Kennis is macht. Francis Bacon wist dit al in de zestiende eeuw en er is nog niet veel veranderd. Er kan nog iets toegevoegd worden aan deze vergelijking. Geld is macht. We moeten niet flauw doen: bedrijven willen geld verdienen en hierdoor moeten ze hun winst maximaliseren.
Geld is dus winstmaximalisatie. Met andere woorden, kennis is macht is winstbejag. Dit betekent dat wetenschappelijk onderzoek nooit ‘vrij’ kan zijn. Bedrijven hebben technologische kennis nodig om nieuwe producten aan de man te brengen. Als ze deze onderzoeken niet zelf kunnen uitvoeren, kloppen ze aan bij universiteiten.
Overheden en bedrijven
Au fond is het sponsoren van wetenschappelijk onderzoek geen probleem. De overheid doet het ook. Zonder de Koude Oorlog waren de Russen misschien nooit zo gek geweest een hond in een spaceshuttle te steken en een rondje rond de aarde te laten vliegen.
Wie zegt dat de bedoelingen van een overheid beter zijn dan die van een bedrijf? Bij een bedrijf weet je tenminste waarvoor ze het doet.
Het verschil is natuurlijk dat er democratische controle bestaat op de overheid en wanneer er te selectief wordt gesubsidieerd, kan er protest aangetekend worden. We zullen aandeelhouders nooit horen klagen wanneer ze hogere dividenden uitgekeerd krijgen dan verwacht.
De Gentse rector zegt dat het universitair onderwijs te weinig geld toegestopt krijgt, waardoor het wel naar private sponsors moet zoeken. Valabele redenering. Natuurlijk moeten op die manier de wensen van het bedrijf ingewilligd worden. Maar tegen welke prijs?
Gepatenteerde varkens
Monstanto wil het DNA van varkens, of tenminste elementen ervan patenteren. Deze zin moet je al de daver op het lijf jagen. Wanneer ‘het leven’ in de grijpgrage handen van een marktmechanisme terechtkomt, moeten overheid en burgers in actie komen. Maar het is complexer dan dat.
Het is een eigenschap van ons systeem dat zulke dingen gebeuren.
Een systeem waarin eigenbelang voorop wordt gesteld, verliest elk gevoel met de gemeenschap. Publieke goederen zijn nodig om deze gemeenschap vooruit te helpen. Bedrijven kunnen, via universiteiten, de kennis bezitten om van de wereld iets moois te maken, maar dat staat niet voorop. Winstmaximalisatie is belangrijker.
Om zoveel mogelijk geld te verdienen, moeten ze zelf een toestand van schaarste creëren (hoe minder er van iets is, hoe meer het kost). De technologie, of de potentieel positieve publieke goederen die ontstaan uit het onderzoek, worden tegen de prijs, die het bedrijf zelf bepaalt, op de markt gegooid. Mogen we dit toelaten?
Budget voor wetenschap
Ik zie het vrij pessimistisch in. Als bedrijven met genoeg geld over de brug komen om een bepaalde professor te financieren, kunnen we het hem/haar zelfs niet kwalijk nemen dat hij/zij dit aanvaardt, al verkoopt hij zijn ziel aan de duivel.
Met de aankomende besparingsrondes moeten we hopen dat er niet te veel aan het budget voor wetenschap wordt gemorreld. Aan de andere kant moeten we nuanceren.
Er is nog steeds 84,7 procent dat niet door bedrijven wordt gesponsord. Misschien is dit de strohalm waaraan we ons moeten vastklampen. Als deze strohalm niet gepatenteerd wordt.
© 2011 – StampMedia – Michaël Verest