foto: aljazeera
Opinie, Nieuws, Wereld, Libië, Opinie -

Een interventie in Libië, een nieuwe oorlog om olie

De laatste dagen gaan meer en meer stemmen op om in Libië militair tussenbeide te komen. Zogezegd om humanitaire redenen en om een bloedbad te voorkomen. Dat klinkt goed, maar het is naast de kwestie. In werkelijkheid gaat het om de olie in de ondergrond en wellicht om de groeiende rivaliteit met China.

donderdag 3 maart 2011 17:08
Spread the love

Het VS leger warmt zich op

Op 21 februari, bij het begin van de Libische opstand, waarschuwde Fidel Castro voor een mogelijke militaire interventie van de NAVO. Het was volgens hem misschien ‘een kwestie van dagen’. In de Westerse media kreeg hij de wind van voor, zoals gewoonlijk.[1] Vandaag, tien dagen later lijkt zo’n interventie meer dan waarschijnlijk en inderdaad mogelijks nog een kwestie van dagen. Op dit moment stomen zware oorlogsschepen op naar de regio en een militaire basis van de Britten op Cyprus wordt volop in gereedheid gebracht om gevechtsvliegtuigen te kunnen inzetten.

Volgens Hilary Clinton is ‘geen enkele optie uitgesloten’. Er wordt gedacht aan het instellen van een ‘no-fly zone’. Dat lijkt op het eerste gezicht een tamelijk beperkte operatie, maar dat is het geenszins. Volgens de militaire bevelhebber voor het Midden-Oosten betekent zo een no-fly zone niet alleen het eventueel neerhalen van helikopters en vliegtuigen, maar ook de vernietiging vooraf van de Libische luchtafweer. Dat zijn dus onvervalste oorlogsdaden. Topofficieren van het VS-leger hebben ook andere opties bekeken, ‘waaronder het instellen van “veilige zones” om mensen tegen het regime te beschermen, om havens, luchthavens en olievelden (sic) te beveiligen, en om garanties te voorzien voor het installeren van een nieuwe regering’, aldus de Financial Times.[2]

Democratie redden of onderdrukken?

Washington kiest blijkbaar onvoorwaardelijk de kant van de opstandelingen, en wordt hierin aarzelend gevolgd door Brussel. Dat is op zijn minst merkwaardig. De Egyptenaren en Tunesiërs hebben voor steun van het Westen ongeveer moeten wachten tot op het moment dat het bijna zeker was dat hun opstand het ging halen. Ondertussen waren er in beide landen al honderden doden gevallen onder de burgers. Tot op het allerlaatste moment is er intensief overlegd tussen de regering en het leger van de VS, en hun collega’s van Egypte en Tunesië. Van sancties tegen de regimes was al hemelaal geen sprake. Zou het kunnen dat het zwarte goud in de ondergrond van Libië hier iets mee te maken heeft?

Vandaag zet Washington die praktijk in elk geval verder in de andere landen van de regio die te maken hebben met een mogelijke of een heuse opstand. Volgens de New York Times hebben de VS de voorbije dagen ‘topdiplomaten uitgezonden om de monarchen bij te staan en gerust te stellen, zelfs zij die aan het hoofd staan van de meest onderdrukkende regimes.[3] En het blijft niet bij adviezen. Saoedi-Arabië, een van de vazalstaten van de VS, heeft – uiteraard met toestemming en wellicht zelfs op aansturen van Washington – tanks gezonden naar buurland Bahrein om de prodemocratische opstand te onderdrukken.

Het wordt een beetje lastig: dezelfde regering die tanks stuurt (of laat sturen) om de democratie te onderdrukken in het ene land zou in een ander land militair tussenbeide komen om daar de democratie te gaan redden…[4]

De veroordeling van een militaire interventie …

In de laatste vijftig jaar is het Noord-Amerikaanse leger wereldwijd bijzonder actief geweest, maar het heeft geen enkele keer opgetreden om de vrede of democratie te bevorderen. Keer op keer was de interventie erop gericht om de eigen economische en strategische belangen te vrijwaren. Het heeft daarbij de meest verwerpelijke regeringsleiders aan de macht gebracht of in het zadel gehouden en systematisch de ontvoogding van de volkeren uit het Zuiden proberen te dwarsbomen.[5] Als de voorbije maanden al iets hebben duidelijk gemaakt, dan is het dat Washington bevreesd is voor een echte democratisering van de Arabische wereld.

In de niet-westerse wereld gaan dan ook heel wat stemmen op tegen een eventuele militaire interventie tegen Khaddafi.

Om te beginnen in Libië zelf. Er heerst verdeeldheid onder de opstandelingen, ook wat betreft een mogelijke militaire interventie, maar de meeste rebellen zijn manifest tegen elke vorm van inmenging van buitenaf. Zij beseffen heel goed dat het bij zo’n interventie in de eerste plaats om de oliebronnen gaat en niet om de mensen zelf. Notoire uitzondering is het Nationaal Front voor de Bevrijding van Libië, een door de CIA getrainde groep in ballingschap. Het is dan ook weinig verrassend dat deze groep voor een heuse militaire inmenging pleit in hun land.[6]

De Arabische Liga, die de Libische regering de steun heeft ontzegd, heeft zich ook expliciet uitgesproken tegen zo’n interventie.
Erdogan, de premier van Turkije motiveerde zijn tegenkanting tegen een militair optreden als volgt: ‘Het Midden-Oosten en Afrika werden door het Westen beschouwd als bronnen van olie en gedurende decennia gebruikt als pionnen in de oorlog om olie’. Voor hem is een militair optreden in Libië ‘een absurditeit’.
De Cubaanse minister van Buitenlandse Zaken wenst dat ‘het Libische volk een snelle, vredevolle en soevereine oplossing zou vinden, zonder enige vorm van buitenlandse inmenging of interventie’.
Ook de fel belaagde Hugo Chávez, president van Venezuela, sprak zich in dezelfde richting uit. Hij stelde dat hij zich voorzichtig had opgesteld over de crisis in Noord-Afrika uit respect voor de soevereiniteit van Egypte, Libië en Tunesië. ‘Zij die Libië ogenblikkelijk hebben veroordeeld, repten met geen woord over de bombardementen en de slachtpartijen van Israël in de Palestijnse gebieden, of van de VS in Irak en Afghanistan. Daarom zijn zij slecht geplaatst om wie dan ook te veroordelen.’ Hij zei dat zijn regering het geweld veroordeelt, maar evengoed de manipulatie van de media wereldwijd. ‘Ik kan niet zeggen dat ik deze of gene beslissing van gelijk welke regering steun of goedkeur, want het is moeilijk om van op afstand te oordelen. Maar wij steunen wel de regering van Libië, de onafhankelijkheid van Libië en we willen de vrede voor Libië en voor alle landen van de wereld.’[7]

De ongelofelijke hypocrisie van het Westen

De blijvende steun van Chávez aan de Libische regering laat ik voor zijn rekening. Maar hij is in elk geval consequent in vergelijking met het Westen. Dat bombardeerde Khaddafi in de jaren tachtig eerst tot paria, om hem dan vanaf 2003 te presenteren als eerbare partner en nu opnieuw te laten vallen als een baksteen. Telkens omdat het hen zo uitkwam.

De hypocrisie en het gebrek aan scrupules kennen overigens geen grenzen. Vanaf 2006 werd het kruim van de journalistieke en intellectuele wereld van de VS en Groot-Brittannië ingezet om het blazoen van Khaddafi op te poetsen. Het ging o.a. om de journalisten Thomas Friedman (NYT), David Frost (BBC), Fareed Zakaria (CNN en Newsweek), en topintellectuelen als Francis Fukuyama, Anthony Giddens, Joseph Nye en Bernard Lewis. Ze werden voor hun diensten uiteraard royaal betaald.

Een denktank die voortkwam uit de Harvard Business School, heeft aan de Libische regering toegezegd om ‘positieve artikelen’ te publiceren over Khaddafi en het land in The New York Times, The Economist en Foreign Affairs, bladen van zogezegde topkwaliteit, die nu om ter hardst roepen hoe verderfelijk het Libische bestel wel is.[8]

Het is een straf staaltje van wat Chomsky en Herman omschrijven als ‘manufacturing consent’: het kneden of manipuleren van de publieke opinie in functie van de belangen van het kapitaal.[9] Het maakt nog maar eens duidelijk waarom de mainstream media systematisch moeten gewantrouwd worden en waarom alternatieve media meer dan ooit cruciaal zijn.

De redenen voor een militaire interventie

Of het uiteindelijk tot een militaire interventie komt, zal de toekomst uitwijzen. De VS zijn er in elk geval op uit om voldoende (militaire) controle te krijgen op het Libië van na de opstand. We mogen niet vergeten dat Libië de grootste oliereserves van het continent bezit. Het Witte Huis droomt wellicht van een militaire basis in het land. Op dit moment hebben de VS al tien militaire bases of steunpunten in het continent.[10] De afgelopen jaren heeft Washington zijn militaire aanwezigheid in het continent gevoelig opgedreven. Het leger van de VS houdt de laatste tijd regelmatig gezamenlijke oefeningen met minstens 17 Afrikaanse legers en het leidt in 34 van de 54 landen officieren op.[11]

Die militarisering heeft te maken met de geopolitieke verschuivingen op wereldschaal, met name de relatieve neergang van de VS en de snelle opgang van een aantal groeilanden, vooral dan van China. Peter Brookes van de invloedrijke Heritage Foundation windt er wat Afrika betreft geen doekjes om: ‘De VS moeten alert zijn voor een potentiële verstoring op lange termijn van de Amerikaanse toegang tot belangrijke grondstoffen en energiebronnen, voor zover deze bronnen door Chinese bedrijven ‘bestemd’ zouden worden voor de binnenlandse markt van China om de Chinese economische groei te handhaven. De nationale belangen van de VS liggen effectief in het counteren van deze ontwikkelingen in Afrika.’[12]

Het Witte Huis luisterde naar zijn advies. In november 2006 was er in Beijing een belangrijke top over de samenwerking tussen China en Afrika. Minstens 45 Afrikaanse staatsleiders waren aanwezig. Er werden miljardencontracten afgesloten. Een half jaar later lanceerde de regering-Bush de creatie van Africom, een nieuw militair commando dat uitsluitend op Afrika gericht is. Vanaf oktober 2008 werd het operationeel en werd de militaire aanwezigheid op het continent gevoelig opgedreven. Het doel is om de opkomst van potentiële rivalen te beteugelen en indien mogelijk een positie bereiken van ‘strategic denial’, d.w.z. de mogelijkheid om de toevoer van vitale grondstoffen aan andere landen te kunnen verhinderen.[13]

In dit stadium opereert Washington nog niet rechtstreeks. Het probeert zijn doel te bereiken via lokale bondgenoten. Vandaag werd deze strategie al toegepast in Soedan, de Democratische Republiek Congo en in Niger. Potentiële kandidaten zijn Guinea, Ivoorkust en, zoals nu blijkt, ook Libië. Het gaat telkens om regio’s die vitaal zijn voor de Chinese import van mineralen of olie, of die van strategisch belang zijn voor de VS.[14] Met het groeiend militair activisme van de VS op het Afrikaanse continent (en van zijn junior partner, Europa) aan de ene kant en de toenemende aanwezigheid van de groeilanden aan de andere kant, zal de spanning in de toekomst alleen maar verder toenemen. De eventuele interventie in Libië is daar wellicht de voorbode van. Het lijkt erop dat het Westen zijn relatieve economische neergang probeert te stoppen met militaire middelen. Ik hoop dat ik me vergis.

Noten

[1] Zie bvb. Demuynck K., ‘Fidel, Khadafi en de mediaoorlog’, https://www.dewereldmorgen.be/artikels/2011/03/02/fidel-khadafi-en-de-mediaoorlog.

[2] Dombey D., e.a., ‘West casts military net around Libya’, Financial Times, 1 maart 2011, http://www.ft.com/cms/s/0/e588cd5c-4338-11e0-aef2-00144feabdc0.html; Barnes J., ‘Pentagon Repositions Naval Forces Off Libya’, Wall Street Journal, 28 februari 2011; Blitz J., e.a., ‘Alarm over plans for Libya no-fly zone’, Financial Times, 2 maart, 2011, p. 2.

[3] Landler M. & Cooper H., ‘U.S. Trying to Pick Winners in New Mideast’, New York Times, 24 februari 2011, http://www.nytimes.com/2011/02/25/world/middleeast/25diplomacy.html?pagewanted=1&sq=gulf%20monarchs&st=cse&scp=1.

[4] Surk B. & Murphy B., ‘Gulf allies back Bahrain rulers with likely caveat: No big concessions’, Associated Press, 21 februari 2011, http://www.newser.com/article/d9lh9vog0/gulf-allies-back-bahrain-rulers-with-likely-caveat-no-big-concessions.html; ‘Stop U.S. military intervention against Libya’, http://www.pslweb.org/liberationnews/news/no-military-intervention-against-libya.html.

[5] Zie bvb. Blum W., Rogue State, London 2002; Bricmont J., Humanitaire interventies. Mensenrechten als excuus voor oorlog, Berchem 2008.

[6] ‘Rebel Libyan army in east ready to help Tripoli’, Al Arabya, 27 februari 2011, http://www.alarabiya.net/articles/2011/02/27/139495.html; ‘US military prepares for Libya despite not being welcomed by rebels’, http://www.examiner.com/foreign-policy-in-national/us-military-prepares-for-libya-despite-not-being-welcome-by-rebels; Blitz J., e.a., ‘Alarm over plans for Libya no-fly zone’.

[7] Blitz J., e.a., ‘Alarm over plans for Libya no-fly zone’, Financial Times, 2 maart, 2011, p. 2; Klis, H., Arabische Liga tegen interventie Libië, NRC Handelsblad, http://www.nrc.nl/nieuws/2011/03/01/arabische-liga-tegen-interventie-libie-zoon-gaddafi-geen-bombardementen/;www.trabajadores.cu/news/2011/2/24; ‘Chávez dice que ha sido prudente por respeto a la soberanía del mundo árabe’, ElEconomista.es, 26 februari 2011, http://ecodiario.eleconomista.es/flash/noticias/2860560/02/11/Chavez-dice-que-ha-sido-prudente-por-respeto-a-la-soberania-del-mundo-arabe.html.

[8] Meeus T., ‘Amerikaanse denkers lieten zich graag onthalen door Kadhafi’, NRC Handelsblad, overgenomen door De Standaard, dinsdag 01 maart 2011, http://www.standaard.be/artikel/detail.aspx?artikelid=OS36V0PB&word=libi%C3%AB; cfr. http://www.nrc.nl/nieuws/2011/02/26/zij-lieten-zich-voor-veel-geld-onthalen-door-gaddafi/.

[9] Herman E. & Chomsky N., Manufacturing Consent. The Political Economy of the Mass Media, New York, 1988.

[10] Griffin C., French Military Interventions in Africa: French Grand Strategy and Defense Policy since Decolonization, September 12-15, 2007, Italy, http://turin.sgir.eu/uploads/Griffin-france,_the_united_kingdom,_and_eu_capacities_-_christopher_griffin.pdf; http://fr.wikipedia.org/wiki/Fran%C3%A7afrique; Volman D., AFRICOM: The New U.S. Military Command for Africa, African Security Research Project, June 2008, http://concernedafricascholars.org/african-security-research-project/?p=12; Peck J., ‘Remilitarizing Africa for Corporate Profit’, ZMagazine, October 2000, http://www.zcommunications.org/remilitarizing-africa-for-corporate-profit-by-john-e-peck.

[11] Griffin C., French Military Interventions in Africa: French Grand Strategy and Defense Policy since Decolonization, September 12-15, 2007, Italy, http://turin.sgir.eu/uploads/Griffin-france,_the_united_kingdom,_and_eu_capacities_-_christopher_griffin.pdf; http://fr.wikipedia.org/wiki/Fran%C3%A7afrique; Volman D., AFRICOM: The New U.S. Military Command for Africa, African Security Research Project, June 2008, http://concernedafricascholars.org/african-security-research-project/?p=12; Peck J., ‘Remilitarizing Africa for Corporate Profit’, ZMagazine, October 2000, http://www.zcommunications.org/remilitarizing-africa-for-corporate-profit-by-john-e-peck.

[12] Brookes P. & Ji Hye Shin, ‘China’s Influence in Africa: Implications for the United States’, The Heritage Foundation, February 22, 2006, http://www.heritage.org/research/reports/2006/02/chinas-influence-in-africa-implications-for-the-united-states.

[13] Engdahl K., Full Spectrum Dominance. Totalitarian Democracy in the New World Order, Wiesbaden 2009.

[14] Deze thematiek wordt uitgewerkt in een toekomstig artikel over de aanwezigheid van China in Afrika en de geopolitieke dimensies daarvan.

dagelijkse newsletter

take down
the paywall
steun ons nu!