voor allerlei toepassingen van de synthetische biologie.

Een uitzondering

Wat Celso en Gionete ondernemen, is een uitzondering: één op de duizend. De meeste jonge koppels en gezinnen trekken weg. Naar de stad. Op het platteland blijven nog wat ouderwordende  boerenkoppels dapper verder doen. Het plaatselijke schooltje is dan ook al jaren gesloten.

Momenteel woont 84 procent van de Brazilianen in steden. De meerderheid van de achterblijvers op het platteland zijn vijftigplussers of zelfs zestigplussers. Slechts één procent van de Braziliaanse bevolking is op het platteland jonger dan 20 jaar.

Wie gaat binnen 10 tot 20 jaar voor de voeding zorgen? Zowel de agricultura familiar in deze streek als de fazendeiros (grootgrondbezitters) bijvoorbeeld in Mato Grosso zijn mensen op leeftijd.

Wie zal die immense sojabedrijven ooit overnemen? Cargill? De bank? Is er geen parallel met de situatie in Nederland, waar het industriële model nog meer is doorgeschoten dan in België? De Nederlandse jongeren staan niet te springen om de grote, kapitaalintensieve melkveehouderijen over te nemen.

Hier in de bergen rond Chapecó is het al duidelijk zichtbaar: de natuur begint heel wat verlaten chácara’s terug in te nemen. Zal Mato Grosso zo ook binnen twintig jaar teruggegeven woorden aan een meer divers ecosysteem?

Er is hier wel een beweging actief die terug wil van de stad naar het platteland. Bij velen blijft de droom om ‘ooit’ (terug) te leven op een chácara. Heel wat mensen die op pensioen gaan, willen hun oude dag in een rustige omgeving slijten. Maar een levendige plattelandseconomie met toekomst kan dat bezwaarlijk genoemd worden.

Het is een beetje te vergelijken met het overwicht aan bejaarde mensen in de Belgische kuststeden. Gepensioneerden kopen een appartement aan zee en snuiven tot aan het eind van hun dagen jodium op. 

Mini-Pantanal: kweekbed van leven

En toch, deze ‘één-op-de-duizendkoppels’ zullen de toekomst openbreken. Celso leidt me trots rond op hun 25 hectares groot, bijzonder geaccidenteerd gebied. Ze wonen en leven er nu met twee gezinnen. Op de oude boerderij woont zijn medewerker Adair Antunes met vrouw en drie kinderen. In het nieuwe huis wonen Celso en Gionete. Nee, geen huis gefinancierd door het programma van Cooperhaf. Ze doen niet aan belangenvermenging.

Op zeven hectares staat maïs, samen met de éénjarige aanplant van wijnstokken. De bedoeling is om druiven te oogsten, deels druiven te verkopen en wijn te maken. Voorts een groot stuk met pompoenen, maniok, rijst, papaya  en diverse fruitbomen (perziken, vijgen, kaki, sinaasappelen, mandarijnen, citroenen, peren). Zonder kunstmest en amper met dierlijke mest. Alleen groenbemesting. Voor eigen gebruik en voor verkoop op de markt.

Suikerriet als veevoer voor enkele runderen. Af en toe wordt een rund of varken geslacht voor eigen gebruik. Kippen zorgen voor vlees en eieren. Recent legden ze ook twee vijvers aan voor graskarpers. Meteen wordt een rijkdom aan libellen- en ander veelvormig leven gegarandeerd. Een diversiteit aan waterplanten steekt schuchter de kop op. Een sierlijke reiger begroet ons.

Hier ontstaat een mini-Pantanal, als kweekbed van leven. Twintig procent, 6 hectares, is ongerept natuurgebied. Zo hoort een boer dat in Zuid-Brazilië te doen. Zonder compensatie. Ik weet dat natuurlijk al lang, maar als je op zo’n bedrijf rondloopt, wordt dat plots heel zichtbaar.

Onderweg plukken we enkele pompoenen, maïs en maniok voor de mooie zwarte varkens. Wat verderop hangt chu-chu. “Pompoenen, veel vitamine C”, lacht Celso. “Zie eens hoe vruchtbaar deze grond is.”  Inderdaad, prachtige pompoenen in heel verschillende vormen. Vandaag verkocht hij op de markten in Chapecó een hele laadbak vol pompoenen en maniok.

Bomenlandbouw

Ik moet stilletjes aan de Vlaamse boeren denken. Het terrein ligt bezaaid met tienduizenden stenen. Welke Vlaamse boer zou dit zien zitten? De boeren in ons kleine landje hebben dikwijls last met die éne boom die er nog staat of ze vinden de enkele struiken die het landschap wat opfleuren, maar niks. Voor beheerslandbouw om de laatste restanten natuurwaarden te behouden, worden ze vergoed (3).

Terecht, maar het kan blijkbaar ook anders. Hier moeten boer en boerin 20 procent ongeschonden laten; in het Amazonegebied 80 procent. Of ze het altijd doen, da’s een andere zaak … Zeker de fazendeiros hebben er een handje van weg om veel meer te ontbossen dan wettelijk toegelaten is. Om dat vlotter te kunnen doen, moet nu de código florestal (nvdr: de federale boswetgeving) op hun maat aangepast worden.

Ondertussen, aan de andere kant van de oceaan, begin april (géén aprilgrap!)- haalde Wervel na jaren lobbyen een slag thuis: de Vlaamse regering implementeert eindelijk de Europese regelgeving om agroforestrysystemen (4) te ondersteunen. De boer(in) zal voortaan tot 70 procent van het plantgoed vergoed krijgen. Een overwinning van formaat, die de Vlaamse landbouw en het landschap een heel ander uitzicht zal geven.

Geen eucalyptusbeliever …

Boven hun bedrijf plantten Celso en zijn medewerker tot mijn verbazing acht hectares eucalyptus aan. Ik zal nooit een eucalyptusbeliever worden, maar met de uitleg over de strategie kan ik toch wel wat volgen. Er is hier niet meteen gevaar voor uitdroging van de bronnen en vijvers, want ze blijven flink uit de buurt. Na zes jaar kunnen ze het bos uitdunnen en het eerste hout verkopen.

Deze gekapte bomen schieten terug uit en kunnen samen geoogst worden met de dikke bomen die na 12 jaar geoogst worden. Ze gebruiken geen gif en de onderbegroeiing mag er rustig zijn. Het is een interessante pensioenbelegging, terwijl de druiven na drie jaar jaarlijks gaan opbrengen. Volgend jaar, al na vier seizoenen, kunnen ze het eucalyptushout gebruiken om de aanplanting van de wijnranken te ondersteunen.

Hout is zeldzaam in Chapecó. Voor een kleine boer kan het dus een welkome aanvulling voor zijn inkomen zijn. Belangrijk is wel om na 12 jaar niet opnieuw eucalyptus te zetten. Op het terrein zal dan aan de gebruikelijke rotatieteelt gedaan worden. Het is een beetje te vergelijken met soja in een teeltrotatiesysteem van een boer met 25 hectares in tegenstelling tot een fazendeiro met 150.000 hectares monocultuur soja. Een wereld van verschil voor mens en milieu.

Het platteland herbevolken, in Europa en in Brazilië. Hoe gaan we dat aanpakken?

Luc Vankrunkelsven
Linha Verde, Paial

Luc Vankrunkelsven is medewerker bij Wervel vzw.

PS: ‘s Namiddags viert de buurt feest. Het is een typische opstelling zoals ik er in Brazilië al zoveel heb meegemaakt: klein centrum met wat boerderijen, kerkje, daarnaast gemeenschapscentrum met grote installatie voor churrasco, een voetbalveld.

De (katholieke) kerk is hier nog een bindmiddel en het is goed dat de mensen elkaar ‘s zondags kunnen vinden, deels in en rond de kerk. Voetbal, bier en dan de maaltijd met een stuk Frans brood, witte kool, chu-chu, maniok en vlees. Véél vlees.

De Joods-christelijke traditie heeft haar verdiensten, maar is bijzonder antropocentristisch. De mens centraal. Als heerser. Pas de laatste jaren begint het te dagen dat ethiek en spiritualiteit niet alleen met mensen, maar ook met geld, met ecosystemen, met planten en dieren, met het behoud van de aarde te maken heeft. 

In het kader van de Campanha da Fraternidade (vastencampagne van de Braziliaanse katholieke kerk) komen de mensen uit deze gemeenschap wekelijks samen. In één of ander huis. Het thema is: klimaatverandering, ecologische problemen en onze verantwoordelijkheid. Benieuwd of ze in hun gesprekken de ecologische voetafdruk van hoge vleesconsumptie meepakken.

(1) www.cooperhaf.org.br, www.fetrafsul.org.br  en zie het artikel ‘Een dak boven je hoofd, een mensenrecht’ in ‘Brazilië-Europa, in fragmenten?’, Wervel, 2010.

(2) Tijdens deze tournee gebruikten we o.a. de nieuwe film van An Baccaert over de ‘Donkere kant van groen’. Over het lot van de Guarani en de opmars van suikerriet.

(3) De Vlaamse Landmaatschappij (VLM) keerde eind maart 2011 een bedrag uit van 9.397.082 euro aan boeren die voor 1 januari 2007 een beheersovereenkomst afsloten met VLM. Het grootste deel (9,06 miljoen euro) werd uitgekeerd voor beheersovereenkomsten ‘Water’ en 337.900 euro is bestemd voor beheersovereenkomsten in het kader van het ‘Natuurdecreet’.

(4) www.wervel.be/agroforestry en www.agroforestry.be

dagelijkse newsletter

take down
the paywall
steun ons nu!