Mijn moeder komt na een vermoeide nachtdienst thuis en ploft zich in de zetel, recht op het hoofd van een man die daar ligt te slapen. Hij kreunt het uit, de avond voordien had hij immers een hersenschudding opgelopen bij schermutselingen tussen de Antwerpse dokwerkers en de politie. De man in de zetel was Ludo Martens en dit moet zowat mijn eerste bewuste herinnering aan hem zijn.
Als kind was Ludo Martens voor mijn broer en ik één van de vele kameraden van mijn vader die regelmatig over de vloer kwamen. Eén van de mensen die maakten dat wij weer eens een namiddag stil moesten zijn omdat er werd vergaderd. Het is maar als rebellerende puber dat ik Ludo Martens beter leerde kennen. Toen mijn ouders naar het centrum van Brussel verhuisden, werd hij immers mijn onderbuur.
Menig keer kwam hij mij en mijn broer overvallen met de vraag of we geen tijd hadden voor één van zijn projecten, meestal zaten we dan net naar een idiote reeks op TV te kijken en konden we moeilijk ‘neen’ zeggen. Een boek lezen en samenvatten, een interview opnemen, een pamflet vormgeven, … er was altijd iets te doen, en steeds wist hij ons op zo’n onbewaakt moment te betrappen.
Eenmaal boekten we echter een overwinning, we waren immers niet aan het kijken naar één of andere domme reeks, het was een zeer boeiende documentaire op de BBC. Hij is dan maar samen met ons blijven kijken, nadien zijn we dan beginnen knippen, plakken en plooien om één of andere brief de deur uit te krijgen.
Een boegbeeld van mei ’68
Pas veel later begin je te beseffen dat die man voor vele anderen het verschil heeft gemaakt. Mei ’68 zou er wellicht anders hebben uitgezien in België zonder Ludo Martens. Dat beaamt ook Paul Goossens die samen met Ludo Martens één van de boegbeelden was van mei ’68 in België.
“Hij zat er voor veel tussen dat het hatelijke ‘Walen buiten’ tijdens het revoltejaar 1968 nauwelijks nog gehoord werd en door het etnisch-neutrale ‘bourgeois buiten’ was vervangen.”
“Dat was het gevolg van een radicale mentaliteitswijziging. De Leuvense universiteit, de traditionele kweekvijver van de katholieke, Vlaamse elite en bijgevolg hofleverancier van de katholieke zuil, bleek niet langer een fabriek van homogeen, conservatief gedachtegoed te zijn. Er werd over Vietcong en Amerikaans imperialisme gesproken, over Vlaamse arbeiders, burgerij en klassenstrijd, over IJzerbedevaart en collaboratie, over sociale strijd en studentenactivisme.”
“En het bleef niet bij woorden, vandaar de vele aanvaringen met de academische overheid, met de ‘stigmatici’ van de Vlaamse Beweging, met de rijkswacht. Zeer tot ongenoegen van de Vlaams-katholieke pers slaagden we erin om de meerderheid van de studenten voor onze acties en initiatieven te mobiliseren en zelf de politieke agenda te bepalen. Studenten waren niet langer het voetvolk of de huurlingen van het establishment.”
“Naast Walter De Bock was Martens de grote katalysator van die mentale omslag. Hij provoceerde graag en grondig, kon als voormalig ABN-militant schitterend formuleren én hij had een verhaal.”
(Paul Goossens in De Standaard)
“Een mening is niets waard als je die niet kan onderbouwen met feiten”
Ook voor mij heeft hij het verschil gemaakt. Van hem heb ik geleerd dat je jezelf en waar je mee bezig bent best steeds bevraagt, evalueert en bijstuurt. Ludo kon luisteren als geen ander, hij wilde je echt begrijpen. Je kon hem nooit zo maar iets vertellen, hij wilde altijd meer weten. Hij wilde niet alleen weten wat je van iets vond, maar vooral waarom je dat vond, op welke feiten je je baseerde.
Wilde je in discussie treden, was je dus best goed voorbereid, des te meer wist hij het te waarderen als je dat dan ook deed. Hij leerde me dat een mening niets waard is als je die niet kan onderbouwen met feiten en dat je je mening trouwens ook best baseert op feiten en niet omgekeerd. Het lijken vanzelfsprekende zaken, die dat helaas niet zijn, en voor de rebellerende puber die ik was ook niet waren.
Hij provoceerde je om je idee dieper uit te spitten, te onderbouwen, te nuanceren of te verscherpen, … Hij kon ongemeen scherp een bepaalde idee die je naar voren bracht, veroordelen, en dat kwam wel eens hard aan. Soms leek het alsof je beland was in één van de polemieken die Marx of Lenin voerden met hun tegen- en medestanders. Maar daar ben ik hem eerlijk gezegd zeer dankbaar voor, want zijn soms zeer scherpe opmerkingen die soms overkwamen als een veroordeling, hebben mij vooral aangezet mijn mening beter te funderen, de zaken beter te bestuderen. Het was een uitdaging om het oneens te zijn met hem, om je mening te onderbouwen en dan in discussie te treden.
Je mocht het trouwens gerust oneens zijn en blijven met hem over heel wat zaken, zonder dat hij je daarvoor minder vriendschappelijk ging benaderen.
Hoe scherp hij ook van leer kon trekken tegen bepaalde ideeën en opvattingen, hij had een haast naïef vertrouwen in de medemens en de rotsvaste overtuiging dat mensen konden veranderen.
Een psycholoog was Ludo Martens evenwel niet en in het beoordelen van de mensen achter de feiten sloeg hij de bal dan ook meer dan eens serieus mis. Hij en zijn kameraden werden dan ook menigmaal in het ootje genomen door een zoveelste beloftevolle persoon of organisatie in binnen- of buitenland.
Het grootste verschil heeft hij wellicht gemaakt voor zijn kameraden van de PVDA
Van bij het prille begin, eind jaren zestig, van AMADA tot de oprichting van de PVDA in 1979 en zelfs de vernieuwde PVDA van de 21ste eeuw, ze geven aan dat de kiem steeds bij Ludo Martens lag.
Zelf zou hij ten stelligste ontkennen dat hij als individu het verschil heeft gemaakt, niet in in het minst omdat alles wat hij ondernam groepswerk was. Hij centraliseerde en synthetiseerde als geen ander, maar de grondstof kwam steeds van tientallen en soms honderden kameraden, vrienden, boeken, analyses, rapporten, … Die input van zijn kameraden, vrienden, mede- en tegenstanders was zijn zuurstof. Soms lag zijn hele appartement bezaaid met nota’s, persknipsels, boeken, … die allemaal moesten dienen voor één of andere analyse.
In de PVDA zal wellicht het laatste woord over de erfenis van Ludo Martens nog niet gezegd zijn, het afscheid (‘Ter nagedachtenis van Ludo Martens’) dat de partij in Solidair schreef, geeft echter zeer duidelijk aan hoe dierbaar en invloedrijk hij voor zijn kameraden is geweest.
Zonder Ludo Martens geen AMADA, laat staan PVDA zo lijkt het wel: “Ludo is er zich van bewust dat de bepalende levenskeuze voor studenten zich vooral stelt op het einde van hun studies. Welke keuze maken we in ons leven? Hoe behouden we ons maatschappelijk engagement? In dat debat onder linkse studenten is de invloed van Ludo Martens bepalend. Samen bestuderen ze onder meer ‘Wat te doen?’ van Lenin. En verschillende jongeren besluiten om in de fabriek te gaan werken. Maar eenmaal in de fabriek is de vraag: ‘wat gaan we daar doen?’” …
“Na heel veel discussies en onder de beslissende invloed van Ludo Martens, wordt gekozen om een nieuwe partij op te richten. Een partij van de werkende klasse, geen vakbond. Met een nationale krant, nu ‘Solidair’, niet met een bulletin dat louter ervaringen coördineert.”
“Alle Macht Aan De Arbeiders, AMADA, is geboren en zal na tien jaar voorbereidend werk in 1979 uiteindelijk omgedoopt worden tot een volgroeide arbeiderspartij, de PVDA. Een partij in dienst van het volk, dat is de ambitie.” (Ter nagedachtenis van Ludo Martens, www.pvda.be)
‘Monumentale’ werken over Congo
Zelf was ik vooral getroffen door Ludo’s onvoorwaardelijke steun aan de volkeren van de Derde Wereld en meer in het bijzonder Congo.
Ik vroeg hem als tiener ooit of hij me kon helpen bij een schooltaak. Ik wilde me er goedkoop vanaf maken met een paar uitspraken van Ludo Martens over de mensonterende omstandigheden op de plantages in koloniaal Congo. Ludo trok uit een stapel met tientallen boeken twee boekjes uit die hij me aanreikte. Het waren twee jaarverslagen van twee verschillende plantages waarin minutieus alles werd bijgehouden: productie, straffen, overlijdens, …. alles in tabelletjes gegoten.
Die tabellen met resultaten, strafmaten, handen, … ze blijven me achtervolgen, meer nog, ik begrijp steeds minder dat ze dit land en zijn leiders niet achtervolgen. Ik begrijp nog steeds niet waarom er niet in elk Belgisch dorp een standbeeld staat ter herinnering aan de 10 miljoen Congolezen die het koloniale regime vermoordde.
Colette Braeckman van Le Soir die doorgaat voor een autoriteit op gebied van Congo geeft dan weer aan dat onze kennis van de geschiedenis van Congo er helemaal anders zou uitzien zonder het monnikenwerk dat Ludo Martens daarover verrichtte. Ze heeft het zonder meer over ‘monumentale’ werken. Braeckman geeft ook aan dat hij door dat werk en zijn jarenlange verblijf in Congo ook voor heel wat Congolezen het verschil heeft gemaakt. (De Blog van Colette Braeckman)
Muziek van de toekomst
Op verloren woensdagnamiddagen of weekends was het ook fantastisch om te neuzen in Ludo’s platen- en boekencollectie. Veel uitleg gaf hij er allemaal niet bij, hij was veel te druk bezig met andere belangrijke dingen, maar als je er dan toch was, mocht je gerust een paar uur rondsnuffelen in zijn platen en boeken.
Hij deelde ook graag nieuwe ontdekkingen en deed dat met hetzelfde enthousiasme als mijn vrienden die één of andere nieuwe punk- of rockband hadden ontdekt.
Hij kwam dan gewoon bij ons binnenvallen met een cassette of een opname die we moesten beluisteren. Lang voor Babaa Maal of de Malinese blues enige erkenning kregen, kwam hij ermee aandraven. We moesten het horen, want dit zou de muziek van de toekomst worden.
De laatste keer dat ik Ludo zag, was hij al ziek. Het viel me vooral op hoe blij hij was om de mensen uit zijn verleden te herkennen, dat ze er nog waren en dat ze op hun manier de strijd voort aan het zetten waren. De opbouw van zijn partij ging voor hem voor alles, maar toch was hij toen gewoon blij om mensen te ontmoeten die op één of andere manier aan een andere wereld probeerden te bouwen.
Ludo kuierend door de Brusselse straten met zijn zoontje aan de hand is het laatste scherpe beeld dat ik van hem overhoud. Hij was zo trots als een pauw en om de haverklap stond hij bij een bankje handen te schudden en verhalen uit te wisselen met zijn Afrikaanse en Arabische stadsgenoten, en ja ook met de West-Vlaamse beenhouwer van op de hoek.
Ik zal vooral de momenten missen waarop ik me voorbereidde om met jou in discussie te gaan over een meningsverschil. De laatste jaren kwam dat er niet meer van wegens je ziekte.
Je zou wellicht je wenkbrauwen fronsen, me aanraden ‘Wat te doen’ van Lenin nog eens te bestuderen en me historische voorbeelden van Libération, De Morgen, … aanreiken om duidelijk te maken dat DeWereldMorgen.be misschien niet helemaal de juiste keuze is. Om nadien al schertsend een paar briljante journalistieke ideeën aan te rijken voor dit medium. Of was dat het laatste gesprek dat we hadden?
Of hij, en zelf zou hij wellicht benadrukken ‘de partij’, het verschil zullen maken, zal de geschiedenis uitmaken. Maar voor mij, kameraad Ludo, deed je dat alvast wel.
—-
Herdenking op 26 juni
De PVDA organiseert een herdenkingsplechtigheid voor Ludo Martens op zondag 26 juni van 11 tot 13 uur in het Auditorium Q VUB, Pleinlaan 2,1050 Elsene.