Shock, verbijstering, onbegrip en zelfs kwaadheid. Zo klonken de reacties in verschillende Vlaamse media op de RTBF-reportage over de begrafenis van Marie-Rose Morel. De intussen bekende reportage begreep de empathie die velen voor Morel en haar nabestaanden voelden niet.
Wel integendeel, ze zag in Morels publieke stervensproces en semi-publieke begrafenis, een doorbreking van het cordon sanitaire en een normalisatie van het Vlaams Belang.
Kist gedrapeerd met Vlaamse vlag
Tot hier is het verhaal bekend. Wanneer we naar de beelden van de begrafenis kijken, is de RTBF-reportage niet uit de lucht gegrepen. Wat we zien is het volgende: heel veel mensen – sommigen mét Vlaamse vlag – voor de kathedraal van Antwerpen om de begrafenis van buitenaf te volgen, binnenin de kathedraal Morels kist die zorgzaam wordt gedrapeerd met de Vlaamse vlag, een geëmotioneerde Bart De Wever (N-VA) die de woorden “Blijf in de Vlaamse harten tronen, als de hoogste koningin” uitspreekt, vier Vlaams Belang-prominenten die de kist dragen én de aanwezigheid van verschillende democratische politici.
Een Vlaamse omarming van het Vlaams Belang lijkt een té eenzijdige redenering. Niet alleen omdat de zaak veel complexer ligt, maar ook omdat er niet zoiets is als ‘een Vlaamse omarming’ waarbij ‘de Vlaming’ het Belang omarmt.
Geen bevolkingsgroep is immers homogeen. Een zekere normalisatie van het Vlaams Belang speelt echter wél deels mee. Met een volledig cordon sanitaire in de media had Morel maar moeizaam een forum gevonden om haar ziekte in de openbaarheid te brengen.
“Met een volledig cordon sanitaire in de media had Morel maar moeizaam een forum gevonden om haar ziekte in de openbaarheid te brengen”
Een gedeeltelijke normalisatie geldt als basisvoorwaarde die het proces dat zich gedurende haar ziekteproces voltrok, mogelijk maakte. En dat proces is er één van identiteitsconstructie, of beter misschien, van identiteitsreductie.
Identiteiten zijn complex
Identiteiten zijn complexe fenomenen. Ze zijn niet eenduidig, maar bestaan uit verschillende – soms contradictorische – aspecten. Ze zijn nooit af, maar zijn voortdurend in opbouw, ze worden steeds ge(re)construeerd.
Deze logica geldt ook voor de identiteit van Morel. Voor ze ziek werd, bestond Morels publieke identiteit in eerste plaats uit die van extreemrechtse politica. Andere aspecten van haar identiteit – Marie-Rose de vrouw, de moeder van twee zoontjes, de dochter van twee hardwerkende mensen – werden, terecht, niet relevant bevonden.
Door haar gemediatiseerde ziekteproces werd haar zieke en sterven zelf echter meer en meer de kern van haar identiteit. Morel werd nu in de eerste plaats de strijdlustige vrouw die streed tegen de kanker en voor haar leven, om toch maar zoveel mogelijk tijd te kunnen doorbrengen met haar kinderen, haar twee prinsjes.
Uiteraard had Morel nooit dezelfde media-aandacht gekregen indien ze alleen maar een kankerpatiënte was geweest. Zo zijn er immers velen. Morel bleek een juiste mix te bezitten van interessante en mediagenieke subidentiteiten: extreemrechtse politica, ex-Miss Vlaanderen, betrokken in een vechtscheiding. Perfect.
“Morel bleek een juiste mix te bezitten van interessante en mediagenieke subidentiteiten: extreemrechtse politica, ex-Miss Vlaanderen, betrokken in een vechtscheiding”
De identiteitsconstructie van Morel als kankerheldin heeft zich aan de andere kant van de taalgrens niet voltrokken. Daar bleef Morel in eerste plaats de politica met een extreemrechts gedachtegoed. Dit verschil in identiteit lijkt aan de basis te liggen van het feit dat Morels begrafenis werd gepercipieerd als een omarming van het Vlaams Belang aan Franstalige kant, en dat deze perceptie op haar beurt werd gezien als een totaal gebrek aan menselijkheid aan Vlaamse kant.
Reductie van identiteit
De reductie van Morels identiteit tot haar zieke en stervende zelf voltrok zich langzaamaan doorheen haar ziekte- en stervensproces; vanaf de bekendmaking van haar ziekte, over haar schijnbare overwinning, tot haar herval en uiteindelijk haar onafwendbare dood. Momenten die één voor één sterk gemediatiseerd werden via onder meer haar online kankerdagboek, haar boek ‘Leve het leven’, haar participatie in Goedele Nu, haar interview met Koppen.
Iedereen kon naar believen getuige zijn van Morels tragische verhaal. Niet onbelangrijk: vele kankerpatiënten vonden via dit verhaal steun en moed. Hier, doorheen het gemediatiseerde stervensverhaal, werd Morels politieke identiteit, die werd gekenmerkt door een extreemrechts gedachtegoed, steeds minder belangrijk.
Dit proces werd niet in het minst door Morel zelf in de hand gewerkt. Zij herhaalde, vooral in de allerlaatste levensfase, meermaals dat de politiek haar gestolen kon worden. Als ze het haalde, zou ze voor de volle honderd procent voor haar kinderen en geliefden gaan. Die kinderen, haar prinsjes, waren dan ook vaak het hoofdingrediënt van de interviews die ze gaf en de blogs en columns die ze schreef.
“Zij herhaalde, vooral in de allerlaatste levensfase, meermaals dat de politiek haar gestolen kon worden”
Tot voor het moment waarop Marie-Rose Morel terminaal werd verklaard, was er wel nog sprake van een politieke identiteit. Een identiteit die weliswaar gecombineerd werd met de identiteit van ‘moedige kankerheldin’, de jonge moeder die vecht als een leeuwin.
Staande ovatie op Vlaams Belang-congres
Denk bijvoorbeeld aan de toespraak van Morel op het Europacongres van het Vlaams Belang. Het kale hoofd verhuld in een fleurig hoofddoekje, werd de moedige moeder op de tonen van ‘You’ll never walk alone’ gevierd met een staande ovatie. Morel van haar kant was er duidelijk van aangedaan dat zoveel mensen, zoveel Vlaams Belang-leden, zo intens met haar meevoelden.
Naarmate haar ziekteproces vorderde, werd Morels politieke identiteit echter steeds minder relevant. Meermaals werd aangehaald dat “menselijk lijden alle politieke grenzen overschrijdt”, maar vaak werd er zelfs niet meer over politieke grenzen gesproken. Marie-Rose was de moeder van twee zoontjes (de ouder bij uitbreiding), waarmee zo velen zich kunnen identificeren.
De vrouw die koppig strijdt tegen die vreselijke ziekte, waarmee ook zo velen zich kunnen identificeren. Voor de extreemrechtse politica was geen plaats meer. Dezelfde logica geldt trouwens voor Frank Vanhecke, niet langer ex-voorzitter van het Vlaams Belang, maar in eerste plaats, liefhebbende echtgenoot, een ‘grote meneer’.
Toch, aan Morels politieke identiteit bleek uiteindelijk niet volledig ontsnapt te kunnen worden. Gedurende de begrafenis leken alle aspecten van haar identiteit samen te komen. Gemengd en goed geschud. En dat bleek niet voor iedereen lekker te zijn.
“Gedurende de begrafenis leken alle aspecten van haar identiteit samen te komen. Gemengd en goed geschud. En dat bleek niet voor iedereen lekker te zijn”
Er was natuurlijk de begrafenis van de vrouw; de dochter van de rouwende ouders, de moeder van de verweesde zoontjes, de partner van de liefhebbende echtgenoot. Een echtgenoot die ze leerde kennen via haar politieke carrière bij het Vlaams Belang. Een partij waar ze tevens haar dichtste vrienden leek te hebben: Jurgen Ceder, Frank Dillen en Tom van der Troost.
Zo dicht dat het Morels wens was dat net zij haar kist zouden dragen. Schijnbaar wenste Morel zelf zich niet volledig van haar politieke identiteit te ontdoen. Vele aanwezigen rouwden om de vrouw en de moeder – Marie-Rose, Roos, Roosje, Roosje-lief – waarvoor zij empathie voelden en waarmee zij zich identificeren.
Verleden als extreemrechts politica niet uit te wissen
Sommigen rouwden evenwel om Marie-Rose Morel, zij die streed voor de Vlaamse zaak en helaas moest sterven aan kanker. En dit is nu net waar de RTBF-reportage ons met de neus op de feiten drukt. Morels politieke identiteit was niet verdwenen, een verleden als extreemrechts politica valt niet uit te wissen én niet te negeren. Want ja, het was ook een begrafenis van een Vlaams-nationalistisch, extreemrechtse politica.
Getuige hiervan de vele Vlaamse symbolen aanwezig tijdens haar begrafenis. Het was dus niet enkel een kwestie van niet kunnen ontsnappen aan die extreemrechtse politieke identiteit, maar eveneens een kwestie van niet willen ontsnappen.
“Het was dus niet enkel een kwestie van niet kunnen ontsnappen aan die extreemrechtse politieke identiteit, maar eveneens een kwestie van niet willen ontsnappen”
In verschillende Vlaamse media werd die politieke identiteit volledig genegeerd, wat zonder twijfel reducerend is. Enkel en alleen een politieke identiteit zien is echter evenzeer reducerend. Wat overblijft, is een complexiteit die eigen is aan elke identiteit, en die in dit geval gekenmerkt wordt door een gevoelige dualiteit tussen een extreemrechts gedachtegoed enerzijds en een tragisch voorbeeld van menselijk lijden anderzijds.
De verantwoordelijkheid van de media ligt er net in beide componenten in al hun complexiteit te tonen.
Leen Van Brussel
Leen van Brussel (VUB) doet onderzoek over de representaties van ziekte, levenseindezorg en dood in de Vlaamse geschreven pers.