Nieuws, Samenleving, Cultuur, Boek, Recensie, Bruno Gaccio, Guignols de l'info -

‘De revolutie? – Wacht efkes!’

‘- La Révolution? – On s’rappelle…’ is de titel van het eerste boek van Bruno Gaccio. De bekende Franse mediafiguur beschrijft hierin zijn verwarde ergernis, zijn existentiële moedeloosheid en zijn gêne over de gang van zaken in de wereld. Een parlando scenario over zichzelf en de wereld die overal – en dus nergens – naartoe gaat.

donderdag 3 maart 2011 21:30
Spread the love

‘Als je verstand telkens met een meter zakt, blijf je een eikel’. Dat zei (in een vrije vertaling) de moeder van Bruno Gaccio tegen haar 50-jarige zoon. Bruno Gaccio ‘onderhoudt’ zijn moeder (nu achteraan de 70) en dat vindt hijzelf gênant. De papierarbeidster heeft vanaf haar 14e gewroet en haar pensioen bedraagt amper 950 euro. Dus springt hij – graag zelfs – bij. Want Gaccio verdient goed, meer dan goed, zoals wel meer ‘vedetten’ uit de (Franse) mediawereld.

Gaccio, zoon van een Italiaanse metser, verlaat de school op zijn 16e. Hij flirt een tijdlang met het anarchistische gedachtegoed en de CNT, de arbeidersorganisatie. Tussen 1992 en 2007 is hij de (mede-)scenarioschrijver  van het roemruchte ‘les Guignols de l’Info’. Dit is een Franse variant op ‘Spitting Image’, waarin poppen op een satirische wijze de politieke actualiteit becommentariëren. De Franse president Jacques Chirac was gek op zijn breedbekkende marionet en heeft ze ook in zijn politieke ‘imagebuilding’ gebruikt. Het dagelijkse programma met de spitse, soms onwelvoeglijke en vaak hilarische grappen en grollen is een publieke kaskraker met soms meer dan 3 miljoen kijkers. Kritisch en wat respectloos tegenover alles en iedereen en vooral zichzelf, zoals het echte anarchisten past.

In zijn boek schampert Gaccio voortdurend over zichzelf, zijn succesrijke medialoopbaan en zijn kennissenkring, die zich wentelt in gezapigheid. ‘Zou er nooit een moment komen dat ‘les Guignols de l’Info’ verweten wordt systeembevestigend te zijn? Want alles en nog veel meer kon en er is nooit ingegrepen. Nooit censuur geweest.’ (Er zijn wel een paar rechtszaken wegens smaad geweest). 

Als in 2002 Canal + , de zender waar ‘Les Guignols’ en de talkshow ‘Nulle Part Ailleurs’ worden uitgezonden, op de rand van het bankroet staat, is Gaccio de man die spreekt namens de werknemers. Dat wordt hem kwalijk genomen en blijkbaar wordt hij zelfs bespioneerd. Na de presidentsverkiezingen van 2007 stopt hij als schrijver van ‘Les Guignols. Hij blijft bedrijvig als schrijver, als directeur van een productiehuis voor fictieseries, als auteur voor theater, van boeken en sketches.

De vrijheid van meningsuitdrukking is hierin een terugkerend thema. Dat mensen zo weinig voor hun mening uitkomen, dat ze gelaten en geslagen hun levenslot ondergaan en niet ‘rouspeteren’, dat 150 multinationals (dus 150 beheerraden, niet verkozen door het volk en dus enkel hun eigenbelang vertegenwoordigend) het voor het zeggen hebben, dat zowat 100.000 ‘traders’ de financiële taart onder elkaar verdelen, dit alles treft hem. 

Wat hem vooral opstandig maakt, is dat de economie de macht van de politiek heeft overgenomen. Gaccio kijkt ernaar en begrijpt niet dat mensen daartegen niet in opstand komen. Hijzelf die tot de ‘gauche caviar’, de goedverdienende linkse intelligentsia, behoort en er zich wat voor schaamt, snapt niet dat er geen opstand, geen revolutie komt. Waarom ageren mensen niet, is zijn obsessionele dwanggedachte.

Al bij het begin van het boek, vertelt hij een waar gebeurd verhaal over een dakloze die hem in de metro vraagt om zijn blad te kopen. Gaccio – met een pak ‘intello’-kranten onder de arm – weigert. De dakloze vraagt hem een euro. Gaccio weigert, waarop de dakloze zegt ‘merci, Monsieur, bonne journée’.

Gaccio schiet in een Franse ‘colère’ en begint de dakloze uit te schelden tot er bijna een samenscholing ontstaat. De volgende dagen blijft de onderdanige en apathische houding van de dakloze in zijn brein ronddwalen. ‘Waarom ondergaan mensen hun lot lijdzaam? Waarom revolteren ze niet? Hoe bestaat het dat tweede derde van de planeet in armoede leeft en dat aanvaardt zonder morren?’

En dan start zijn zoektocht kriskras door zijn eigen leven en vriendenkring. Opgedeeld in hoofdstukken rond vrouwen(namen), hoe kan het anders voor de Franse versie van George Clooney met een puberaal libido? Zijn uiteenzettingen spatten alle kanten uit en komen dus nergens in vruchtbare grond terecht. Vooral omdat de in oorsprong scenarioschrijver een spreektaal hanteert en dat irriteert mateloos na een paar bladzijden. Het wordt geleuter en gezwam dat kop noch staart heeft. Of zoals hijzelf in zijn dankwoord aankondigt:

“Helaas, wat betreft het ontwarren van het labyrint van mijn denken…Ik ben er niet in geslaagd. Want, eerlijk, ik hou van het bordeel dat in mijn geest heerst. Het is onstabiel, soms duizelingwekkend, vaak zwartgallig, en toch ook vrolijk maar vooral levendig. Mijn brein is een kamer van een adolescent: chaotisch en lollig. Dank je (…)  om me daarvan bewust te maken.”

In die rommelhoop zitten wel een paar ideeën: zoals de etymologische betekenis van het woord ‘clochard’, of de aanzet tot het ontrafelen van de band tussen hedendaagse media en marketing, zelfs de lectuur van ‘Discours de la servitude volontaire’ van de 16e eeuwse humanist Etienne de la Boétie. Maar dan springt rusteloze Gaccio – kwetterend en kwebbelend – weer op een andere tak. De humor en de zingeving worden onderweg molenwiekend opgebrand. Jammer dat de boeiende basisgedachte  – waarom geen revolte? – zo verneukt wordt. En dàt is wel het geknipte woord in het geval van Bruno Gaccio.

Het boek  ‘- La Révolution – On s’rappelle…’ van Bruno Gaccio is een uitgave van éditions Descartes & cie, Parijs, www.editions-descartes.fr 

dagelijkse newsletter

take down
the paywall
steun ons nu!