President Aníbal Cavaco Silva werd zondag in de eerste ronde herverkozen, ondanks de historisch lage opkomst (foto: Público)
Nieuws, Europa, Politiek, Financiële crisis, Portugal, Speculatie, PS, Premier José Sócrates, Presidentsverkiezingen, Besparingsbeleid, Algemene staking, Aníbal Cavaco Silva, PSD, Manuel Alegre, Mário Soares, Francisco Lopes, PCP, Bloco de Esquerda, Fernando Nobre, José Manuel Coelho, Madeira -

Meer dan de helft Portugezen blijft thuis. Cavaco Silva herverkozen

De presidentsverkiezingen in Portugal van zondag werden gekenmerkt door het opvallend hoge aantal kiezers dat niet kwam opdagen. 53,37 procent stuurde zijn of haar kat. Uittredend president Aníbal Cavaco Silva werd in de eerste ronde meteen herverkozen met 52,94 procent. Volgens analisten drukt de uitslag de ontgoocheling uit met het harde besparingsbeleid van de socialistische regering-Sócrates.

maandag 24 januari 2011 17:45
Spread the love

In het Portugese politieke systeem, zoals dat ontstond na de Anjerrevolutie van 1974, heeft de president in de eerste plaats een ceremoniële functie als staatshoofd. Al kan de president wel eigenmachtig het parlement ontbinden en nieuwe verkiezingen uitschrijven.

Vaak zijn presidenten politici die al een rijke carrière achter de rug hebben. De historische socialistische leider, Mário Soares, is daar een goed voorbeeld van. Hij werd twintig jaar geleden herverkozen met 70 procent. Ook de huidige president, Aníbal Cavaco Silva (71), is tien jaar lang premier geweest van centrumrechtse regeringen (1985-1995), die Portugal in de Europese Unie hebben geloodst.

Half miljoen kiezers kwijt

In januari 2006 werd Cavaco Silva voor het eerst verkozen als president van de republiek met een uiterst krappe meerderheid van 50,54 procent of 2.773.431 stemmen. Zondag verbeterde hij zijn score (52,94 procent), maar door de zeer lage opkomst verloor hij wel ruim een half miljoen kiezers. Hij kreeg dit keer de steun van 2.230.104 Portugezen.

Cavaco Silva kon wel meer kiezers overtuigen dan het percentage dat de partijen die hem steunden, behaalden bij de laatste parlementsverkiezingen van 2009. Zijn eigen sociaaldemocratische PSD (centrum-rechts) haalde toen 29,11 procent en de centrumdemocratische CDS 10,43 procent, samen goed voor 39,54 procent.

Ontgoochelde socialisten

Waarschijnlijk hebben nogal wat ontgoochelde socialistische kiezers ook voor Cavaco Silva gestemd. De uitslag in het district Setúbal, een traditioneel socialistisch en communistisch bastion ten zuiden van Lissabon, lijkt in die richting te wijzen. In alle kieskringen kreeg Cavaco Silva er een meerderheid achter zich. Zelfs in het PCP-bolwerk Alcácer do Sal haalde Cavaco Silva één stem meer dan zijn communistische uitdager Francisco Lopes.

De andere presidentskandidaten konden nauwelijks op tegen het overwicht van Cavaco Silva. Vooral de zwakke score van de kandidaat van de regerende socialistische partij, Manuel Alegre (19,75 procent), wordt algemeen gezien als een teken van wantrouwen van de kiezers tegenover het harde besparingsbeleid van de regering van premier José Sócrates.

Maar ook binnen de socialistische partij is er een machtsstrijd aan de gang tussen de uitgesproken linkervleugel, die wordt gesteund vanuit de oppositie door het linkse Bloco de Esquerda, en de meer centrumlinkse vleugel van Sócrates. Verwacht wordt dat op het PS-partijcongres van eind februari harde woorden zullen vallen. Vooral de uitgesproken linkse kandidaten deden het slecht.

Nieuwe parlementsverkiezingen?

Bij een extrapolatie door de krant Diário Económico van de resultaten van zondag naar parlementsverkiezingen zou de PS een zware afstraffing krijgen (min 20 procent). De centrumrechtse PSD zou voldoende stemmen halen (46 procent) om een nieuwe regering te vormen. De kans bestaat dat de president in de verleiding zou komen om het parlement te ontbinden en parlementsverkiezingen uit te schrijven. Maar of dat een goed signaal zou zijn tegenover de financiële markten die Portugal nauwlettend in het oog houden?

De grootste verrassing, volgens de Portugese perscommentatoren, was het resultaat van de onafhankelijke kandidaat Fernando Nobre. Hij haalde zonder de steun van een partij of middenveldorganisatie en met nauwelijks financiële middelen om campagne te voeren 14,09 procent of 593.142 stemmen. Niemand had zo’n resultaat verwacht, ook niet de opiniepeilingen. Van de kiezers die de moeite deden om naar de stembus te gaan, verzamelde Nobre blijkbaar vooral de proteststemmen tegen het politiek systeem.

De kandidaat van de communistische partij, Francisco Lopes, haalde met 7,14 procent meer dan in de opiniepeilingen werd aangegeven. Vooral in het zuiden van Portugal scoorde hij opvallend goed. In acht kieskringen in de regio Alentejo haalde hij de hoogste score. In de stad Serpa zelfs 40 procent.

José Manuel Coelho die in de campagne wild om zich heen had geschopt, ook tegen Cavaco Silva, strandde op 4,5 procent, maar wist wel de meerderheid van de kiezers te verleiden op zijn thuisfront, het eiland Madeira, waar hij opkomt voor meer autonomie voor het eiland “tegen de betutteling van Lissabon”.

In het oog van financiële storm

Door de aanhoudende speculatie van de financiële markten tegen Portugese staatsobligaties is het land vorig jaar in het oog van een financiële storm terechtgekomen. Het is momenteel nog alles behalve duidelijk of ook Portugal niet zal worden gedwongen om bij de Europese Unie en het IMF aan te kloppen voor steunmaatregelen zoals al eerder gebeurde voor Griekenland en Ierland.

De regering probeert er alles aan te doen om de overheidsuitgaven onder controle te houden en heeft dan ook een rigoureus besparingsplan afgekondigd dat vanaf 1 januari van kracht is. Alle Portugezen zullen de maatregelen aan den lijve ondervinden.

Teken van wantrouwen van bevolking

Het mes wordt gezet in het aantal ambtenaren en de BTW-tarieven gaan fors omhoog. Lonen en uitkeringen worden bevroren en een hele reeks subsidies gewoon geschrapt. Op 24 november 2010 werd door de vakbonden een succesvolle algemene nationale staking gehouden tegen de besparingsplannen van de regering. Voor het eerst sinds lang lag zo goed als het hele land lam. Maar de regering zette haar plannen toch door.

Politieke analisten zien in de historisch lage opkomst bij de presidentsverkiezingen van zondag vooral een teken van wantrouwen van een groot deel van de bevolking in de capaciteit van de politieke klasse om de financiële crisis te bedwingen.

Nooit eerder heeft een Portugese regering zo’n drastisch besparingsprogramma afgekondigd, terwijl een aanzienlijk deel van de Portugese bevolking nog in relatieve armoede leeft. De werkloosheid ligt er wel veel langer dan in Spanje, maar veel Portugezen moeten meer dan één job combineren om het hoofd boven water te kunnen houden. Het minimumloon schommelt rond de 450 euro per maand.

dagelijkse newsletter

take down
the paywall
steun ons nu!