Iron and Wine begon ooit per ongeluk. Schilder van opleiding Sam Beam gaf filmles aan de universiteit, was getrouwd en schreef en speelde in de late uurtjes liedjes voor zichzelf. Tot ze in handen van een paar kennissen vielen en Beam haast genoodzaakt werd om ermee naar buiten te komen. Het resultaat waren een paar van de mooiste platen en songs van de afgelopen jaren. Naast ‘The Creek Drank the Cradle’ (2002), ‘Our Endless Numbered Days’ (2004) en ‘The Shepherd’s Dog‘ (2007) was er onder meer ook een EP samen met Calexico. Beam (36) verzamelde verder een aantal van zijn rondslingerende tracks op ‘Around the Well’ (2009) en al wat hij uitbracht, bleek door een superieure vorm van singer-songwriterschap beheerst te worden. Zorgvuldig in elkaar gezette liedjes met sterke teksten en bestand tegen uitermate veel draaibeurten.
De verwachtingen voor ‘Kiss Each Other Clean’ lagen dan ook in het hoogste vakje. Beams naam is inmiddels één van de rijzende sterren in het alternatieve Amerikaanse muzieklandschap en nog verre van obscuur. Maar misschien waren de verwachtingen te hoog gespannen, want de plaat kan niet volledig overtuigen en geeft een moeilijke indruk.
Er staan sterke songs als ‘Godless Brother In Love’ op, maar als geheel mist de cd spanning en vooral muzikale punch. De reden voor dat laatste ligt hem zeker in het feit dat haast elke song lijdt aan een teveel aan tierelantijntjes en een vrij artificiële formule.
Beam kan schrijven en zingen, maar het omzwachtelde bad dat hij hier rond een aantal liedjes weeft is te wollig en vooral te soft. De dubby tonen van ‘Monkey Uptown’ bij voorbeeld blijven niet hangen. De directheid van ’s mans optredens drijft hier in een dikke mist en dat doet geen goed.
Het spijtige daarbij is dat de songs an sich niet slecht zijn, maar door de aanpak minder memorabel worden. Die observatie wordt trouwens bevestigd door de liveversies die we op internet tegen kwamen. Het spreekt boekdelen dat de single ‘Walking Far From Home’ slechts na een boel luisterbeurten herkenning oplevert, ook al is het een typische Beamtrack: slepend en haast apocalyptisch Bijbels.
Genieten is het wel van Beams teksten, zoals in ‘Your Fake Name Is Good enough For Me’ al wordt ook dat nummer door een warrig arrangement met teveel pannen en potten geruïneerd. ‘Tree By The River’ klinkt dan weer als hippieseventiesrock en ‘Half Moon’ herinnert aan doowop, maar dan komende van een slaperige JJ Cale.
Niet dat dit een slechte plaat is, maar het is wel vreemd dat je zo hard je best moet doen om door alles heen te luisteren om de liedjes te ontdekken. Aan u de inspanning.
Beoordeling: +++
(4AD)