Samenleving, Sport, Stampmedia, Gehandicapten, Voetbal, G-voetbal -

G-voetbal in de lift

Vele gehandicapte jongeren delen een passie voor voetbal met hun leeftijdsgenoten, maar de stap zetten naar een echte voetbalclub is vaak te groot. Dankzij G-voetbal kunnen zij nu ook zelf spelen. Voetbal voor gehandicapten wint de jongste jaren in Vlaanderen steeds meer aan populariteit.

vrijdag 4 februari 2011 09:23
Spread the love

Vorig seizoen maakte de 17-jarige Benji Commers van Sint-Truiden op de slotspeeldag zijn debuut in eerste klasse tegen Anderlecht. Niets bijzonders zou je zeggen, maar de verdediger is wel geboren met een handicap: zijn linkerarm stopt aan zijn elleboog.

Jongens zoals Benji Commers vormen echter een grote uitzondering. De meeste jongeren met een motorische of verstandelijke handicap komen ook bij clubs van het laagste niveau niet of nauwelijks aan spelen toe. Voor de meerderheid is zich aansluiten bij een gewone voetbalclub zelfs een te grote stap. Naast het gebrek aan speelkansen, vormen de moeizame sociale contacten vaak een hinderpaal. Zij beperken zich er noodgedwongen toe om passief langs de zijlijn te staan en hun favoriete team aan te moedigen.

Sinds een jaar of tien kwam er voor deze jongeren een oplossing. Enkele clubs gingen toen van start met G-voetbal. Zij bieden gehandicapten de mogelijkheid om hun favoriete sport te beoefenen. Er komen de laatste jaren steeds meer G-ploegen bij en het aantal leden blijft stijgen. Bij deze ploegen krijgen ze wel speelkansen en krijgen ze een gepaste begeleiding.

De ‘G’ van gelijkwaardig

Theo Verdonck is al jaren actief bij Avalympics, een G-sportclub uit Geel. Hij zorgde in 1996 voor de oprichting van een aparte G-voetbalploeg en startte nadien ook de G-voetbalwerking in Lier, Turnhout en Westerlo mee op.

“Bij Avalympics gaan we er prat op dat de ‘G’ niet enkel staat voor gehandicapt, maar ook voor gelijkwaardig, geïntegreerd, gewonnen, geoefend en genieten”, aldus Verdonck. “De ‘G’ mag geen stigma betekenen, maar moet kleurrijk ingevuld worden, en de mensen doen nadenken.”

Herhalen en nog eens herhalen

Trainer zijn van een G-ploeg verschilt volgens Verdonck in vele opzichten van het trainerschap bij een gewone voetbalploeg. “Voor sommige voetballers met een verstandelijke handicap blijft een eenvoudige balcontrole een zware opdracht. Als trainer is het belangrijk om je tijd te nemen, voortdurend oefeningen te herhalen en de spelers te stimuleren. Vooral de verstandelijk gehandicapte spelers hebben nood aan zekerheid en een vaste structuur.”

“Bovendien moet een G-trainer ook kunnen verliezen. Je kan als trainer een wedstrijd tussen G-ploegen immers heel gemakkelijk beïnvloeden, door spelers van een hoger niveau op te stellen of de zwakkere spelers op de bank te laten. Iedereen moet bij ons echter de kans krijgen om te voetballen. Een trainer moet bewust afstand kunnen nemen van prestaties. Dat is misschien wel het belangrijkste verschil met het reguliere voetbal.”

Competitie?

Verdonck is nog geen voorstander van een wekelijkse competitie. “Voorlopig opteren we ervoor om enkel trainingen te geven en af en toe deel te nemen aan een toernooi. Een wekelijkse competitie heeft als nadeel dat je veel tijd verliest aan verplaatsingen – het aantal G-ploegen in de buurt is immers beperkt. Doordat er weinig ploegen in de competitie zitten, volgen de wedstrijden tussen dezelfde ploegen elkaar snel op. De spelers hebben dan niet altijd voldoende tijd om conflictsituaties te vergeten. Bovendien dreigt het gevaar dat trainers na een tijd te veel resultaatsgericht gaan denken.” Sommige ploegen zijn intussen gestart met een driewekelijkse vorm van competitie. “We vinden het knap dat andere ploegen de stap naar competitie wel zetten en we zijn benieuwd hoe dit evolueert.”

© 2011 – StampMedia/Lessius – Verhoeven Maarten

take down
the paywall
steun ons nu!