Gloss Drop is vooreerst een toonvoorbeeld van doorzettingsvermogen. Vlak voor de productie van het album vertrok zanger Tyondai Braxton met de noorderzon en bleef Battles verweesd achter in de vorm van een trio. John Stanier, de briljante drummer en centrale figuur, gaf eerder al in interviews toe dat het maken van Gloss Drop het uiterste vergde van alle bandleden. “Er werd amper geslapen”. Zonder Braxton vonden Stanier en co toch een manier om het straffe Mirrored uit 2007 te overtreffen.
De intenties van de plaat worden meteen duidelijk bij opener ‘Africastle’ en de single uit de plaat – mét Chileen Matias Aguayo als gastzanger – ‘Ice Cream’. Naast geraffineerde mathrock, zijn dit knallers van dansnummers, met Caraïbische en desert blues-invloeden. Opnieuw is de virtuoze ritmesectie cruciaal: weinig drummers op deze aardbol weten dergelijke ritmewisselingen met subtiele aanvullingen te combineren.
‘Wall Street’, ‘Rolls Bayce’, ‘White Electric’ en ‘Sweetie & Shag’ (met Kazu Makino van Blonde Redhead) liggen in diezelfde lijn, zonder dat Mirrored-fans op hun honger zullen zitten qua hoeveelheid akkoorden of het aantal keren dat Stanier zijn metershoge cimbaal raakt. In de tweede helft van het album wordt er sowieso eerder teruggegrepen naar het meer vertrouwde geluid van mathrock.
Aan het recept van wat Battles in essentie is werd – met of zonder Braxton – niet geraakt. Het blijft een band die klinkt als een jamsessie van ervaren en begaafde muzikanten. En dat is het in feite ook. Menig nummer wordt opgebouwd vanuit de afzonderlijke instrumentale structuren, om vervolgens, na wat schijnbaar zoekwerk, geniaal samen te vallen in een intense en dansbare brij van ritme, loops en effecten – met sporadisch een gaststem.
Gloss Drop staat ook bol van subtiliteiten (het korte ‘Toddler’, bijvoorbeeld), waardoor de luisteraar er niet om zal malen dat de meeste nummers deze keer instrumentaal zijn. Welgeteld vier gastvocalisten kunnen we op Gloss Drop terugvinden: Gary Numan, Matias Aguayo, Kazu Makino en Yamantaka Eye.
‘My Machines’ (met Gary Numan) klinkt dan weer als één brok energie en verschilt van de rest van de plaat. Het is bij dit soort experimenten dat duidelijk wordt dat Battles geen genoegen neemt met een verslavende, dansbare plaat, maar ook de nodige intellectuele uitdaging zoekt.
Toppunt daarvan is het slotstuk van Gloss Drop, ‘Sundome’. Het kon zomaar om een nummer gaan uit een Kitano-film, en het is een ‘groeier’, in de meest ruime zin van het woord. Wie Gloss Drop meermaals beluistert, zal ontdekken dat de samenwerking met Yamantaka Eye het geniaalste stuk vormt van dit album.
Minpunt aan Gloss Drop is dat sommige nummers duidelijk geproduceerd werden in functie van Tyondai Braxton. ‘Inch Worm’, ‘Dominican Fade’ en ‘Futura’ lijken daardoor wat verloren te lopen op Gloss Drop.
Als Battles definitief verder gaat als trio, dan laat deze plaat het beste vermoeden voor de toekomst. Gloss Drop is in de carrière van Battles immers een grotendeels geïmproviseerde, doch geniale, tussenstap.
Gloss Drop is vanaf deze week te koop en komt uit op Warp Records.
Battles staat op 18 augustus in Kiewit op een hopeloos uitverkocht Pukkelpop. Begin december cureren de New Yorkers één dag van het mythische ATP’s Nightmare Before Christmas Festival in Minehead.