Christiana Figueres, uitvoerend secretaris van het VN-klimaatverdrag (UNFCCC), erkent halfweg de top dat de dreiging van een mislukking met de dag groter wordt. De zestiende klimaattop binnen dat raamverdrag begon op 29 november in het Mexicaanse Cancun en loopt nog tot 10 december. De bedoeling is er een opvolger te vinden voor het Kyotoprotocol, het protocol dat in 1997 binnen dat klimaatverdrag werd overeengekomen en op 2012 afloopt.
“Ik zie geen mogelijkheid om in Cancun een opvolger te vinden voor het Kyotoprotocol”, zegt de Costa Ricaanse diplomate. Figueres nam in juli de leiding over de klimaatgesprekken over van de Nederlander Yvo de Boer.
Geheime tekst
Vrijdag gonsde het van de geruchten over de onderhandelingen. Er werd stilzwijgend erkend dat de meningsverschillen over centrale thema’s als financiering zeer groot blijven.
Even steeg de temperatuur toen de ngo’s Third World Network, Friends of the Earth en International Forum on Globalisation zeiden dat de Mexicaanse regering een geheime tekst klaar had en die volgende week wilde voorleggen aan de milieuministers. Daarin zou staan dat het Kyotoprotocol vervangen wordt door het akkoord dat vorig jaar in Kopenhangen tot stand kwam en niet-bindende reductie van broeikasgassen inhoudt voor de ondertekenende landen. Figueres en de nationale delegaties ontkenden de berichten over die tekst.
Volgens het Kyotoprotocol moeten geïndustrialiseerde landen die het protocol hebben geratificeerd (en daardoor opgenomen zijn in Annex I), hun uitstoot van broeikasgassen gemiddeld met 5,2 procent verminderen ten opzichte van de uitstoot in 1990.
Verwaterd en oppervlakkig
Een groep landen onder leiding van Canada, Rusland en Japan verzet zich tegen de uitbreiding van het Kyotoprotocol. “We geven eerder de voorkeur aan een Annex I van het Kyotoprotocol met daarin bepaalde ontwikkelingslanden, zoals Brazilië, Mexico, China en Zuid-Afrika”, zegt Akira Yamada, onder-directeur-generaal van het Japanse ministerie van Buitenlandse Zaken.
Dat standpunt irriteert de delegaties van verscheidene ontwikkelingslanden, onder meer die van de zogeheten ALBA-alliantie met Venezuela, Cuba, Bolivia, Ecuador, Nicaragua en een reeks Caraïbische landen. “We krijgen voortdurend te horen dat de kans onbestaande is dat er in Cancun een akkoord komt over een bindende periode, en dat het enige haalbare op dit moment een sterk verwaterde en oppervlakkige beslissing is”, zegt de Venezolaanse onderhandelaar Claudia Salerno.
Gisteren (zaterdag) kregen de delegaties een nieuwe ontwerptekst van John Ashe, voorzitter van de ad-hocwerkgroep over het Kyotoprotocol. De bedoeling is tot een tekst te komen die aan de milieuministers kan worden voorgelegd wanneer die dinsdag hun sessies beginnen. Volgens Pablo Solón, hoofd van de Boliviaanse delegatie, is er geen sprake van een reductie die bindend is voor iedereen maar zou elk land zichzelf een vermindering kunnen opleggen.
