Partijleider Pedro Passos Coelho van de PSD viert de overwinning van zijn partij in de vervroegde Portugese parlementsverkiezingen van zondag (foto: Público.pt)
Nieuws, Europa, Economie, Politiek, Vakbonden, Portugal, Imf, Ratingbureaus, PS, Arbeidsmarktbeleid, Socialisten, ECB, Premier José Sócrates, Besparingsplannen, CDU, Sociale afbraak, Bezuinigingsbeleid, José Manuel Barroso, Aníbal Cavaco Silva, PSD, PCP, Bloco de Esquerda, Parlementsverkiezingen, PEC IV: Programa de Estabilidade e Crescimento, Jerónimo de Sousa, Europees noodfonds, Sociaaldemocraten, Pedro Passos Coelho, CDS-PP, Stembusgang, Paulo Portas, Communisten en groenen, União Geral de Trabalhadores, Confederação do Comércio e Serviços de Portugal, Confederação Empresarial Portuguesa -

Portugal: links lijdt zwaar verlies, rechtse partijen vormen regering

De vervroegde parlementsverkiezingen in Portugal van zondag 5 juni hebben een politieke aardverschuiving veroorzaakt. De regerende socialisten van premier José Sócrates behalen hun slechtste resultaat sinds 20 jaar. Rechts komt als grote overwinnaar uit de bus. Maar wie ook een nieuwe regering vormt, veel ruimte voor eigen beleid is er niet, want Portugal moet zwaar besparen.

maandag 6 juni 2011 21:10
Spread the love

De Portugese verkiezingen werden door politieke analisten als ‘historisch’ bestempeld omdat er zo veel op het spel staat nu het land de komende drie jaar een uiterst zwaar besparingsplan moet uitvoeren. Alle partijen benadrukten in hun campagne het belang van de stembusgang, maar blijkbaar konden ze vele Portugezen toch niet overtuigen.

Historisch lage opkomst: 41,1 procent blijft thuis

Nooit eerder sinds de eerste democratische verkiezingen van 1976 bleven zoveel burgers thuis: 41,1 procent van de bevolking vond het niet meer de moeite waard haar stem te laten horen via de stembus. Het geloof in de politieke maakbaarheid van de samenleving staat daarmee op een dieptepunt.

De grote overwinnaars zijn de centrumrechtse sociaaldemocratische PSD van Pedro Passos Coelho en de rechts-conservatieve alliantie CDS-PP van Paulo Portas. Samen hebben ze een heel comfortabele meerderheid in het nieuwe parlement. PSD haalt met 38,6 procent van de stemmen 105 zetels; CDS-PP behaalde 11,7 procent en 24 zetels van de 230 zitjes in het eenkamerparlement.

De overwinning van de PSD is algemeen: in 17 van de 20 kiesdistricten werd de partij de grootste. Het ligt voor de hand dat beide partijen, die naast veel ideologische overeenkomsten ook wat wrijvingspunten hebben, de komende dagen gaan samen zitten om een nieuwe regering te vormen. Al vond Artur Lima, de voorzitter van de CDS-PP op de autonome eilandengroep de Azoren, het maandagmiddag “niet verstandig al te verklaren dat zijn partij zou toetreden tot een regering onder leiding van Passos Coelho”.

President dringt aan op snelle regeringsvorming

Maandagnamiddag heeft president Aníbal Cavaco Silva, die zelf ook tot de PSD behoort en tussen 1986 en 1995 premier was van diverse centrumrechtse regeringen, partijleider Passos Coelho in audiëntie ontvangen op het presidentieel paleis in Belém. Eerder had de president de overwinnaars al opgeroepen om “in het belang van het land snel een regering te vormen om de enorme uitdagingen aan te gaan”.

Passos Coelho heeft al te kennen gegeven premier te willen worden van een regering “die nog verder zal gaan met bezuinigen dan wat is afgesproken onder de vorige regering”. In een eerste interview met Reuters zei Passos Coelho dat “Portugal in de eerste plaats het vertrouwen moet zien te herwinnen van de internationale markten door een transparant besparingsbeleid”.

Hij riep de bevolking op “hard te werken, de komende jaren met minder tevreden te zijn om daarna sterker te staan in een competitieve wereldeconomie”. Eerder had hij al verklaard “niet te zullen rusten vooraleer Portugal opnieuw groeit”.

Nieuwe regering heeft weinig bewegingsruimte

Veel bewegingsruimte om een eigen beleid te voeren, krijgt de volgende regering toch niet. Op 3 mei bereikte de ontslagnemende regering-Sócrates een akkoord met de zogenoemde trojka, bestaande uit de EU, de Europese Centrale Bank (ECB) en het Internationaal Monetair Fonds (IMF), over de strenge voorwaarden verbonden aan een noodhulppakket van 78 miljard euro.

Portugal is het derde EU-land, na Griekenland en Ierland, dat gedwongen werd een beroep te doen op het Europese noodfonds. Portugal is vooral slachtoffer geworden van speculanten en de systematische ratingverlagingen waardoor de overheid nauwelijks nog leningen kon aangaan op de internationale financiële markten.

Uit opiniepeilingen was al duidelijk geworden dat de regerende socialisten de prijs zouden betalen voor de zwaarste economische en financiële crisis waarin Portugal is terechtgekomen sinds het herstel van de democratie met de Anjerrevolutie van 1974. Maar de nederlaag van zondag is nog zwaarder dan de meest pessimistische peilingen hadden aangegeven.

PS haalt slechtste resultaat in twintig jaar

De PS zakt zelfs onder de symbolische drempel van 30 procent en eindigt op 28,1 procent met 73 zetels, het slechtste resultaat sinds de verkiezingen van 1991. Alleen in de zuidelijke kiesdistricten Setúbal, Évora en Beja blijft de PS nog nipt de grootste partij. Maar in Castelo Branco, waar premier Sócrates de PS-lijst trok, verloor de partij van de PSD.

Maar ook de andere linkse partijen deden het allesbehalve goed en konden geenszins profiteren van het diepe ongenoegen dat er bij veel Portugezen leeft over het economische debacle en de zware besparingsplannen die in het vooruitzicht zijn gesteld, welke regering er ook aan de macht komt.

Portugal staat de komende drie jaar eigenlijk onder curatele van de EU, de ECB en het IMF. Brussel en Washington zullen een meer dan stevige vinger in de pap hebben wat het sociaal en economisch beleid betreft.

Begin juli komt een delegatie van de trojka al op bezoek in Lissabon om van de nieuwe regering te horen hoe ze op korte termijn fors gaat snijden in de overheidsuitgaven om zo het begrotingstekort terug te dringen in ruil voor de toegezegde financiële steun.

Linkse blok gehalveerd

Het linkse Bloco de Esquerda (BE) ziet zijn aanhang zowat gehalveerd worden en behoudt nog acht zetels. Het BE had nochtans een felle campagne gevoerd tegen wat de partijleiding “het neoliberale beleid van de PS-regering en de systematische afbraak van de welvaartsstaat” noemde.

BE-kopstuk Francisco Louçã herhaalde zondagavond dat “de PS het land in een zware crisis heeft gestort door buitenlandse financiële hulp te vragen en daardoor de economische en sociale toekomst van miljoenen Portugezen te hypothekeren”. Bij de verkiezingen van 2009 had BE nog acht zetels gewonnen.

Alleen de kiescoalitie van communisten en groenen (CDU) houdt redelijk stand en wint er door het systeem van zetelverdeling nog één zetel bij (totaal 16), maar meer dan een troostprijs is dat zeker niet. Links is enorm verzwakt, zelfs in de traditionele ‘rode burchten’ van de zuidelijke provincie Alentejo, zo blijkt uit gedetailleerde analyses van de resultaten per regio in de Portugese pers. Alleen in Faro hebben de communisten opnieuw een vertegenwoordiger in meer dan 20 jaar.

“Nederlaag voor de hele linkerzijde”

Een strijdlustige partijleider Jerónimo de Sousa van de PCP beloofde een “harde oppositie tegen een rechtse regering” te zullen voeren. Manuel Alegre, die in januari bij de presidentsverkiezingen nog kandidaat was voor de PS, zei dat het barslechte resultaat van de PS “een nederlaag voor de hele linkerzijde betekent”. “De PS heeft een moedige strijd geleverd, maar de bevolking heeft de partij niet kunnen overtuigen. En rechts heeft helemaal geen oplossing voor de crisis die we meemaken.”

Zondagavond gaven de linkse partijleiders een voor een hun verlies toe. José Sócrates nam meteen de verantwoordelijkheid voor de zware nederlaag op zich en diende zijn ontslag in als PS-partijleider. Hij kondigde ook aan geen politieke functie meer te ambiëren.

Sócrates had de PS in 2005 nochtans aan een klinkende overwinning geholpen na de periode van centrumrechtse regeringen onder toenmalig premier José Manuel Barroso, de huidige voorzitter van de Europese Commissie, en zijn opvolger Lopes Santana (beiden PSD).

Vierde bezuinigingsplan werd regering fataal

Onder de eerste regering-Sócrates (2005-2009) groeide de Portugese economie nog aanzienlijk en was de werkloosheid op een historisch laag niveau. Maar met de wereldwijde economische crisis van einde 2008 begonnen ook de zwakke plekken van de kleine economie duidelijk te worden.

Bij de verkiezingen van 2009 had de PS al wat pluimen gelaten, maar kon ze een minderheidsregering (met 97 van de 230 volksvertegenwoordigers) op de been brengen met de gedoogsteun van de andere linkse partijen die toen wél zetels wonnen.

In de loop van 2010 werden al drie zware besparingsplannen goedgekeurd om het begrotingstekort en de overheidsschuld terug te dringen. Het vierde en zwaarste bezuinigingsplan (PEC IV) werd de socialistische minderheidsregering in maart 2011 echter fataal. In het parlement was er geen meerderheid meer te vinden voor nog meer bezuinigingen.

Sócrates wierp de handdoek in de ring en president Cavaco Silva schreef vervroegde verkiezingen uit. Vakbonden en andere middenveldorganisaties hadden duidelijk hun ongenoegen laten blijken. Op 24 november vorig jaar lag het land zelfs helemaal plat door een algemene staking tegen het bezuinigingsbeleid.

Ondertussen moest de ontslagnemende regering gaan aankloppen bij de Europese Unie en het IMF voor een financieel reddingsplan nadat de ratingbureaus de waarde van het Portugese overheidspapier nog maar eens naar beneden toe hadden bijgesteld. Uiteindelijk kwam de regering begin mei tot een akkoord met de EU, de ECB en het IMF over de harde voorwaarden voor een reddingsplan van 78 miljard euro.  

Reacties van vakbonden en werkgevers

In een eerste reactie op de desastreuze verkiezingsuitslag voor links zei voorzitter João Proença van de vakbond, de União Geral de Trabalhadores (UGT), te hopen dat de nieuwe regering de weg van de dialoog zal verkiezen boven de harde confrontatie. “De bevolking heeft duidelijk voor verandering gekozen, zowel wat beleid als uitvoerders betreft, maar dat mag geen sociaal bloedbad worden.”

Van werkgeverszijde verklaarde voorzitter Lusa António Saraiva van de Confederação Empresarial Portuguesa (CIP) dat de nieuwe regering prioriteit moet maken van een beleid dat bedrijven ademruimte geeft om te groeien en vers kapitaal aan te trekken. Ook de hervorming van justitie, de strijd tegen corruptie en de gezondmaking van de banksector noemde hij essentieel om het land opnieuw op de sporen te zetten. Hij zag in de uitslag een duidelijk bewijs dat “de bevolking klaar is voor harde besparingen om de economie weer gezond te maken”. 

Zijn collega João Vieira Lopes van de Confederação do Comércio e Serviços de Portugal (CCP), die vooral de kleine zelfstandigen en KMO’s vertegenwoordigt, zei te hopen dat de regering-Passos Coelho werk maakt van een ‘modern arbeidsmarktbeleid’ waarbij flexibiliteit en tijdelijke contracten de toon aangeven. “Meer mensen moeten aan de slag, werklozen moeten ertoe worden gestimuleerd een eigen bedrijfje op te richten. Dat kan door een gericht overheidsbeleid ten gunste van de ondernemingen.”

take down
the paywall
steun ons nu!