Begin mei werd er in sommige volkswijken van Abidjan nog zwaar gevochten tussen enkele patriottische jeugdmilities, die trouw waren gebleven aan de verdreven ex-president Laurent Gbagbo, en de troepen van de verkozen president Alassane Ouattara.
Officieel zou met de uitschakeling van de laatste verzetshaarden in de wijk Yopougon een einde zijn gekomen aan de gewelddadigheden die waren begonnen na de presidentsverkiezingen van 28 november 2010. De oud-president had toen geweigerd af te treden ondanks zijn nederlaag bij die verkiezingen.
Volgens voorlopige cijfers van de VN zouden in het politieke geweld sinds december vorig jaar zeker 3.000 doden zijn gevallen en meer dan één miljoen mensen op de vlucht zijn gedreven.
Land heropbouwen en verzoening bevorderen …
Op 21 mei werd Ouattara plechtig als nieuwe president van het land aangesteld in de hoofdstad Yamoussoukro, onder meer in aanwezigheid van de Franse president Nicolas Sarkozy. Ouattara heeft al diverse keren aangekondigd dat hij alles in het werk wil stellen om het land opnieuw op te bouwen en de verzoening te bevorderen.
Hij heeft daartoe zelfs een speciale ‘waarheids- en verzoeningscommissie’ aangesteld, naar het voorbeeld van Zuid-Afrika. Gbagbo en zijn vrouw worden onder huisarrest vastgehouden in het noorden van het land in afwachting van hun proces. Zij worden onder meer beschuldigd van het aanzetten tot haat, xenofobie en geweld en misdaden tegen de menselijkheid. Ook bij het Internationaal Strafhof (ICC) in Den Haag wordt een dossier tegen de oud-president voorbereid.
Afrekeningen en wraakacties
Maar de afrekeningen en gewelddadige wraakacties gaan onverminderd voort, zo blijkt nu. De laatste dagen maken soldaten van de Forces Républicaines de Côte d’Ivoire (FRCI), het leger dat Ouattara steunt, zich in toenemende mate schuldig aan geweld tegen burgers in dorpen ten noorden en ten zuiden van de economische hoofdstad Abidjan.
De bevolking van deze dorpen zou in meerderheid bestaan uit aanhangers van de verdreven president. De FRCI-troepen, die nu worden omgevormd tot het nieuwe ‘republikeinse’ leger van Ivoorkust, zijn vooral opgebouwd uit elementen van het noordelijke ex-rebellenleger van de Forces Nouvelles, aangevuld met een allegaartje van milities, overgelopen ex-regeringssoldaten en traditionele krijgers die in de voorbije gewapende strijd de kant van Ouattara hebben gekozen.
ONUCI trekt aan alarmbel
De toestand is de voorbije dagen zodanig uit de hand gelopen, dat de Verenigde Naties het nodig vonden om donderdag aan de alarmbel te trekken. ONUCI, de VN-missie in Ivoorkust, is met ruim 9.000 blauwhelmen in het land aanwezig om in uitvoering van het vredesakkoord van 2007, dat een einde maakte aan de burgeroorlog, toe te zien op de naleving van het akkoord door beide kampen en in de eerste plaats om de burgerbevolking te beschermen.
ONUCI heeft al veel kritiek gekregen omdat de VN-missie er blijkbaar niet in slaagde om enkele bloedbaden te voorkomen. Zo konden gewapende bendes die Ouattara steunden einde maart in de westelijke stad Duékoué meer dan 550 ongewapende burgers afslachten terwijl er een VN-post in de buurt was.
Ook bij het eindoffensief om de controle over Abidjan van de eerste weken van april kwamen nog vele burgers om in de gevechten met zware oorlogswapens in de dichtbevolkte volkswijken. Massagraven werden er ontdekt met de lichamen van doodgeschoten tegenstanders.
Uiteindelijk waren het FRCI-troepen, met ondersteuning van de VN-missie en actieve luchtsteun van Franse paracommando’s van de Opération Licorne die op 11 april Gbagbo konden arresteren in zijn bunker onder de presidentiële residentie waarin hij zich met familieleden en getrouwen had verschanst. Maar bijna twee maanden na de arrestatie van Gbagbo, blijft Ivoorkust in de ban van het geweld.
Burgers aangevallen en gedood
“Wij zijn heel bezorgd over de systematische toename van gewelddadige incidenten en aanvallen van leden van de Forces Républicaines de Côte d’Ivoire (FRCI) tegen verschillende dorpen”, verklaarde Guillaume Ngefa, het hoofd van de mensenrechtenafdeling van ONUCI tijdens een persconferentie in Abidjan. Ngefa, die als Congolese jurist en mensenrechtenactivist zijn sporen heeft verdiend, eiste “snelle en onpartijdige onderzoeken naar de incidenten die zich de laatste dagen afspeelden in de buurt van Abidjan”.
In Becouesin hebben soldaten lokale jongeren zonder aanwijsbare reden aangevallen en geslagen. Minstens één persoon is aan zijn verwondingen overleden. In het dorpje Yakassé-Mé sloegen soldaten een oude man dood die probeerde te vluchten in een bos nadat het dorp was geplunderd door de soldaten. Op andere plaatsen gebruikten soldaten machetes tegen burgers. 45 mensen zouden met schotwonden in ziekenhuizen zijn opgenomen.
Soldaten moeten naar kazernes
De tijd van afrekeningen en wraakacties is nog niet voorbij. Ouattara heeft al aangekondigd dat hij zijn soldaten zo vlug mogelijk opnieuw in de kazernes wil hebben en dat de ordehandhaving een taak moet worden van de nieuw op te richten politiemacht en de gendarmerie. Hij rekent daarbij ook op de steun van de VN-missie.
Mensenrechtenorganisaties als Amnesty International en Human Rights Watch hebben de nieuwe president al opgeroepen om snel werk te maken van onafhankelijke onderzoeken naar alle schendingen van mensenrechten van de voorbije maanden. Uit hun gepubliceerde rapporten blijkt dat beide kampen in de oorlog zich hebben schuldig gemaakt aan geweld tegen burgers.
Steun van krijgsheren breekt zuur op
Volgens analisten in de Ivoriaanse pers betaalt Ouattara nu een zware prijs voor de steun die hij de voorbije jaren heeft gekregen van allerlei gewapende groepen, krijgsheren en op macht en rijkdom beluste figuren uit de vroegere noordelijke rebellie. Vooral de rol van eerste minister Guillaume Soro, de vroegere leider van de Forces Nouvelles, is omstreden.
Ook ‘generaal IB’ Ibrahim Coulibaly, een notoire couppleger en wapensmokkelaar maakte deel uit van een rivaliserende groep die Ouattara steunde. Hij werd eind april al doodgeschoten bij hevige gevechten in Abidjan. Chérif Ousmane, een devote katholiek uit het noorden, is een andere geduchte krijgsheer die de moslim Ouattara steunde bij de inname van de hoofdstad Yamoussoukro.
Wattao, was korporaal in het rebellenleger in de stad Bouaké en zou volgens een onderzoek van de VN jaarlijks 1,45 miljoen euro opbrengsten halen uit zijn tijdens de burgeroorlog opgebouwde illegale ‘handeltjes’.
Figuren met bloed aan de handen
Zacharia Koné is berucht om zijn ongenadige terreur. Hij leidde de aanval op Abidjan begin april en maakte deel uit van het commando dat Gbagbo arresteerde in zijn bunker. Hij zou in een hevige machtsstrijd gewikkeld zijn geweest met ‘generaal IB’.
Ten slotte speelde ook Losseni Fofana, een krijgsheer uit de westelijke stad Man, een grote rol in de eindstrijd. Hij voerde het bevel over troepen die dorpen in het westen van Ivoorkust ‘zuiverden’ van Gbagbo-getrouwe milities en Liberiaanse huurlingen. Allemaal figuren die veel bloed aan de handen hebben en mogelijk ooit verantwoording moeten afleggen voor hun daden voor het Internationaal Strafhof in Den Haag. Als de straffeloosheid van de overwinnaars hen niet beschermt …