Eind december hield de organisatie Joden voor een Joods Bat Yam (een voorstad van Tel Aviv) een protestactie tegen “de assimilatie van jonge Joodse vrouwen met Arabieren uit Bat Yam of het nabijgelegen Jaffa”. “De mensen zijn het beu dat zo veel Arabieren uitgaan met Joodse meisjes”, zegt een van de organisatoren, Bentzi Gufstein.
Eerder in december werd er in de Knesset verhit gedebatteerd over een religieuze richtlijn die Joden verbiedt appartementen te verhuren aan andersgelovigen. De tekst, die gericht is tegen Arabische Israëli’s die voor hun studies tijdelijk in de stad Safed verblijven, werd ondertekend door een aantal leidende rabbijnen.
Vervelend probleem
“We moeten Arabieren niet helpen zich in Israël te vestigen”, zei Rabbi Shlomo Aviner van de nederzetting Beit El. Volgens hem moeten verhuurders voorrang geven aan Joden die op zoek zijn naar een woning. Aviner ziet het groeiende aantal Palestijnen die Israëlisch staatburger zijn als een vervelend probleem.
En blijkbaar staat Aviner niet alleen. Volgens een recente peiling die gepubliceerd werd in de Israëlische krant Y Net staat een grote meerderheid van de traditionele Joden achter de oproep om geen appartementen te verhuren aan andersgelovigen, en zelfs 41 procent van de Israëli’s die voor de scheiding van geloof en politiek zijn. Israëli’s die blijven verhuren aan Arabische medeburgers, worden bedreigd. Hun namen verschijnen op lijsten die door rechtse organisaties worden samengesteld.
Mensenrechtengroepen slaan alarm. “De Israëlische democratie wordt bedreigd”, vindt Ronit Sela van de Vereniging voor Burgerrechten in Israël (Acri). “Een steeds grotere racistische fractie steekt collectief de kop op. De atmosfeer werkt dat in de hand. Dit zou niet zijn gebeurd voordat de huidige rechtse bewindsploeg begon te regeren.”
Gespeelde verontwaardiging
In de Knesset is er verontwaardiging te horen over de recente gevallen van discriminatie, maar volgens sommige volksvertegenwoordigers is die voor een deel gespeeld. “Drie maanden geleden keurde de Knesset een wet goed die dorpen met minder dan vijfhonderd inwoners toelaat niet-Joden te weren om ‘hun culturele eigenheid te bewaren'”, zegt Haneen Zoabi, aan Arabische Israëli die in de Knesset zetelt. “In het totaal zijn er vorig jaar ongeveer tien wetten goedgekeurd die tegen de Arabische minderheid waren gericht.”
Volgens Sela van de mensenrechtenorganisatie Acri laat ook de regering het afweten. “De rabbi’s die het verbod over het verhuren aan andersgelovigen ondertekenden, zijn ambtenaren en worden betaald door de staat. We hebben de minister van Justitie gevraagd de zaak te bestuderen, maar we kregen geen antwoord en er is ook niets ondernomen. Ook premier Benjamin Netanyahu heeft de rabbijnen niet terechtgewezen.”
Israël telt ongeveer 1,2 miljoen staatsburgers die Arabisch als moedertaal hebben en grotendeels islamitisch zijn. De Arabische Israëli’s zijn ondervertegenwoordigd in de politiek en het gerecht en er gaat minder geld naar scholen en andere openbare instellingen in de steden en dorpen waar ze wonen. Arabische Israëli’s raken veel moeilijker aan werk en bouwgrond en kunnen hun staatsburgerschap heel snel verliezen.