De doodstraf is zo oud als de mensheid zelf. Ze is terug te vinden in de Codex Hammubari (1780 v. Chr.) en de Thora (750 v. Chr.). In de Middeleeuwen kon iemand in Engeland ter dood veroordeeld worden voor het ongeoorloofd kappen van een boom.
Het opkomende humanisme poogde de methodes van de executie 'menselijker' te maken door de doodstrijd te verkorten door de invoering van de guillotine en de 'ophanging met lange val'. In de voorbije eeuw werd in de VS de elektrische stoel, de gaskamer en de dodelijke injectie gebruikt.
Ook in de religieuze wetten van diverse godsdiensten wordt de doodstraf erkend.
Hoewel de Joodse Thora de doodstraf toelaat, wordt die slechts zelden uitgevoerd door de zware voorwaarden die eraan gesteld worden. Een andere reden om de doodstraf niet toe te passen, is het vermijden van martelaarschap.
In de meeste islamitische landen staat de doodstraf nog in de wetgeving en wordt ze ook toegepast o.a. tegen homoseksuelen.
Het christendom beschouwt de doodstraf slechts als een ultieme en uitzonderlijke bestraffing, waarvoor vandaag voldoende wettelijke alternatieven bestaan. Dat was ooit wel anders getuige de inquisitie en de heksenvervolgingen.
Volgens Wikipedia zijn de belangrijkste doodstrafuitvoerende landen China, Iran, Saudi-Arabië, Pakistan, de VS en Irak. In 88 landen bestaat geen doodstraf, in 11 landen niet in vredestijd, in 30 landen wordt ze niet meer uitgevoerd, maar is ze nog wel voorzien in de wet.
Er blijven nog steeds 68 landen over waar de doodstraf wel degelijk wordt uitgevoerd.