President Barack Obama maakte van bij zijn aantreden in 2009 bekend dat de VS dringend moet investeren in hernieuwbare energie. Sindsdien onderzoekt de Amerikaanse NGO Institute for Policy Studies (IPS) in welke mate de VS die belofte nakomt. Ze focust zich vooral op de verschuiving van fondsen van defensie naar klimaat.
China doet het beter
Uit het rapport van het IPS, Military vs. Climate Security: The 2011 Budgets Compared, blijkt dat de kloof tussen de Amerikaanse defensie- en klimaatuitgaven gestaag aan het verkleinen is.
In 2008, bij het begin van het onderzoek van het IPS, spendeerde de VS nog 94 dollar voor elke dollar die naar het klimaat ging. Die verhouding is dus bijna gehalveerd.
In absolute cijfers oogt het plaatje echter veel minder rooskleurig. In 2011 zal de federale regering 739,3 miljard dollar uitgeven aan defensie. Dat staat in schril contrast met de 18,2 miljard dollar die onder de klimaatnoemer in de begroting geschreven staat.
Bovendien maakt het IPS de vergelijking met de Chinese uitgaven. Daaruit blijkt dat China zes keer minder spendeert dan de VS aan zijn militaire apparaat, terwijl het dubbel zoveel opzij zet voor het de gevolgen van de klimaatverandering. China geeft twee dollar uit aan defensie voor elke klimaatdollar.
Klimaatoorlogen
Tot op de dag van vandaag is het Pentagon, het Amerikaanse ministerie van Defensie, de grootste institutionele uitstoter van broeikasgassen ter wereld. Mocht deze federale gigant investeren in hernieuwbare energie, zou dat een enorme stap betekenen in het Amerikaanse groene beleid.
Hiervoor moet in de eerste plaats het concept ‘veiligheid’ herdacht worden. De klimaatverandering beïnvloedt niet enkel het milieu, maar heeft ook grote consequenties voor onze veiligheid.
Naast de directe gevolgen, zoals extreme weersomstandigheden, argumenteren verschillende wetenschappers – onder anderen Harald Welzer – dat de klimaatverandering het potentieel voor conflicten enorm zal versterken.
Die secundaire gevolgen omvatten conflicten ten gevolge van radicaal veranderende immigratiepatronen en concurrentie over schaarse grondstoffen.
Stilaan begint het Amerikaanse leger die inzichten te aanvaarden. Een rapport uit 2007 van een militaire adviesraad van vooraanstaande gepensioneerde generaals en admiraals bevestigde dat klimaatverandering de instabiliteit in sommige regio’s enorm kan versterken.
Groene defensie?
Naast investeringen om klimaatconflicten te voorkomen, moet het Amerikaanse leger in de eerste plaats haar eigen uitstoot naar een aanvaardbaar peil brengen.
En daar is het volgens de New York Times ook actief mee bezig. Niet per se uit klimaatgevoeligheid, maar veeleer uit praktische noodzakelijkheid.
De brandstofkonvooien in Afghanistan liggen permanent onder vuur. Om brandstofverlies te vermijden, zet het Amerikaanse leger de eerste stapjes richting hernieuwbare energie. Zo is er een eerste compagnie die gebruik maakt van draagbare zonnetechnologie.
Maar enkel als de geesten in het Pentagon ten volle gerijpt zijn over de potentiële gevolgen van de klimaatverandering op de nationale en internationale veiligheid, kan de grootste institutionele verbruiker van fossiele brandstoffen een complete shift maken naar ‘groene defensie’.