Zo vonden de onderzoekers in de stallen stervende en dode dieren, dieren met verschillende soorten tumoren en infecties, dieren die uit frustratie op stangen bijten en dieren die elkaars oren en staart afbijten. Zo’n 2 miljoen varkens sterven jaarlijks nog voordat ze naar het slachthuis worden gebracht. Voor de boeren is het economischer varkens te laten sterven dan hun levensstandaard te verbeteren.
De onderzoekers beweren dat de vertegenwoordigers van de varkensindustrie een verkeerd beeld schetsen aan het publiek van de toestand waarin varkens gehouden worden. De wantoestanden werden ook aangetroffen in stallen die zogezegd ‘biologisch’ zouden zijn of het ‘beter leven’ keurmerk kregen. Boeren houden regelmatig één stal schoon, om aan het publiek te kunnen tonen.
Oorzaak van de wantoestanden is de verwende consument die steeds minder bereid om veel geld te betalen voor zijn dagelijkse kotelet. De supermarkten stunten met prijzen en dwingt de sector daardoor om steeds efficiënter en grootschaliger te werken. Er zijn in Nederland al meer dan 240 megastallen – stallen met meer dan 5000 varkens -, een verdubbeling ten opzichte van 2005. Verwacht wordt dat dit aantal de komende twintig jaar zal stijgen tot 1000.
Nederland produceert jaarlijks zo’n 1,3 miljoen ton varkensvlees. De gemiddelde Nederlander consumeert zo’n 40 kilo per jaar. De overige productie is bestemd voor de export, vooral naar Duitsland.