2010 kende enkele belangrijke verschuivingen. De Vijver – moedermaatschappij van Woestijnvis – werd voor 49 procent eigenaar van Humo. In ruil kreeg de Finse mediagroep Sanoma – de vroegere eigenaar van Humo – een kwart van de aandelen van Woestijnvis.
Alle radiozenders hebben zich verenigd tot Radio Nostalgie (in handen van Alfacam, Concentra en Corelio) en VMMa – de maatschappij achter VTM – kocht de lifestylezender Vitaya.
De toenemende verstrengeling wordt door de Vlaamse Regulator voor de Media elk jaar mooi in een schema gegoten. U vindt het schema in pdf onderaan het artikel.
Er is niet één mediagroep die de hele sector domineert, maar in de verschillende deelmarkten is er wel sprake van concentratie, schrijft de VRM. “Het beperkte aanbod aan krantentitels, dat door slechts drie uitgevers op de markt wordt gebracht, is een op te volgen aandachtspunt”, klinkt het. Al voegt de VRM daar wel aan toe dat die schaalvergroting vanuit economisch standpunt wenselijk kan zijn om de leefbaarheid te verzekeren in een kleine markt.
Nieuwe spelers op het net
Opvallend is dat die concentratie zich ook doorzet op het vrije internet. De VRM merkt wel op dat er daar beweging in zit. “De online dagbladen van de klassieke printmedia krijgen op het web concurrentie van nieuwe initiatieven zoals vandaag.be, dewereldmorgen.be en apache.be.”
Dat de VRM de kritiek op vorige rapporten ter harte neemt, blijkt uit het feit dat de distributeurs Telenet en Belgacom deze keer niet onder de radar bleven. “In de schakel distributie zijn er nog minder spelers aanwezig en heeft de marktleider, Telenet, ook een veel sterkere positie t.o.v. de rest van het veld”, aldus de VRM.
De omroepen en de distributeurs hebben een complexe relatie. De zenders krijgen auteursrechten van Telenet en Belgacom, maar betalen hen ook transportkosten. Er zijn geen algemene tarieven en alles is gebaseerd op aparte deals. De VRM kon als eerste die vertrouwelijke afspraken inkijken.
De VRM stelde enkele vreemde zaken vast. “De balans wijst in het merendeel der gevallen in de richting van de omroepen, maar in sommige gevallen is dit omgekeerd. Deze verhouding blijkt niet perse bevestigd door de populariteit van de zenders in kwestie. De betaalde bedragen schommelen tussen nul euro, over enkele duizenden euro, tot meerdere miljoenen euro. Voor eenzelfde omroep kunnen de bedragen in de relatie met een ander platform zelfs in een volledig andere grootorde liggen.”
De VRM ontdekte ook waarom op bepaalde zenders zoveel reclame voor Belgacom en/of Telenet uitgezonden wordt. “In een aantal gevallen bevatten de overeenkomsten ook engagementen tot het spenderen van behoorlijk hoge advertentiebudgetten op bepaalde zenders”, aldus het rapport.
De omroepen VMMa (vtm en 2BE), VRT en SBS Belgium (VT4 en Vijftv) schreven in augustus nog een gezamenlijke brief aan Telenet en BelgacomTV waarin ze klaagden dat kijkers te makkelijk programma’s kunnen opnemen met hun digicorder waardoor de omroepen inkomsten verliezen.
Aanbevelingen
Wat de concentratie betreft, kan de Vlaamse Regulator voor de Media enkel rapporteren. De VRM heeft niet de bevoegdheid om op te treden. Aan het eind van het rapport worden wel enkele aanbevelingen gedaan. Zo kan bij de opmaak van een nieuw radiofrequentieplan overwogen worden om een kleiner aantal erkenningen voor lokale radio’s te voorzien, maar wel met een groter zendgebied.
De VRM stelt ook voor om de concentratie in de krantensector ter sprake te brengen tijdens de volgende Staten-generaal van de Media die in het voorjaar van 2011 georganiseerd wordt.
Volgens de VRM kan de verticale en horizontale integratie in het Vlaamse medialandschap tot “meervoudige recyclage van originele content en dus een verschraling van de inhoudelijke diversiteit” leiden. Het is een vingerwijzing naar de manier waarop mediagroepen redacties in elkaar schuiven (denk aan de artikels uit De Tijd op de economiebladzijden van De Morgen). De VRM roept de overheid op om dit fenomeen verder te onderzoeken.