Jersey, belastingparadijs (foto: Marilyn Jane, Flickr)
Opinie, Nieuws, Wereld, Economie, Samenleving, Bankencrisis, Belastingparadijzen, Jersey, Luxemburg, Monaco -

Hoe belastingparadijzen soevereine landen nekken

De kapitaalvlucht uit ontwikkelingslanden, zowel legaal als illegaal, gebeurt op zo'n schaal dat ze de ontwikkelingshulp die ze krijgen van overheden, benefietacties (zoals onze “Music for life”) en filantropen (zoals Bill Gates) ruim in de schaduw stelt. De belastingparadijzen moet daarom absoluut aan banden worden gelegd, schrijft Eric Goeman, coördinator van het Financieel Actienetwerk.

maandag 17 januari 2011 18:05
Spread the love

In Groot-Brittannië werd “Treasure Islands” van de Britse journalist, auteur en onderzoeker Nicolas Shaxson volgens de verkooplijsten van Amazon direct een bestseller in de economische categorie. In de lijst met best verkochte boeken waarin alle categorieën samen gevoegd worden stond het boek ineens op de 26ste plaats tussen wereldauteurs zoals Stieg Larsson en Jamie Oliver.

De Britse kwaliteitskrant The Guardian besteedde er niet alleen een lovend redactioneel aan maar publiceerde ook twee dagen na elkaar twee hoofdstukken uit het boek. Waarschijnlijk is het voor mensen die er al jaren mee bezig zijn geen nieuws maar de analyse over de sociale en politieke gevolgen van het gedogen van belastingparadijzen en het verzamelde feitenmateriaal is indrukwekkend en verontrustend.

Terwijl België sinds jaren vooral naar de eigen navel staart en zich verliest in communautaire twisten en particulier geweeklaag, vereisen de sociale problemen veroorzaakt door belastingparadijzen en mondiale belastingontwijking een dringend en publiek maatschappelijk en politiek debat.

Nicolas Shaxson is onderzoeker bij Tax Justice Network en publiceerde in 2007 reeds een boek ‘Vergiftigde bronnen: de vuile politiek van de Afrikaanse olie’. Hij publiceert regelmatig over bedrijven en politiek in de Financial Times, Reuters, BBC en The Economist.

De titel van het boek ‘Treasure Islands, Tax havens and the Men who stole the World’ (vrije vertaling: ‘Schateilanden, belastingparadijzen en de mannen die de wereld plunderden’) verwijst duidelijk naar de 19e eeuwse avonturenroman “Schateiland” van de Schotse auteur Robert Louis Stevenson. Het boek leest wel als een avonturenroman maar met pijnlijke en verontrustende gevolgen (The Irish Times) en de “schelmen” en piraten zijn intussen gewetenloze hebzuchtige misdadigers bestaande uit de allerrijksten, bankiers, multinationale ondernemingen.

Google, Microsoft en andere multinationale asielzoekers

Al eerder hebben we gemeld dat Google de laatste drie jaar zijn belastingen met 2,2 miljard euro kon verminderen via een systeem dat bekend staat als de double Irish (letterlijk: tweemaal op z’n Iers). Winsten die Google had gegenereerd met niet-Amerikaanse activiteiten werden doorgeschoven naar zijn Ierse dochterbedrijven en dan naar de Bermuda’s, waar ze geboekt werden als activiteiten die de multinational Google toelieten zijn bedrijfsbelastingen op niet-Amerikaanse inkomsten in te krimpen tot het minitarief van 2,4 procent.

In 2005 meldde The Irish Times dat een Ierse zustermaatschappij van Microsoft een winst had gemaakt van 682,4 miljoen euro en daar nul euro bedrijfsbelasting op betaald had. Die winst kwam gedeeltelijk van activiteiten in Afrika, waar Bill Gates nota bene voor het goede doel had gedoneerd. Het bedrijf dat als draaischijf had gefungeerd voor die belastingoperatie was in Dublin gevestigd.

Het loont de moeite om na te gaan wat hier aan de gang is. Ondernemingen en personen die hun belasting niet betalen schuiven die in feite door naar degenen die ze wel betalen. Toch maken die ondernemingen en die personen net zo goed gebruik van de onderwijsstructuur en de openbare nutsvoorzieningen, kortom van de hele gemeenschappelijke infrastructuur waarop elke moderne democratie berust en die nu net gefinancierd wordt met de belastingen die zij ontduiken. Zij wensen wel te profiteren van al de voordelen van de moderne democratie terwijl ze ondertussen hun bijdrage daarvoor proberen tot niets te herleiden. Zij gedragen zich gewoon als parasieten.

In de VS kunnen de bedrijfsbelastingen oplopen tot 35 procent. Als Amerikaanse multinationals hun winst buiten de territoriale wateren in belastingparadijzen zoals Ierland, de Kaaimaneilanden en Bermuda parkeren, komt dit neer op een intrestvrije lening bij de VS-regering, wat dus een competitief nadeel betekent voor die ondernemingen die geen gebruik maken van dergelijke belastingconstructies of dat niet kunnen.

Bovendien gebruiken die bedrijven dezelfde soort systemen en structuren als internationale criminele organisaties, corrupte dictators en het groeiende wereldleger van nergens gedomicilieerde multimiljonairs.

Zestig procent van de wereldhandel gebeurt tussen multinationals, maar de manier waarop ze hun belastingen aangeven komt erop neer dat ze zelf kiezen in welk gebied van de wereld ze de fiscale last ervan dragen. Meestal is dat in rechtsgebieden met een beperkte bevolking.

Belastingparadijzen zijn een mondiale ramp voor de armsten van de armen

In zijn uitmuntend boek (Treasure Islands, Tax Havens and the Men Who Stole the World, uitg. The Bodley Head, 336pp.) legt de in Afrika (Malawi) geboren journalist Nicholas Shaxson uit welke rampzalige gevolgen dat systeem heeft voor de politiek op wereldniveau en voor het welzijn van de mensheid.

Het zijn de armsten van de armen die daar het meest onder lijden. Niet alleen zuigen de multinationals het geld weg uit de armere gebieden in de wereld, maar ze ondermijnen ook nog eens de inspanningen van de ontwikkelingslanden om hun samenleving behoorlijk te doen functioneren. Een billijke en correct geïnde belasting brengt een land veel meer baat dan ontwikkelingshulp.

Het onderzoek van Shaxson gaat precies over de wijze waarop de wereldhandel de politieke en organisatorische mogelijkheden van landen uitholt en over de rol die de belastingparadijzen daarin spelen. Op het gebied van politieke organisatie hebben de meest vooraanstaande banksystemen van de wereld daar een belangrijke inbreng.

Zijn boek bevat een aantal pakkende voorbeelden. In de jaren ’90 bijvoorbeeld, onderhandelde Angola over zijn schulden met Rusland. Het betrof een deal van anderhalf miljard dollar. De Angolese betaling kwam echter nooit terecht in de Russische schatkist. Het geld ging naar een filiaal te Genève van de UBS (een Zwitserse bank, n.v.d.v.) ten voordele van een rekening beheerd door ambtenaren van beider landen én naar die van ene Arkady Gaydamak, een Rus die de transactie hielp beklinken en die Shaxson een interview toestond.

Andere voorbeelden beschrijven hoe bevolkingen van arme landen enorme leningen moeten terugbetalen, die hun land schijnbaar heeft aangegaan, maar die in werkelijkheid door hun corrupte leiders werden geïncasseerd en doorgesluisd werden naar eigen rekeningen op buitenlandse banken. Belangrijk om te weten is dat deze banken, die zich in Zwitserland, Bermuda, de Kaaimaneilanden, Dublin, Londen, Jersey, enzovoort bevinden, dergelijke beleggingen graag verwelkomen en dat ze zich verwoed verzetten tegen pogingen om hen te verplichten daar melding van te maken. Heel vaak zijn de tussenpersonen en de boekhoudbedrijven betrokken bij het opzetten van dergelijke transacties en bij de oprichting van bedrijven waarvan het onmogelijk is na te gaan wie er de eigenaar van is.

Belastingparadijzen: het meest weerzinwekkende hoofdstuk in de wereldhandel sinds de slavenhandel

De kapitaalvlucht uit de ontwikkelingslanden, zowel legaal als illegaal, gebeurt op een zodanige schaal dat ze de ontwikkelingshulp die ze krijgen van regeringen, benefietacties (zoals onze “Music for life”) en filantropen (zoals Bill en Melinda Gates) ruim in de schaduw stelt. Shaxson citeert Raymond Baker, directeur van de Global Financial Integrity (Washington DC) die zegt dat het systeem van belastingparadijzen “het weerzinwekkendste hoofdstuk is in de wereldhandel sinds de slavenhandel”. Weinigen die Shaxsons boek lezen zullen daar anders over denken.

Na de Tweede Wereldoorlog werkten economen zoals John Maynard Keynes een wereldsysteem uit dat de wilde internationale financiën aan banden moest leggen. Shaxson toont hoe de ondergang van het Britse imperium en de dekolonisatie in de jaren ’60 plaats vond, net op het ogenblik dat de Londense City zich opmaakte om plekken zoals Jersey en de Kaaimaneilanden te gebruiken om het internationale banksysteem te laten ontsnappen aan de beperkingen die het werden opgelegd.

In de jaren ’70 echter brak het internationale banksysteem uit zijn banden. De voorwaarden die aan de basis lagen van de ‘twintig gouden jaren van het kapitalisme’ waren onopgemerkt ondermijnd geworden. Keynes, zo schrijft Shaxson, had er een heel duidelijke kijk op, toen hij beweerde dat het vrijmaken van de financiële transacties slavernij zou betekenen voor de mensen en hun democratische overheden. Vandaag zullen weinig Ieren of Grieken die mening betwisten.

Voor Shaxson heeft het begrip belastingparadijs een brede betekenis. Het slaat niet alleen op plaatsen zoals Bermuda, de Kaaimaneilanden, Jersey en Dublin. Ook Londen (alias Londongrad), Delaware en Florida rekent hij erbij.

Hij definieert ze als volgt: “Een plek die probeert commerciële en financiële activiteiten aan te trekken door het aanbieden van stabiele politieke faciliteiten met de bedoeling mensen of ondernemingen de kans te geven te ontsnappen aan regels, wetten, reguleringen en rechtspraak die elders van kracht zijn.”

Zijn hoofdstuk over Jersey is schrikwekkend. Vooral zijn beschrijving van de weerzinwekkende Britse aristocraten die met niets anders bezig zijn dan het bedenken van nieuwe wegen om geld aan te trekken door het ondermijnen van internationale regelgeving en van de beschaving in het algemeen, terwijl ze ondertussen maar weeklagen over allerlei moderne ontwikkelingen zoals het algemeen stemrecht.

Dergelijke regimes ondermijnen via zogenaamde “internationale concurrentie” de regels die allerlei instanties, die er het beste van proberen te maken, hebben ingevoerd om hun samenleving beter te doen functioneren. Nu al zoveel van de kwalijke bankpraktijken de crisis van 2008 hebben overleefd, kan men zich goed inbeelden dat de belastingparadijzen er ook niet slechter van geworden zijn. Shaxson schrijft nog dat het haast om moedeloos van te worden is als zelfs figuren zoals de “wilde weldoener” Bono en andere leden van U2 hun financiën van Ierland naar Nederland (Amsterdam) verhuizen om belasting te ontwijken. Maar wanhoop is geen optie, stelt hij, want er staat zoveel op het spel.

Om de beschaving te redden moeten de belastingparadijzen absoluut aan banden gelegd worden.

Eric Goeman

Eric Goeman is woordvoerder van Attac Vlaanderen en coördinator van het Financieel Actienetwerk (FAN).

http://treasureislands.org

take down
the paywall
steun ons nu!