Het zijn uitzonderingen die een compleet naslagwerk van voor tot achter lezen, maar soms nodigt het boek gewoon uit omdat te doen. En we moeten zeggen dat ‘De muziekindustrie – Een lexicon’ dat zeker doet. Ook al beslaat het lexicon zelf 360 bladzijden van de 514, toch hebben we het bijna volledig doorgenomen.
Cultuurindustrie
Dat komt ten eerste door de structuur van het werk. De Meyer (hoogleraar aan het Centrum voor Mediacultuur en Communicatietechnologie van de KU Leuven) en Trappeniers (advocaat, gespecialiseerd in de muziekindustrie en het auteursrecht en tevens docent) beginnen namelijk met een paar ‘gewone’ hoofdstukken waarin ze de muziek als onderdeel van de cultuurindustrie, de basisbeginselen van de muziekindustrie, de businessmodellen en een handig organigram van de muziekindustrie presenteren. Daarna volgt het lexicon en lees je… gewoon door.
De harde cijfers
De andere reden is dat de geïnteresseerde lezer op bijna elke bladzijde zaken of termen ontdekt die hij niet kent of slechts oppervlakkig weet. De auteurs beschrijven minutieus de opkomst (en eventuele ondergang) van bepaalde fenomenen en schuwen ook de harde cijfers niet, wat vaak heel verhelderend werkt. We verwijzen bij voorbeeld naar het lemma over Live Nation (Amerikaanse muziekgigant, onder meer achter Rock Werchter), waar de argeloze lezer omver valt van de gigantische bedragen die in de concert- en merchandising business meespelen.
Handig is ook dat het duo al die Engelse woorden verklaart en zo de leek aardig op weg helpt. Of het nu bootleg, EP, ringtones of tray is, het staat er allemaal in. Net als echte industrietermen, typische muzikantenzaken (als de rider) en afkortingen van de bekendste organisaties. Het juridische aspect van bijvoorbeeld piraterij of een 360°-contract wordt ook uit de doeken gedaan. De Meyer en Trappeniers gaan ook mee met hun tijd, want – waar ze kunnen – geven ze de lezer massa’s webadressen mee voor verdere lectuur. Verder kom je heel wat schema’s en een paar afbeeldingen tegen.
‘The Money Makers’
Het boek houdt trouwens niet op met het lexicon. Achteraan krijgen we nog een kleine geschiedenis van de industrie, een reeks voorbeeldcontracten, de volledige huidige auteurswet en een paar overzichten. Achteraan (op pagina 501) zit trouwens een gedetailleerde top 10 van ‘The Money Makers’ van 2009. Met U2 ver op kop, voor Bruce Springsteen en Madonna…
Veel van de info in deze derde, volledig herwerkte uitgave is natuurlijk tijdsgebonden en verandert voortdurend (zeker de industrie op het internet, wat hier al een uitputtende leesronde beslaat), maar het overgrote deel van dit werk blijft nog een flink aantal jaren overeind. Voor al wie van verre of dicht met het onderwerp te maken heeft, is dit lexicon essentieel.
Het boek werd uitgegeven bij Acco.