Bij de publicatie van het Technisch verslag over de maximale beschikbare marges voor de loonkostenontwikkeling van de Centrale Raad voor het Bedrijfsleven gaat alle aandacht naar de loonmarge. Naar de vraag dus hoeveel de Belgische lonen mogen stijgen om concurrentieel te blijven met onze buurlanden.
De sociaaleconomische barometer van het ABVV bevat een pak gegevens om dat éne cijfer in perspectief te plaatsen. Zo wijst de vakbond er nog eens op dat het aandeel van de lonen in het bruto binnenlands product (BBP) stelselmatig daalt in heel Europa. In België was het loonaandeel in 1995 nog 70,37 procent. In 2011 zal dat gedaald zijn tot 67,27 procent. De werknemers gaan dus met een kleiner stuk van de taart lopen.
Als we dan toch de Belgische lonen vergelijken met de lonen in de buurlanden blijkt dat vooral de loonmatiging in Duitsland het gemiddelde naar beneden haalt. In Frankrijk en vooral in Nederland stegen de lonen veel harder dan in België. Op de recentste conferentie van de Groep van Doorn (een regelmatig overleg tussen de vakbonden van onze buurlanden) beloofden de Duitse vakbonden beterschap. “Ze voeren campagne om de minimumlonen op 8,5 euro te brengen”, zegt ABVV-voorzitter Rudy De Leeuw.
Het voorbije jaar bleek ook weer dat de topmanagers zich weinig aantrokken van loonmatiging. Hun basisloon hield min of meer gelijke tred met de inflatie, maar hun bonussen schoten opnieuw de hoogte in waardoor hun totale loonstijging drie keer hoger is dan de inflatie.
Volgens het ABVV wordt bij de vergelijking van de lonen ook onvoldoende rekening gehouden met alle loonsubsidies waar Belgische bedrijven van genieten. Die overheidssteun in de vorm van lastenverlagingen en loonsubsidies stegen in 2009 tot 8,4 miljard euro.
Meer dan lonen
De lonen zijn natuurlijk ook niet de enige kost van bedrijven. In België bedragen die zelfs maar 11,98 procent van de productiekosten tegenover bijvoorbeeld 19,72 procent in Duitsland. De energiekosten moeten niet veel onderdoen en happen 8 procent weg van de totale productiekost. Elektriciteit is in ons land voor de industrie maar liefst bijna 40 procent duurder dan in Frankrijk, het land dat via Electrabel-moederbedrijf GDF Suez de Belgische energietouwtjes in handen houdt.
Uit recente cijfers blijkt ook dat België achterop hinkt op vlak van het creëren van toegevoegde waarde. Met 6,6 procent zit ons land ver onder het Europese gemiddelde van 16 procent. “Innovatie blijft een groot pijnpunt van onze economie en ook op vlak van vormingsinspanning van de werkgevers scoren we onder het gemiddelde”, zegt algemeen secretaris van het ABVV Anne Demelenne.
Volgens de Europese doelstellingen van Lissabon moet er elk jaar 3 procent van het BBP geïnvesteerd worden in onderzoek en ontwikkeling. De bedrijven moeten tweederde van die inspanning dragen. “Met 1,32 procent van het BBP is ons land er zelfs op achteruitgegaan in vergelijking met 1998”, aldus Anne Demelenne.
De socialistische vakbond hoopt op basis van die cijfers een akkoord te vinden over een “nieuw groeimodel dat welvaart, innovatie en sociale rechtvaardigheid combineert”. “Als alle landen eenzijdig inzetten op loonconcurrentie worden er op het eind jobs vernietigd”, zegt Rudy De Leeuw.