Nieuws, Samenleving, Cultuur, Afghanistan, Kif Kif, Mind the book, Robert Fisk -

Interview met journaliste Nadene Ghouri over ‘Brieven aan mijn dochters’ van Fawzia Koofi

Wim Buysse interviewde voor Kif Kif de schrijfster Nadene Ghouri. Een beklijvend en allesbehalve vrijblijvend gesprek over de strijd voor democratie en vrouwenrechten van het Afghaanse parlementslid Fawzia Koofi. Een strijd die ze voert voor haar dochters en alle andere Afghaanse vrouwen.

dinsdag 29 maart 2011 18:08
Spread the love

Het eenzame gevecht van twee generaties Afghaanse vrouwen

Van je familie moet je het hebben. In 1975 beviel een uitgebluste depressieve Afghaanse vrouw van haar zevende kind. Ze bevond zich in een stenen berghut ergens op de zomerweiden van het huidige district Kuf Ab in de onherbergzame gebergteprovincie Badakhshan tegen de grens met Tadjikistan.

Ze was ooit de favoriete tweede vrouw van haar man, die ondertussen al zeven vrouwen had. De bevalling duurde 30 uur. Toen de uitgeputte moeder vernam dat ze een meisje had gebaard, wendde ze wenend het hoofd. Een vroedvrouw wikkelde de boreling in een dekentje en legde het buiten in de blakende zon. Daar lag het baby’tje urenlang te krijsen tot de vrouwen wroeging kregen en het terug binnen namen. Van een tante kreeg ze het koosnaampje “rood muisje”, naar de letsels van de zonnebrand die nog vele jaren haar gezicht ontsierden.

Dat kind is nu een 35 jarig Afghaanse parlementslid, ondervoorzitter van het parlement en kandidate voor de presidentsverkiezingen in 2014: Fawzia Koofi. Ze stelde zaterdagavond 5 maart de Nederlandse vertaling van haar autobiografie “Brieven aan mijn dochters” voor in Antwerpen op Mind the Book, vlak voor het interview van Robert Fisk door Rudi Vranckx.

In zijn boek “De Grote Beschavingsoorlog” merkt Fisk op dat de helft van de inwoners ontbrak in Kaboek toen hij er voor het eerst na de overname door de Taliban toekwam. Hij ving er enkel sporadisch een glimp van op, in de verte en van top tot teen verscholen onder boerka’s. Waar Fisk met zijn verhalen en analyses in vogelperspectief de grote historische en geopolitieke verbanden schetst, krijgen we van Fawzia Koofi, als het ware in “muisperspectief”, een inzicht in hoe die ontbrekende helft de lokale gebeurtenissen heeft beleefd. En vooral overleefd. Dit levert alvast genoeg stof op om op 35-jarige leeftijd 300 bladzijden met een autobiografie te vullen.

Als politiek actieve vrouw in Afghanistan beseft Fawzia Koofi dat elke verplaatsing zowel in binnen- als buitenland haar laatste levensdaad kan zijn. Elke reis schrijft ze dan ook een brief aan haar twee dochters Shohra en Shaharzadan, nu 11 en 12 jaar oud. Dit om hen te doen begrijpen dat ze desnoods haar leven wil geven opdat zij in vrijheid kunnen leven. Ze komt uit een politieke familie: haar grootvader was stamhoofd, haar vader parlementslid, een broer is commandant geweest bij de Moedjahedien. Ze komt uit een cultuur waar vrouwen traditioneel een aan de man ondergeschikte rol vervullen en dit aanvaarden. “Hij heeft bepaalde verwachtingen en slaat me alleen als ik die niet waarmaak” legde Fawzia’s moeder haar ooit uit.

Die berusting kan ver gaan zoals de keer toen haar moeder rijst kookte die haar vader te plakkerig vond: “Soms werd ze bewusteloos geslagen. Als ze dan weer opstond, negeerde ze de angstig starende bedienden, wreef as op haar hoofd om het bloeden te stoppen en nam weer de leiding om ervoor te zorgen dat de volgende lading rijst niet plakte.” (p. 24)

Dit alles verbleekt in het niets met wat Fawzia zelf meemaakte. Haar vader werd gedood door de Moedjahedien, een broer door de Taliban en haar man overleed aan tbc, opgelopen in de gevangenis na zijn arrestatie door de Taliban. Ze slaagde erin om naar school te gaan en onder andere Engels te studeren, soms letterlijk kogels ontduikend op weg naar de les. Ze moest haar studies aan de medische faculteit echter afbreken toen de Taliban aan de macht kwamen. Vrouwen mochten niet meer studeren en de meeste proffen waren toch al gevlucht. Uiteindelijk slaagt ze erin een job bij UNICEF te krijgen en gaat ze in de politiek.

Doorheen de gedetailleerde verhalen over haar eigen lotgevallen leren we ook hoe gewone mensen onder extreme omstandigheden grootse daden kunnen verrichten voor onbekenden. Er zijn taxichauffeurs die gevangenisstraffen riskeren omdat ze haar meenemen zonder begeleiding van een mannelijk familielid. Tijdens de rit moet ze dan zo snel mogelijk de namen van de familieleden van de chauffeur vanbuiten leren zodat ze bij een eventuele controle kan bewijzen dat ze familie is.

Er zijn buren in een flatgebouw, die hun eigendomsakte als onderpand aan de Taliban, geven zodat die een garantie hebben dat Fawzia’s man Kaboel niet zal ontvluchten na zijn vrijlating. En die dan een paar dagen later de man aanraden te vluchten omdat zijn leven in gevaar is. Er is een taxichauffeur die tussen de straatgevechten door de achterzetels uit zijn taxi haalt en lijken van onbekenden inlaadt om ze te gaan begraven, omdat moslims nu eenmaal de plicht hebben hun doden zo vlug mogelijk te begraven.

In de Nederlandse uitgave wordt niet vermeld dat het boek werd geschreven door Nadene Ghouri, in nauw overleg met Fawzia Koofi. Ghouri werkt als buitenlands verslaggeefster voor de BBC en de Mail on Sunday en ontving een reeks onderscheidingen en prijzen. Ze bracht verslag uit vanuit diverse landen, waaronder Liberia, Gaza, Iran, DRC Congo en Afghanistan. Het afgelopen decennium bracht ze vooral door in Afghanistan. Ze was er getuige hoe het aanvankelijk optimisme na de val van de Taliban omsloeg in een verslechterende veiligheid en toename van conflicten.

We belden haar afgelopen zondagavond op voor een interview, een dag voor ze opnieuw naar Afghanistan vertrok.

Kif Kif: Wat is uw relatie met Afghanistan?

“Ik kwam voor het eerst in Afghanistan in december 2001, net na de val van de Taliban. Ik was geattacheerd bij de World Service Trust (nvdr: liefdadigheidsafdeling van de BBC) voor een project van drie maanden en hielp met het opzetten van radio uitzendingen en training van Afghaanse journalisten. Het was een fantastische periode voor Afghanistan. Er heerste volop optimisme, de bevolking steunde de ISAF troepen volop (militaire NAVO eenheden in Afghanistan), mensen uit de Afghaanse diaspora keerden terug en investeerden in hun land. Ik werd verliefd op het land, nam loopbaanonderbreking en werkte er aan allerlei projecten. Ik heb er uiteindelijk zo’n 2,5 jaar gewoond. Nadien bleef ik er terugkomen voor opdrachten van de BBC en Al Jazeera, telkens voor perioden van 4 tot 6 maanden.”

Vanwaar het idee om dit boek te schrijven?

“Ik werd gecontacteerd door Elsa Lafon van uitgeverij Michel Lafon. Ze had een interview beluisterd waarin Fawzia Koofi onder andere vertelde over de brieven die ze aan haar dochters schrijft voor het geval ze een aanslag niet overleeft. Elsa Lafon vond dat daar een boek inzat. (Volgende link verwijst naar een gelijkaardig interview op Radio Netherlands Worldwide uit april 2009.)”

“Ik had daarvoor al van Fawzia Koofi gehoord en wist dat ze een gerespecteerd parlementariër was. Het schrijven van het boek duurde bijna een jaar. Ik heb o.a. een drietal maanden bij Fawzia thuis gelogeerd en had dan elke avond een beetje tijd om de hoofdstukken beter uit te werken. Fawzia werkt ontzettend hard. Ze is zeven dagen op zeven al om 7 uur ’s ochtends het huis uit en komt pas rond 8 u ’s avonds terug thuis. Dat is het moment waarop haar dochters tijd met haar willen doorbrengen, maar gedurende die drie maanden kwam ik daar dan ook nog eens tussen.”

Een quota systeem garandeert een minimum aandeel vrouwen in het Afghaanse parlement. Hoe is Fawzia Koofi vergeleken met de andere vrouwelijke parlementsleden? Is ze klaar om president te worden?

“Zoals gezegd, ze werkt enorm hard. Ze wordt door heel wat mensen gerespecteerd als parlementariër en is zo boven haar gender uitgegroeid.”

“Een deel van de andere vrouwelijke parlementariërs zit er gewoon te niksen. Maar er zijn nog uitzonderingen, zoals Malalai Joya. Die heeft echter een compleet ander karakter. Ze is een jonge activiste die geen blad voor de mond neemt. Zo werd ze eind 2003 tijdens een vergadering over de nieuwe grondwet in de Loya Jirga (nvdr: grote raad) bijna ter plekke gelyncht. Ze had de regionale krijgsheren en voormalige Moedjahedien criminelen genoemd die voor een internationaal gerechtshof moesten worden gesleept. Ze werd afgevoerd door aanwezige VN personeelsleden en onder bescherming geplaatst. In 2007 werd ze uiteindelijk geschorst als parlementariër.”

“Fawzia is traditioneler en conservatiever en werkt niet door uit te dagen, maar door coalities te vormen rond concrete dossiers. Ze werkt bijvoorbeeld al twee jaar aan een wetsvoorstel tegen gedwongen huwelijken en tegen seksueel misbruik van kinderen. Ze is nu zeer tegen haar zin aan het samenwerken met conservatieve parlementariërs en moest toegeven dat er een aantal sharia-achtige bepalingen in het voorstel worden opgenomen. Maar ze beseft dat er zonder dergelijke toezegging geen wetsvoorstel komt.”

“En ze moet dit allemaal op haar eentje uitdokteren. Ze heeft geen voorgangers om naar op te kijken, niemand die haar advies kan geven over carrièrekeuzes, ze baant haar eigen weg. Die weg is eenzaam, moeilijk en vaak gevaarlijk. Tegelijk zie je dat ze zich zoals elke moeder met een drukke baan schuldig voelt dat ze weinig tijd met haar dochters doorbrengt.”

Is Afghanistan klaar voor een vrouwelijke president? Of moeten we nog een jaar of 10 wachten, tot haar dochters volwassen zijn.

“Afghanistan is absoluut niet klaar voor een vrouwelijke president. Zelfs mijn Afghaanse vrienden, die zich als liberaal beschouwen, zijn dit naar westerse normen helemaal niet. Toen ik een van hen ooit vroeg waarom hij met een jong ongeletterd meisje trouwde zei hij me dat hij affectie en kameraadschap bij zijn mannelijke vrienden vindt, intellectuele stimulatie via gesprekken met mensen als ik en dat hij zijn vrouw nodig heeft om het huishouden te regelen en voor de kinderen te zorgen.”

“Vrouwen die opkomen voor hun rechten krijgen niet alleen tegenwind van mannen, maar in eerste plaats ook van andere vrouwen. Ik bezocht ooit de oude vrouwengevangenis in Kaboel (ondertussen is er een nieuwe, Badam Bagh). Vrouwen die waren weggelopen van hun man werden samen met hun kinderen opgesloten in een aparte vleugel. Ik telde tot 8 vrouwen en kinderen per cel, in een andere vleugel met zware criminelen zoals moordenaressen zag ik maar 1 vrouw per cel.”

“De Afghaanse overheid vindt dat ze op die manier die vrouwen beschermt tegen wraak van hun familie en ziet dit als een gunst. Ik vroeg de directrice, een vrouw van in de vijftig, waarom die vrouwen met hun kinderen in zulke erbarmelijke omstandigheden moesten leven terwijl ze eigenlijk zelf slachtoffer zijn. Ze antwoordde me dat zijzelf een diploma rechten had behaald en was getrouwd met een man die enkel op de lagere school had gezeten. En dat haar man haar slaat omdat zij dat, in tegenstelling tot die andere vrouwen, aanvaardt. Dus gewoon het feit dat die vrouwen dit niet zomaar pikken was de reden!”

“Vandaar dat het verhaal van Fawzia en haar moeder gewoon moest geschreven worden. Ik heb veel vrouwen zoals haar moeder ontmoet. Enerzijds gaat het om machteloze, ongeletterde vrouwen die lijden en afzien. Tegelijk zijn ze zo sterk en zo moedig en hebben ze zoveel te vertellen. De vraag is: wie luistert? Hun echtgenoten zeker niet. En ik geloof dat ook velen in het Westen niet echt luisteren, want we hebben zelf al onze eigen mening over hen gevormd. Voor ons zijn ze anonieme slachtoffers zonder stem. We moeten daarmee ophouden. Het zijn niet zomaar slachtoffers maar dappere “agenten van verandering” die van binnenuit werken. Fawzia is dan nog eens een van de weinigen die in staat is hen een stem te geven.”

Fawzia Koofi is absoluut tegen het betrekken van “gematigde” Taliban bij toekomstige regeringsvormingen na 2014. Dan zullen er nieuwe presidentsverkiezingen worden gehouden en zouden de ISAF troepen zich al uit Afghanistan hebben teruggetrokken. Hoe is de stand van zaken momenteel met die gematigde Taliban?

“De strategie om een groep mensen, die totaal niet in democratie geloven, in een regering te brengen is compleet belachelijk. Het zou een verraad zijn tegenover alle Afghaanse vrouwen, elke gesneuvelde soldaat en alle inspanningen die de internationale gemeenschap ooit in Afghanistan heeft gestoken.”

“Er is nu al een toenemende “talibanisering” aan de gang. Vrouwelijke parlementsleden, journalisten en VN-medewerkers worden op straat bespuwd en uitgescholden voor hoer. Tegen Fawzia lopen smeercampagnes. Ze kunnen politiek niks tegen haar inbrengen, dus sturen ze verzonnen verhalen de wereld in over losbandig gedrag. Het is nog geen tien jaar geleden dat de Taliban verdreven werden en mensen beginnen zich openlijk af te vragen of de Taliban wel zo slecht waren.”

“Ik heb het zelf een keer meegemaakt hoe Fawzia bijna werd ontvoerd. Ik zat naast Fawzia op de achterbank toen haar wagen werd tegengehouden bij een wegcontrole. Plots gebeurde alles zeer snel. De voordeur werd opengerukt en de chauffeur was al uit de wagen getrokken nog voor ik besefte dat we gestopt waren. Ze openden de achterdeur maar toen ze mij zagen zitten, bleven ze even aarzelen. Ze wisten niet wie ik was en hadden niet verwacht dat er een buitenlander naast Fawzia zou zitten. Die aarzeling gaf Fawzia de tijd om naar de minister van Binnenlandse Zaken te bellen, ondertussen schreeuwend naar de ontvoerders dat ze de minister aan de lijn had.”

Naar het einde van het boek toe, en ook tijdens haar lezing op Mind the Book in Antwerpen, probeert ze ons ervan te overtuigen dat er in Afghanistan ondanks alle problemen een hoop opportuniteiten liggen: moreel sterke vrouwen, de familie is belangrijk, natuurlijke rijkdommen, mogelijkheden voor fruitteelt en hernieuwbare energie, een strategische ligging t.o.v. China, een meerderheid van de jonge kiezers wil meer democratie, … De publieke opinie in het Westen heeft een zeer negatieve perceptie over Afghanistan. Wat denkt u hierover?

“Het is tragisch om vast te stellen dat er op minder dan 10 jaar tijd zoveel is verkeerd gegaan. En het is bijna niet meer te geloven hoe verschillend de situatie was in de periode 1966 – 1975. Afghanistan lag op de “hippie trail”, jonge vrouwen in Kabul droegen minirokjes en er reed een trolleybus, de Milli. Tijdens de sovjet aanwezigheid was er repressie, maar tegelijk was het onderwijs goed uitgebouwd en hadden vrouwen gelijke rechten. Tijdens de burgeroorlog werden waarschijnlijk nog ergere wreedheden begaan dan onder de Taliban. De geschiedenis van Afghanistan begint dus niet met de komst van de Taliban.”

“Afghanen stonden traditioneel altijd open en tolerant tegenover anderen. Maar bijna 30 jaar oorlog en onveiligheid hebben het karakter van de Afghanen veranderd. Er heerst apathie, alle schuld wordt op het Westen geschoven, zowel op de militairen als op de ontwikkelingshelpers. Journalisten, maar ook schrijvers en dichters worden bedreigd door de Taliban, door de geheime dienst of door gewone misdadigers. Er blijven maar weinig jongeren meer achter die een rol als jeugdleider kunnen opnemen. Maar verandering kan nooit van buiten worden opgelegd. Vandaar dat vrouwelijke politici zo enorm belangrijk zijn voor het land en voor de verdere democratisering.”

——————————————————————————–
De Nederlandse vertaling “Brieven aan mijn dochters” door Fawzia Koofi en Nadene Ghouri werd gepubliceerd door Uitgeverij Balans. 

take down
the paywall
steun ons nu!