Het enige financieringsorgaan voor wereldwijd onderwijs, het Education for All Fast Track Initiative (FTI) vergadert deze week in Madrid over de verdeling van de laatste 80 miljoen dollar. Dat is minder dan 10 procent van de 1 miljard dollar die twintig van de armste landen naar verwachting vragen voor 2011.
De FTI wist er niet in te slagen bij donorlanden meer geld los te krijgen. Landen als Frankrijk, Duitsland, de Verenigde Staten, Japan, Groot-Brittannië en Nederland investeerden in de afgelopen jaren veel in wereldwijd onderwijs.
“De vooruitgang die de afgelopen jaren geboekt is, dreigt verloren te gaan. Nu gaan er wereldwijd 69 miljoen kinderen niet naar school, dat zullen er meer kunnen worden”, zegt Kailash Satyarthi, voorzitter van de Global Campaign voor Education (GCE), een maatschappelijk organisatie die zich inzet voor het millenniumdoel om voor 2015 basisonderwijs voor iedereen te realiseren.
Mozambique
Veel mensen zien in recente gebeurtenissen in Mozambique het eerste teken dat de combinatie van een voedselcrisis en financiële crisis het onderwijssysteem in ontwikkelingslanden zal aantasten.
Mozambique trad in 2003 toe tot het FTI en schafte in 2004 het schoolgeld af. Tussen 2002 en 2010 steeg het aantal nieuw aangemelde leerlingen van 3,3 miljoen naar 5,3 miljoen.
Sinds 2008 bouwde het land drieduizend schoollokalen. Er werden met hulp van donorlanden twintigduizend onderwijzers aangesteld. In september zorgde een nationale voedselcrisis voor dodelijke rellen in Maputo. De overheid zag zich gedwongen om geld uit het onderwijsbudget te gebruiken voor voedselsubsidies. De crisis raakte uiteindelijk duizenden onderwijzers en bijna honderdduizend leerlingen.
Mozambique was van plan 20 procent van het onderwijsbudget af te halen en het bouwprogramma voor scholen te halveren, toen de Wereldbank op het laatst moment 56 miljoen dollar toezegde.
Nederland
“We zijn blij met de investering van de Wereldbank, maar het is een tragedie dat scholen in arme landen noodhulp krijgen omdat Westerse donoren hun hulp intrekken”, zegt Satyarthi. “Als er een triljoen gevonden kan worden om banken te helpen, dan moet er ook 16 miljoen per jaar te vinden zijn om deze kinderen te helpen een toekomst op te bouwen.”
Ondanks het feit dat er nog steeds 650.000 kinderen in Mozambique niet naar school kunnen, besloot Nederland – voorheen de grootste donor in Mozambique – de steun voor het onderwijs daar in te trekken in 2011. Denemarken doet dat in 2013.
GCE vreest dat de donorreactie in Mozambique een trend inleidt die soortgelijke crises in heel Afrika en andere landen kan veroorzaken. Rwanda vraagt 100 miljoen dollar om het voortgezet onderwijs gratis te maken en de kwaliteit te verbeteren, maar dat verzoek zal niet volledig ingewilligd worden.
Haïti, dat vierduizend scholen kwijtraakte na de aardbeving begin dit jaar, zal naar verwachting volgend jaar en verzoek indienen bij het FTI. Ook Ghana en Kenia, met respectievelijk 900.000 en 750.000 kinderen die niet naar school gaan, zullen naar verwachting verzoeken indienen.