In 2009 kregen wereldwijd 128 miljoen mensen een microkrediet, volgens de Microfinance Summit Campaign. Het effect ervan is vaak moeilijk te onderzoeken. De diensten worden vaak geleverd in kwetsbare gebieden, tijdens hongersnoden en na natuurrampen.
“Het heeft een populistische aantrekkingskracht”, zegt Ha-Joon Chang, hoogleraar economie in Cambridge. “Maar mensen alleen maar geld toewerpen, zonder extra ingrediënten om de productiviteit te verhogen, zoals kunstmest, marketing en marktonderzoek, leidt ertoe dat je armoede creëert in plaats van vermindert.”
Efficiënt frituren
Marktverzadiging is een van de problemen. “Als je iemand geld leent om een telefoon te kopen en te verhuren, dan levert dat even geld op. Maar al snel komen er anderen op die markt, waardoor alle marge verdwijnt. Er is een beperkt aantal dingen die arme mensen kunnen doen, en er is weinig ruimte voor productiviteitsgroei. Hoe kun je efficiënter worden in voedsel frituren of kippen fokken?”
Microkrediet zorgt ervoor dat er meer bedrijven worden opgezet, maar het is niet duidelijk dat ze ook groeien, zegt Abhijit Banerjee van het Massachusetts Institute of Technology (MIT), op basis van random gecontroleerde experimenten die hij heeft gedaan. “Er is geen bewijs dat die groei onmogelijk is, maar we zien er in ons onderzoek op dit moment niets van.”
Een mogelijk gevolg daarvan is een “geatomiseerde” economie met veel kleinschalige activiteiten, zonder de zo noodzakelijke kleine tot middelgrote bedrijven, waarschuwt Aneel Karnani van de Universiteit van Michigan. “Dat is een zero-sum game, dat wil zeggen dat de mogelijkheden in totaal gelijkblijven. Er gaat veel geld en energie van ngo’s en regeringen in microkrediet zitten, ten koste van middelgrote bedrijven, die uiteindelijk de echte motor van werkgelegenheid zijn.”
Dom
De effecten zouden beter geëvalueerd moeten worden, vindt Dean Karlan, hoogleraar economie in Yale. Volgens hem zijn eenvoudige ‘voor en na-studies’, die zowel door fans als door critici worden gebruikt, “analytisch dom”. De succescriteria (zoals of een cliënt tijdens een crisis zijn bezittingen wel of niet voor een spotprijs moet verkopen) zijn onmogelijk te bewijzen. Random gecontroleerde experimenten zijn een betere manier.
Hoe dan ook, sommige mensen hebben fundamentele zorgen over de faillissementen die onvermijdelijk optreden. “De bewering dat microkrediet zonder onderpand wordt verstrekt, is niet waar”, zegt Kasia Paprocki van het Goldin Institute. “De kredietverstrekker onderzoekt wat je hebt – potten, pannen, een fiets – en zal het confisqueren als je niet betaalt. Er zijn mensen die hun dak zijn kwijtgeraakt na een faillissement.” Ook raken er veel mensen geïsoleerd in hun gemeenschap doordat ze niet kunnen terugbetalen. Daarbij komt nog bewijs van fysiek en seksueel misbruik door kredietverstrekkers.
De meeste critici erkennen dat microkrediet een blijvende rol zal spelen. Sommigen, zoals Karnani, zien vooral nadelen, terwijl anderen, zoals Chang, denken dat het goed kan werken als onderdeel van een breder pakket aan ontwikkelingswerk. Een ding is in elk geval duidelijk: de naïviteit is eraf.