“Ik ben Loubna. Ik ben negen jaar. Ik kom uit Spanje. Ik spreek Berbers, Arabisch, Spaans, Catalaans, een beetje Italiaans en een beetje Nederlands.” Eén voor één stellen de kinderen zich voor. Voor de camera. Allemaal zijn zij pas enkele maanden in België. De meesten onder hen spreken meerdere talen.
Zuid-Afrika
“Deze beelden worden gemonteerd en binnenkort naar basisschool Villa Stuivenberg in Antwerpen-Noord gestuurd. En waarschijnlijk ook naar Zuid-Afrika,” zo verduidelijkt Tania Poppe. Poppe is naast actrice ook artistiek medewerker bij Sering vzw, een sociaal-artistieke theaterwerkplaats in Borgerhout.
Om de twee weken bezoekt zij samen met actrice Rebecca Huys de onthaalklassen voor anderstalige nieuwkomers in BSGO! Het Plantijntje in Borgerhout. Poppe: “De Worldwide Virtual Carrousel (WVC) is een mondiaal project. Theaters in The Bronx (New York), Villa El Salvador (Lima, Peru) en Tembisa (Zuid-Afrika) zijn via de WVC met Sering en met elkaar verbonden.”
Samenwerking
“De betrokken partners werken mondiaal via het internet samen. Wij creëren samen. Wij gebruiken, bijvoorbeeld, geregeld beeldmateriaal van spelers uit The Bronx. Dit projecteren wij dan tijdens onze voorstellingen. Zo maken mensen uit The Bronx ook deel uit van onze voorstelling.”
Mia Grijp, actrice, regisseur en artistiek leider van Sering, is één van de bezielers achter de WVC. Grijp: “Vanaf september zijn het niet enkel meer de theaters die op de WVC zijn aangesloten. BSGO! Het Plantijntje en Villa Stuivenberg sluiten zich aan op de Carrousel en experimenteren op lokaal vlak met deze nieuwe methodiek.”
Spelenderwijs
Enkele leerkrachten van BSGO! Het Plantijntje maakten van de gelegenheid gebruik om deze nieuwe methodiek te integreren in hun lessen Nederlands voor anderstalige nieuwkomers. Een onderwijzer anderstalige nieuwkomers vertelt: “Nederlands is één van de moeilijkste talen ter wereld om te leren.”
“Een taal leer je eigenlijk al doende. De WVC gebruiken wij voor de leerlingen als kapstok om de taal spontaan te leren. Als wij met dit project bezig zijn, hebben de kinderen al helemaal niet meer in de gaten dat zij aan het leren zijn. De kinderen leren dan spelenderwijs.”
Animatiefilm
In één van sessies staan twintig anderstalige nieuwkomertjes in een cirkel. In een ritme vertellen ze één voor één hun droom: “Ik ben Ahmed – mijn droom is Ferrari. Ik ben Yasimathi – mijn droom is lopen. Ik ben Youssef – mijn droom is Nederlands. Ik ben Israel – mijn droom is karate.” Ze doen het met zichtbaar plezier.
Maar het WVC-verhaal aan deze kinderen uitleggen bleek moeilijk. De bedoeling werd hen duidelijk toen zij de opdracht kregen een animatiefilm te maken. Hun animatiefilm vertelt het verhaal van een wereldbol waarop kinderen elkaar de hand reiken. Dit staat symbool voor het onderlinge, virtuele contact.
Wereldkaart
De leerlingen waren alvast erg enthousiast over dit project. “De opdracht van ‘mijn droom is’ vond ik erg leuk,” vertelt Fatou (9 jaar) uit Senegal. Sami (10 jaar) uit Italië kon zich dan weer erg vinden in het maken van een wereldkaart met tekeningen van de kinderen.
Loubna (9 jaar) uit Spanje vertelde wat er verder gaat gebeuren: “De film van ‘ik ben en ik kom uit’ gaat in de computer. De computer stuurt de film naar een andere school in Antwerpen. En ook naar Afrika.”
Skype
En zo is een lange weg volbracht om anderstalige leerlingen duidelijk te maken wat dit project inhoudt. De komende maanden zullen de onthaalklassen anderstalige nieuwkomers via Skype contact onderhouden met klassen van Villa Stuivenberg.
Het project Worldwide Virtual Carrousel komt mede tot stand dankzij BAOBAB-schoolprojecten van Stad Antwerpen.