De laatste jaren kwamen steeds meer linkse regeringen aan de macht in Latijns-Amerika, onder meer in de grote landen Brazilië en Argentinië en in kleinere landen als Bolivia,
Uruguay en El Salvador
Die regeringen moesten een pakt sluiten met het grootkapitaal maar tegelijk wilden ze de media democratiseren, aldus Fábio Zanini, buitenlandredacteur van de Braziliaanse krant Folha de S.Paulo. Als voorbeeld noemt Zanini de voormalige president van Brazilië, Luiz Inácio Lula Da Silva (2003-2011). Om aan de macht te komen, paste die zijn politieke en communicatiestrategie aan: “Hij wilde betrouwbaar overkomen bij de banken, bij het grootkapitaal, bij de grootgrondbezitters, en rechtse partijen naar zijn coalitie lokken.”
De linkse regeringen erkennen het cruciale belang van de media waar ze een conflictrelatie mee hebben, zegt Zanini.
Schizofrene relatie
Alberto Breccia, stafchef van de Uruguayaanse regering, bestempelde de relatie die links met de pers heeft als “schizofreen”. Hij deed dat vrijdag tijdens een seminarie dat door het persagentschap IPS werd georganiseerd in Montevideo, met de steun van de Wereldbank en de regering van Uruguay.
Zanini wees toen op de inspanning die Latijns-Amerikaanse regeringen leveren om meer ruimte te creëren in de media en nieuwe zenders toe te laten. Hij betwijfelt daarbij of die zenders echt onpartijdig zijn. Het risico bestaat dat ze uiteindelijk voor regeringspropaganda gebruikt worden, zegt hij.
Volgens Alberto Medina, codirecteur nieuws van de Colombiaanse privézender Cadena Caracol TV, is er in Latijns-Amerika een “informatieoorlog aan de gang tussen de openbare en privésector.” “Ik ben er niet van overtuigd dat ze (de regeringen) de kanalen voldoende vrij maken opdat alle sectoren er hun zeg kunnen doen.” Medina ziet bijvoorbeeld geen ruimte voor de oppositie op openbare zenders. “Het zijn kanalen die het standpunt van de regering van dienst verdedigen.”
Burgermedia
In die confrontatie moeten lokale radio’s en andere burgermedia opkomen voor de vrijheid van meningsuiting, zegt de Chileense María Pía Matta, voorzitter van de Wereldvereniging voor Gemeenschapsradio’s. “Wij willen evenmin omgevormd worden tot spreekbuis van de regering.”
In Latijns-Amerika is de overheid wat vervreemd geraakt van de discussie over de vrijheid van meningsuiting, zegt ze. In de regio “werd de staat altijd gezien als een natuurlijke bedreiging van de vrijheid van meningsuiting, en dat zit er nog altijd diep in.”
Federico Fasano Mertens, directeur van de linkse Uruguayaanse krant La República, zegt dat er niet twee maar drie partijen zijn in deze strijd: de staat, de media en de samenleving in het algemeen. “Informatie is een publiek goed, een gemeenschappelijk goed, erfgoed van de mensheid.” En ook al is ze “het voorwerp van private toe-eigening omdat het systeem het zo heeft bepaald, het blijft van belang monopolies tegen te gaan en pluralisme aan te moedigen.”
Fasano Mertens, die ook directeur is van Radio AM Libre en TV Libre, zegt dat de aanwezigheid van meerdere media en meerdere eigenaars in een land niet noodzakelijk tot pluralisme leidt. “Als één overtuiging overheerst, ook al zijn er verschillende media, dan is dit bijna een monopolie.”
President José Mujica
De Uruguayaanse president José Mujica, die vrijdag ook op het seminarie aanwezig was, riep op tot een “permanente strijd” voor de vrijheid. “De moderne media bieden ons onvoorstelbare mogelijkheden om met elkaar te communiceren, maar ze kunnen tegelijk de verschrikkelijkste instrumenten van onderdrukking zijn die de mens heeft gekend. Het kunnen instrumenten zijn die de vrijheid het meest negeren. Het centrale, soms bijna ontmoedigende gevecht draait rond de vraag hoe en waarvoor men de technologische vooruitgang gebruikt.”