De 62-jarige diplomaat, die eerder al speciaal gezant was van de Braziliaanse president Lula da Silva en verschillende boeken over Haïti schreef, stelt in het interview in Le Temps dat de VN-blauwhelmen van MINUSTAH niet het antwoord zijn op de problemen van Haïti.
“Sinds 1986 en het vertrek van Jean-Claude Duvalier beleeft Haïti (…) een conflict van lage intensiteit. We worden geconfronteerd met een strijd om de macht door politieke actoren die de spelregels van de democratie niet respecteren.”
Er is niets te stabiliseren …
Voor de VN ging het erom de macht te ‘bevriezen’, het status-quo te bewaren. Het is voor de diplomaat onaanvaardbaar een ‘stabiliseringsmissie’ te sturen naar een land waar om en bij de tachtig procent van de bevolking werkloos is. “Er is niets te stabiliseren, en alles op te bouwen.” Bovendien wijst hij erop dat de internationale gemeenschap niets oplost, maar de zaken integendeel erger maakt.
Woorden waarin de OAS zich wellicht even verslikte, want ze heeft haar ambassadeur meteen na de publicatie van het bewuste interview teruggeroepen. Ricardo Seitenfus zweeg nochtans braaf over de totaal mislukte verkiezingen van 28 november die de OAS geldig verklaarde en die op een ernstige politieke crisis dreigen uit te draaien.
Naast zijn scherpe bedenkingen over de VN-missie was Seitenfus in het interview bijzonder kritisch voor de buitenlandse NGO’s die van Haïti haast een trainingskamp zouden maken voor hun personeel.
Humanitaire experimenten
Het land biedt volgens de diplomaat carte blanche voor allerlei humanitaire experimenten. “Het is moreel onaanvaardbaar Haïti als een soort van laboratorium te beschouwen.” Tegelijkertijd ziet hij een belangrijk verband tussen de zwakte van de Haïtiaanse overheid en de sterkte van de internationale NGO’s.
Internationale experts en de internationale gemeenschap in het algemeen worden evenmin gespaard in het opmerkelijke interview. “Ze willen van Haïti een kapitalistisch land maken, een exportplatform voor de Amerikaanse markt, dat is absurd. Haïti moet opnieuw worden wat het altijd al was, dat wil zeggen essentieel een landbouwland (…).”
Een uitspraak die opvallend veel lijkt op wat het Haïtiaanse middenveld al jaren wil: een bescherming van de lokale voedselmarkt tegen de dumping en investeringen in de landbouw als dé motor voor de ontwikkeling.
De diplomaat hoopte dat de wereld na de zware aardbeving van januari 2010, die aan meer dan 250.000 mensen het leven kostte, zou begrijpen dat ze niet op het juiste pad zat in haar samenwerking met Haïti.
Afwisseling tussen buitenlandse invasies en dictaturen
De afgelopen tweehonderd jaar heeft Haïti te maken gehad met een duur betaalde strijd voor de officiële erkenning van zijn onafhankelijkheid en een afwisseling tussen buitenlandse invasies en dictaturen.
Seitenfus betreurt dat de internationale gemeenschap de heersende politiek na 12 januari enkel maar sterker geaccentueerd heeft en dat verhoudingen met het buitenland altijd op een krachtmeting uitdraaien in plaats van op een dialoog.
Volgens de diplomaat moet de VN niet meer soldaten sturen, maar wegen bouwen, dammen optrekken, helpen aan het opbouwen van de staatsstructuren en het juridische systeem. “De VN zegt dat ze een dergelijk mandaat niet heeft. Haar mandaat is de vrede te bewaren op een kerkhof.”
Het interview mag dan in het verkeerde keelgat geschoten zijn bij vele vertegenwoordigers van de internationale gemeenschap, het vertelt – nu uit de mond van een ervaren diplomaat – een verhaal dat elke Haïtiaan kent.
Hij spelt de les aan de internationale gemeenschap die tegelijkertijd een hart onder de riem is voor de talrijke Haïtianen die reeds jaren ijveren om de actoren te worden die de politiek van hun land bepalen: “200 jaar geleden heeft Haïti de geschiedenis van de mensheid en deze van de mensenrechten verlicht. Nu moeten de Haïtianen de kans krijgen om hun visie te bevestigen.”
Verkiezingsmaskerade
Dat de Haïtianen dat nu net niet konden doen in de door de OAS gelegitimeerde verkiezingsmaskerade die met de hulp van de VN, de EU en andere internationale partners werd georganiseerd op 28 november 2010 mogen we daarbij echter niet uit het oog verliezen.
Dit interview lijkt er op te wijzen dat tenminste sommige internationale vertegenwoordigers de grote leugen omtrent de buitenlandse interventie eindelijk beu zijn.