Op vrijdagmorgen 18 maart 2011 sprong mijn wekkerradio aan en ik werd meteen getrakteerd op een interview met minister van Buitenlandse Zaken Steven Vanackere (CD&V). Hij zat te popelen om ten oorlog te trekken tegen Libië.
En hoewel de eerste 2 punten van VN-resolutie 1973 oproepen tot een diplomatieke oplossing, had Vanackere meteen de mond vol van punt 3 waarin ‘all measures’ worden toegelaten. ‘t Was meteen duidelijk waaraan we ons konden verwachten. Ik werd er ziek van en heb gevloekt.
Ziek van oorlog
Ik weet niet wat andere mensen voelen als de oorlogstrom geroffeld wordt, maar ik word er echt ziek van. En enkele uren later, na het debat in het Belgisch parlement, voelde ik me al niet beter. Geen enkel, ik bedoel dus zelfs niet één, parlementslid stemde tegen of onthield zich bij de stemming over de Belgische steun aan de oorlog. En dat terwijl onze parlementsleden meestal maanden palaveren voor ze iets beslissen en er nu al meer dan een jaar over doen om een regering te vormen.
Woensdagmorgen 8 juni kreeg ik een telefoontje … of ik niet mee wilde naar Libië. Zoals Michel Collon het stelt: “elke oorlog wordt vooraf gegaan door medialeugens” en dus was het een uitgelezen kans om de situatie ter plekke te gaan bekijken.
Ik heb dan ook niet lang getwijfeld, en vrijdag 10 juni vertrokken we met 4 Belgen richting Tunis in Tunesië. Van daaruit ging het zaterdagmorgen samen met 9 andere internationale deelnemers richting Tripoli, een busrit van 17 uur. Gedurende 3 dagen namen we deel aan een observatiemissie en een conferentie over de oorlog en mensenrechten op uitnodiging van de Association des Avocats et Juristes de la Méditerranée.
“Ga je Khaddafi steunen?”, kreeg ik meermaals te horen. Ik ben mee gegaan om zelf vast te stellen wat de gevolgen zijn van de NAVO-bombardementen op Tripoli. In tegenstelling tot Van Rompuy, Sarkozy, Berlusconi, Obama of Verhofstadt, die het een eer vonden om handjes te schudden met Khaddafi toen ze er contracten in de wacht konden slepen, heb ik geen affiniteit met Khaddafi.
Dit wil echter niet zeggen dat ik me niet zal verzetten tegen een oorlog van de NAVO waarbij enkel de belangen van het Westen worden verdedigd. Zeker als we naar het palmares van de NAVO kijken. Als ze echt voor de mensenrechten zouden bombarderen – wat mij een tegenstelling an sich lijkt – dan zijn er nog wel enkele andere adresjes te vinden, Saoedi-Arabië bijvoorbeeld.
Herinneren we ons het verhaal van de ‘goede’ en ‘slechte’ Arabier waarnaar Mohamed Hassan verwijst in zijn interview met Michel Collon over de geschiedenis van Libië. Een goede Arabier onderwerpt zich aan de westerse belangen, en slechte Arabier niet. Toen Khaddafi enkele maanden geleden in Frankrijk was, viel hij nog onder de eerste categorie, want hij werd niet gearresteerd op het Elysée, vandaag onder de tweede.
Rustig in oorlogsgebied
Zodra we de grens Tunesië/Libië naderden, steeg ook de spanning in de bus. Eén van de Tunesische deelnemers aan de delegatie kreeg een telefoontje. Al Jazeera kondigde aan dat er in Zawiyah, een stad op de weg naar Tripoli, gevochten werd. Na enkele minuten discussie werd beslist om onze rit voort te zetten.
Achteraf kregen we te horen dat de een groepje rebellen geprobeerd had de stad in te nemen, maar hierin niet geslaagd was. Toen wij rond 3 uur ‘s nachts door de stad reden, was alles in ieder geval rustig.
Op weg naar Tripoli werd onze bus een paar keer gecontroleerd door politie in uniform. Nergens waren er tanks of zwaar militair materieel te bekennen. En ook in Tripoli was alles opvallend rustig. Geen soldaten of tanks in de straten. Gezellige drukte in de bazaars. Busjes voor het transport rijden af en aan, mensen op het strand.
Niet direct een oorlogssituatie zoals ik me ze had voorgesteld. Zeker geen stad die elk moment kan vallen zoals we van de NAVO te horen krijgen als ze het heeft over het post-Khaddafi tijdperk. Toch waren de Tripolitanen ook bang. De stad wordt regelmatig gebombardeerd en ze kunnen er dus elk moment slachtoffer van worden.
De NAVO trekt ten oorlog
Gedurende drie dagen verbleven we in Tripoli en konden we contacten leggen. Tussen de conferenties en de georganiseerde bezoeken door trokken we er alleen op uit om de stad te verkennen.
De reacties van de mensen waarmee we spraken, waren steeds dezelfde. Zowel de vertegenwoordiger van de clans in Libië, de Afrikaanse gemeenschap in Libië, winkeleigenaars, studenten en mensen op straat bevestigden hun steun aan de regering. Allen veroordelen ze de aanval van de NAVO omdat zij er enkel op uit zou zijn om de rijkdommen van Libië te stelen.
En hoewel een aantal onder hen ook kritisch waren voor de regering, maakten ze aan de rebellen nog minder woorden vuil: “Al Qaeda, maffia, opportunisten, …” klonk het eensgezind. Van in het begin ging het over een gewapende opstand die in het oosten van Libië begon. Ze hebben dan ook geen vertrouwen in de leiders van de rebellen die in Afghanistan tegen de VS-bezetting vochten of opportunisten die tot voorkort in de regering zaten, maar nu plots hun kar keerden.
Tegelijkertijd waarschuwden ze ons, Europeanen, dat een overwinning van de rebellen, van Libië een magneet zal maken voor alles wat religieus extremisme is, van Mali tot Soedan. Europa moet niet verbaasd zijn als vanuit dit ‘nieuwe’ Libië aanslagen tegen Europa worden gepland.
Libië zal verdeeld geraken met oorlogen tussen de clans, en tussen Arabieren en Afrikanen. De ontwikkeling van het land en van heel Noord-Afrika zal worden ondermijnd. Libië is meer op Afrika gericht dan op de Arabische wereld en de 4.000.000 buitenlanders in Libië genereerden tot voor de oorlog inkomsten voor de buurlanden. Ze waarschuwden ons voor de ‘Somalisering’ van Libië wat uiteindelijk de hele regio zal destabiliseren.
De NAVO had gehoopt dat het regime in Libië van binnenuit zou instorten. Het Westen wist waarschijnlijk dat de ministers van Justitie, Buitenlandse en Binnenlandse Zaken, en andere diplomaten zouden overlopen. De regering houdt echter nog steeds stand en de NAVO zit met een probleem.
In Tripoli bevestigden de mensen ons dat de bevolking bewapend werd. Er zouden 2.000.000 wapens zijn uitgedeeld. Het zal voor de NAVO dus niet gemakkelijk worden om Tripoli onder controle te krijgen. Zeker niet als ze enkel op de rebellen rekent die nu al weken geen vooruitgang meer boeken en dit ondanks de ondersteuning door NAVO-bombardementen.
Burgerdoelwitten en infrastructuur
Op drie dagen konden we het oude stadscentrum bezoeken, de Academie, het Groene Plein, de Bab Al Azizia en het gebombardeerde huis van de zoon van Khaddafi. Elke van deze plaatsen is een doelwit, of kan er een worden, voor de NAVO.
In het stadscentrum bezochten we elke dag de soek en spraken we met de winkeliers. Enkele dagen later werd een andere soek gebombardeerd. We bezochten ook de Academie. Hier volgen studenten een masteropleiding of doen ze hun doctoraat in talen of wetenschappen. Dezelfde dag bombardeerde de NAVO de Al Fatah-universiteit in Tripoli.
Bij het bombardement op 30 april, op het huis van Saif Al-Arab, de zoon van Khaddafi, kwam hijzelf en drie van zijn kinderen om. In 1986 bombardeerde de VS de Bab Al Azizia, de verblijfplaats van Khaddafi. Vandaag is het een centrale plaats waar de Libiërs hun steun aan de regering komen tonen. Het loopt er vol families en buitenlanders uit heel Afrika. Het werd sinds het begin van de oorlog op 19 maart al drie keer gebombardeerd.
Het lijkt erop dat de NAVO in Tripoli burgerdoelwitten en infrastructuur bombardeert, wat illegaal is, zelfs volgens resolutie 1973. De Tripolitanen laten het niet aan hun hart komen en keren zich nog meer tegen de NAVO. Op het centrale Groene Plein kwamen enkele dagen nadat wij vertrokken, op 17 juni (vier maanden nadat de rebellie begon), honderdduizenden Libiërs samen om hun steun te betuigen aan de regering. Het noopte een journalist van CNN ertoe te zeggen “… this crisis in Libya isn’t ending any time soon”.
De hold-up van de eeuw
Samen met deelnemers aan de conferentie hadden we de tijd om de doelstellingen van de oorlog te analyseren en van gedachten te wisselen. De onafhankelijkheid van Libië, zonder leningen bij de Wereldbank of het IMF, is een doorn in het oog van het Westen.
Wat ik niet wist, was dat Libië over meer dan 143 ton goud beschikt (waarde: ongeveer 4,8 miljard euro). Een niet onbelangrijke hoeveelheid in tijden van financiële crisis. Deze aanval van de NAVO wordt zo de hold-up van de eeuw.
Libië is ook de drijvende kracht achter het opzetten van een Afrikaanse ontwikkelingsbank en op langere termijn denkt het ook aan een Afrikaanse eenheidsmunt. Niet voor niets wordt Libië de ‘moeder van Afrika’ genoemd. De oorlog wordt zo een nieuwe koloniale oorlog die de onafhankelijkheid van de landen in Noord-Afrika, en bij uitbreiding heel Afrika, bedreigt.
Laten we niet vergeten dat Afrika een zeer rijk continent is. Omdat de relaties tussen Libië en de rest van Afrika zo sterk zijn, is het logisch dat Libië in deze oorlog steun krijgt van de buurlanden. Zo is het een af en aan rijden van vrachtwagens van Tunesië naar Libië. Hetzelfde gebeurt vanuit Algerije en Niger.
Iedereen was het er over eens dat het Westen ook uit is op olie (9de in de wereld op vlak van bewezen reserves), gas (23ste) en uranium. Tegelijkertijd bedreigt de militaire interventie ook de volksopstanden in Tunesië en Egypte.
Het was voor iedereen duidelijk dat de rebellie in Libië niet vergelijkbaar is met deze volksopstanden en net het tegenovergestelde wil bereiken. Het Westen wil een onafhankelijk front Tunesië-Libië-Egypte te allen prijze vermijden. Dit zou zijn geostrategische belangen in de regio bedreigen. Het Suezkanaal moet toegankelijk blijven en Israël mag niet bedreigd worden.
En tot slot nog dit. Laten we niet vergeten dat Libië één van de vele landen is die vandaag samenwerkt met China, India, Brazilië, … . De unipolaire wereld, waarin de VS bepaalt wat er in de wereld gebeurt, is aan het veranderen naar een multipolaire wereld. De economische crisis grijpt vooral in het Westen om zich heen en de economische macht van de VS wordt uitgedaagd.
Obama doet er dan ook alles aan om de dominante positie van de VS niet te verliezen. Toch lijkt het erop dat er deze keer tegenwind komt. In de VS contesteert een 10-tal leden van het congres de legaliteit van de oorlog. Binnen de NAVO nemen de tegenstellingen toe nu de oorlog langer duurt dan verwacht en het kostenplaatje, vooral voor Frankrijk, begint op te lopen.
Voor België stelt zich dit probleem blijkbaar niet. Minister van Defensie Pieter De Crem (CD&V) kondigde pas nog aan dat België voor onbepaalde duur zijn engagement in Libië kan nakomen, ook al loopt het kostenplaatje op tot 5.000.000 euro per maand.
Dan toch diplomatie?
En wat onze minister Vanackere en onze parlementsleden nooit hebben gewild, lijkt er nu toch van te komen. Zoals artikels één en twee van de VN-resolutie 1973 vragen, worden er overal diplomatieke initiatieven gestart om een einde aan de oorlog te maken.
Er zijn al contacten tussen de Libische overheid en de rebellen. Rusland vraagt al lang om de diplomatie zijn werk te laten doen en ook Amr Mousa van de Arabische Liga roept op tot een wapenstilstand en een politieke oplossing. En last-but-not-least, vraagt Groen! een tijdelijk staakt-het-vuren. De partij inspireert zich misschien op wat Robert Gates, minister van Defensie van de VS, over de oorlog in Afghanistan verklaarde: “Dit soort oorlogen eindigt meestal met gesprekken”.
Het valt echter te betwijfelen of het Westen en de rebellen zullen ingaan op de voorstellen. Eerder werden er al voorstellen van Venezuela, Turkije en de Afrikaanse Unie afgewimpeld. En ook het voorstel van de Libische regering om verkiezingen te organiseren, maakt weinig kans. Net als in Palestina zullen het meer dan waarschijnlijk niet ‘onze’ jongens zijn die zullen winnen.
Op zoek naar informatie
Terug in België blijft een dergelijke trip je natuurlijk achtervolgen. Ik ging dan ook meteen op zoek naar meer info over Libië. Het is niet vanzelfsprekend om informatie te vinden die niet van de westerse media en Al Jazeera of van de Libische media (jawel, ook die bestaan) komt.
En zo stootte ik op het recente rapport: “Libye: Un avenir incertain – Compte-rendu de mission d’évaluation auprès des belligérants libyens” van een onafhankelijke Franse observatiemissie. Om eerlijk te zijn, ik was teleurgesteld toen ik het las. Niet over de inhoud, maar plots had ik niets meer te vertellen over mijn reis. Het rapport, geschreven door onafhankelijke experts, telt 44 pagina’s en heeft het over alle facetten van de oorlog in Libië. Een must voor iedereen die goed geïnformeerd de situatie wil beoordelen.
En voor ik het vergeet: deze oorlog heeft niets met mensenrechten te maken. Zoals je al dacht. Niet?
Mario Franssen
Mario Franssen is stafmedewerker bij de solidariteitsbeweging Intal.
Lees ook: “intal op observatiemissie naar Tripoli, Libië“