De aanloop naar de reeks verkiezingen, die begint met parlementsverkiezingen, verliep gewelddadig: er waren aanslagen en schietincidenten tijdens campagnebijeenkomsten, gewelddadige botsingen tussen leden van rivaliserende partijen en politiekgetinte moorden.
“Het aanhoudende geweld kan zorgen voor een lagere opkomst op verkiezingsdagen, omdat de kiezers misschien bang zijn dat ze aangevallen worden bij stembureaus”, zegt de Nigeria Elections Situation Room, een coalitie van Nigeriaanse maatschappelijke groepen die campagne voert voor geloofwaardige verkiezingen.
Het Media and Information Committee on Emergency Managment, een groep woordvoerders voor beveiligingsbureaus, zegt dat in 12 van de 36 staten sprake was van geweld tijdens de verkiezingscampagne.
Wijdverbreid geweld
In de afgelopen twee weken kwamen volgens mensenrechtenorganisatie Amnesty International minstens twintig mensen om bij politiek geweld. Amnesty noemt in het bijzonder een incident op 22 maart, toen zes mensen omkwamen bij gevechten tussen rivaliserende partijen in de zuidelijke staat Akwa Ibom, en een aanslag op een presidentieel campagnekantoor in de hoofdstad.
“Het geweld zorgt voor immense schade voor het land en de instituten”, zegt Tawanda Hondora, plaatsvervangend directeur voor Africa van Amnesty. “Politici moeten onmiddellijk verantwoordelijkheid nemen voor hun acties en hun aanhangers intomen voordat de verkiezingen in een chaos uitmonden.”
Mensenrechtenactivisten hebben in toenemende mate te maken met doodsbedreigingen en dat hindert hun rol als waarnemer bij de verkiezingen, zegt hij. Vanaf maandag 4 april kunnen Nigerianen stemmen voor plaatselijke en landelijke organen. Amnesty maakt zich ook zorgen over berichten dat de veiligheidstroepen massaal arrestaties hebben verricht en direct mogen schieten bij ongeregeldheden.
Noord en Zuid
Politieke macht betekent in Nigeria controle over miljarden dollars olie-inkomsten. De huidige president Goodluck Jonathan, die komt uit het olieproducerende zuidoosten van het land, neemt het tijdens de presidentsverkiezingen van 9 april op tegen drie kandidaten uit het noorden.
Tot de uitdagers behoren de voormalige militaire bestuurder Muhammadu Buhari van het Congres voor Progressieve Verandering en het voormalige hoofd van het Nigeriaans anticorruptiebureau, Nuhu Ribadu. Hij vertegenwoordigt het Actie Congres van Nigeria.
Diverse groepen in het noorden zijn ontstemd over het feit dat Jonathan überhaupt kandidaat is, omdat het gebruikelijk is het presidentschap rouleert tussen een noordelijke en zuidelijke kandidaat. Jonathan was aanvankelijk echter vice-president onder een noordelijke president, Umaru Yar’adua. Hij nam het presidentschap over nadat Yar’adua in mei vorig jaar overleed door ziekte. Het Noordelijke Politieke Leidersforum, een groep noordelijke moslimleiders, oefent druk uit op twee noordelijke kandidaten om zich terug te trekken, om zo de weg vrij te maken voor één sterke kandidaat uit het noorden.
In Nigeria bestaat al lang rivaliteit tussen het christelijke Zuiden en het islamitische Noorden. Volgens de International Crisis Group in Brussel kwamen tussen 1999 en 2009 meer dan 14.000 mensen om bij etnische en religieuze conflicten in het West-Afrikaanse land.