Op 5 juni kwam er een einde aan de zenuwslopende en buitengewoon smerige verkiezingscampagne in Peru. Tijdens de weken vooraf kregen enkele van onze partners doodsbedreigingen en als intimidatie bedoelde inbraken te verwerken. De laatste dagen kregen vele Peruanen, ook wij thuis, op alle onmogelijke uren anonieme telefoontjes met de oproep om het land niet in de totale vernieling te storten door op de “verkeerde” kandidaat te stemmen.
Dankzij de massale steun van bijna alle belangrijke media, werkgevers en financiële kringen, de kerkelijke hiërarchie en het leger, leek Keiko Fujimori (dochter van de vroegere dictator Alberto Fujimori) in de opiniepeilingen op een nipte overwinning af te stevenen.
Onverwachte wending
Het draaide uiteindelijk toch anders uit op 5 juni: de centrum-linkse ex-militair Ollanta Humala haalde het met een kleine 3 procent voorsprong op Fujimori.
De beurs van Lima tuimelde de volgende dag met 12 procent de dieperik in, maar herstelde zich spoedig, omdat zakenkringen aangaven dat ze best wel geloven in “economische groei met sociale inclusie” onder Humala. Dezelfden die enkele dagen eerder nog een ware apocalyps voorspelden indien Humala zou winnen.
De nieuwe president toonde zich meteen erg gematigd en verzoenend, beloofde een brede coalitie met centrumbeleid, en dweilde de buurlanden af op zoek naar buitenlandse steun, vooral bij grote broer Brazilië.
Intussen bogen allerlei experts zich over de redenen voor de plotse omwenteling net voor de verkiezingen. De geschiedenis heeft aangetoond dat de Peruanen graag voor de ‘underdog’ stemmen, in dit geval Humala, en tegen de kandidaat van het ‘establishment’, duidelijk Fujimori. Bovendien hadden diverse basisorganisaties de herinneringen nog eens aangescherpt aan alle corruptie, misdaden en schendingen van de mensenrechten onder papa Fujimori.
Eind jaren negentig liet Alberto Fujimori 315.000 inheemse vrouwen uit het Andes-hooggebergte steriliseren, onder dwang en zonder inspraak of toestemming, in een poging om het aantal armen te beperken in zones die hem electoraal toch niet gunstig gezind waren. De schaarse kritische media brachten schrijnende getuigenissen en Keiko Fujimori, vooral populair bij vrouwelijke stemmers, probeerde die weg te moffelen als een afgesloten dossier.
De rol van Mario Vargas Llosa
Wie zeker ook zijn steentje bijdroeg tot de overwinning van Humala, was de bekende Peruaanse Nobelprijswinnaar Literatuur, Mario Vargas Llosa. Een overtuigde rechtse liberaal, die echter volop kamp koos voor de democratie en dus voor Humala. Hij spaarde zijn kritiek op Fujimori niet en noemde de rijke hoofstedelijke kringen zelfs “egoïsten en anti-patriotten”, omdat ze met hun stem voor Keiko hun privileges wilden vrijwaren. Het leverde hem een ware scheldlawine op van dezelfde media en politici die hem een half jaar geleden nog bejubelden.
Vooral een zege van de volksorganisaties
Toch is de overwinning van Humala in de eerste plaats een zege van de lang verdrukte volksorganisaties, die na 20 jaar in de woestijn weer opgelucht kunnen ademhalen. De vrees voor een nieuwe golf van terreur en repressie onder Fujimori was immers groot. Het valt nog af te wachten hoe links het beleid onder Humala wel zal uitvallen, maar er worden toch diverse ministers aangekondigd met een progressief profiel en de deur staat open voor dialoog en inspraak.
De volksorganisaties waarmee wij samenwerken en die we dus best kennen, zullen deze kans zeker grijpen. Foro Salud, een brede koepel van organisaties die rond gezondheid werken, zal op 21 juli een werksessie houden met de toekomstige minister van gezondheid (die één week later aantreedt), om zijn wetsvoorstel voor een drastische hervorming van de gezondheidszorg te verdedigen en enkele concrete beleidsmaatregelen te eisen in de eerste 100 dagen.
Niet te dicht,
maar toch dicht genoeg
De nationale vrouwenorganisatie FEMUCARINAP steunde de kandidatuur van Humala, maar weigerde een aanbod om toe te treden tot zijn bewindsploeg, omdat ze haar rol wil spelen als onafhankelijke en kritische verdediger van de vrouwenrechten.
Het is dezelfde delicate evenwichtsoefening als die van de volksorganisaties in Bolivia en Ecuador, waar ook linkse regimes aan de macht zijn: niet te dicht aanleunen bij de president om zich niet te verbranden, maar toch dicht genoeg om zijn beleid te kunnen beïnvloeden.”
Felix De Witte is medewerker van FOS in Peru