Reportage: Als asielzoeker op hotel
Reportage, Nieuws, Samenleving, België, Vluchtelingen, Dossier:vluchtelingen -

Reportage: Als asielzoeker op hotel

Door het opvangprobleem bij Fedasil wordt momenteel een duizendtal vluchtelingen opgevangen op hotel. Iedereen denkt dan meteen aan de hotels die we kennen van citytrips of exotische vakanties. De realiteit blijkt een stuk minder rooskleurig.

woensdag 8 september 2010 17:50
Spread the love

Vluchtelingenorganisaties klagen over wantoestanden in de hotels. Zo zouden ganse families in veel te krappe kamers worden gepropt. Ook worden er minderjarigen zonder enige begeleiding in een hotel gedropt.

Vluchtelingen die asiel aanvragen, hebben volgens de wet recht op opvang tijdens hun procedure. Sinds men de vluchtelingen in procedure geen financiële vergoeding maar materiële hulp geeft, moet Fedasil dus ook instaan voor hun logement. Er is echter een enorm tekort aan opvangplaatsen waardoor ongeveer 3600 asielzoekers in procedure gewoon op straat worden gezet en hun plan moeten trekken.

Asielzoekers zonder opvang wiens advocaat een klacht indient wegens nalatigheid van Fedasil, worden in een hotel gestoken. Anders moet de overheid een dwangsom betalen per dag dat de vluchteling niet wordt opgevangen.

Zo zijn er dus nu een duizendtal vluchtelingen die het ‘geluk’ hebben om op hotel te zitten. Sommigen wonen al meer dan een jaar in een hotelkamer in afwachting van een uitspraak. Wij wilden een kijkje gaan nemen in deze hotels. Leven ze daar comfortabel?

Een aantal van de hotels die asielzoekers opvangen liggen niet ver van het station Brussel Zuid. De toegang zou geen probleem zijn, dachten we. Het enige obstakel kan eventueel het contact met de vluchtelingen zelf zijn. Zullen die wel met ons willen praten? Tot onze grote verbazing bleek het omgekeerde het geval. Het contact met de vluchtelingen verliep vrij vlot, maar de toegang tot de hotels werd ons telkens geweigerd. 

Hotel 1

We klopten eerst aan bij hotel Solys. Aan de receptie werden we meteen de deur gewezen. Volgens de receptioniste heeft de hoteleigenaar niet graag media over de vloer. Meer uitleg kregen we niet. Geen probleem dachten we, misschien moeten we het proberen met een asielzoeker die we persoonlijk kennen. Tijdens een vorige reportage hadden we contact gelegd met een Irakees die enkele meters verderop ook in een hotel zat. We belden hem op.

Hotel 2

Hotel aan Brussel-Zuid

Hij wachtte ons voor hotel Continental op en nodigde ons uit naar binnen. We passeerden de receptionist die hem groette en vroeg of we zijn vrienden waren. Fedasil was net de maaltijdcheques aan het uitdelen. Ze krijgen elk een enveloppe met zeven maaltijdcheques van zes euro waarmee ze een hele week moeten rondkomen.

Binnen is het druk en hangt er een ongemakkelijke sfeer. Ik durf alleen met mijn GSM fotograferen

Het is druk. Iedereen staat aan te schuiven en er hangt een wat ongemakkelijke sfeer. Onze fotograaf durfde zijn toestel niet echt te gebruiken. Hij trok een foto met zijn GSM. We vroegen de Irakees of hij gezinnen kende die hier in het hotel zaten. Hij wees naar de oude man die verderop aan een tafeltje zat. De communicatie verliep moeizaam. Ik begreep dat hij Levon heet en uit Armenië komt. Hij wilde ons wel zijn kamer tonen.

We namen een oude aftandse lift. Op de plaats waar de noodtelefoon moet zitten, steken enkel nog wat oude draden.

 De kamer stelt niet veel voor. Een stoel, een kast, een wastafel en een bed.

We komen aan in de kamer van Levon en zijn vrouw Hasmik. De kamer is vrij klein en benauwd. Het communiceren gaat niet gemakkelijk. Met een beetje Frans en Engels door elkaar en de nodige gebaren komen we min of meer te weten dat ze al bijna een jaar in het hotel wonen. Hun kinderen zijn al groot en zitten niet met hen op hotel. De echte redenen waarom ze in België zijn, komen we niet echt te weten. Enkel dat de man diabeticus is en problemen aan zijn hart heeft. 

Op de foto valt het beter mee dan in werkelijkheid. Misschien moet ik wat hotels gaan fotograferen voor reisbrochures.

We gingen terug naar beneden waar onze Irakese vriend ons stond op te wachten. We vertelden hem dat we families zochten die kleine kinderen hadden. Hij stelde voor om naar boven te gaan om de gezinnen te zoeken.

 Deze mededeling lijkt van Fedasil, maar de stempel onderaan is gewoon van het hotel 

Toen we terug de lift wilden nemen riep de man aan de receptie ons. “Jullie mogen niet naar boven gaan. Jullie mogen enkel beneden in de gemeenschappelijke ruimte zitten.” Toen we vroegen waarom het niet mocht, werd de vrouw aan de receptie bijna hysterisch. “Nee, jullie mogen hier niet binnen en ik heb gehoord dat jullie aan het fotograferen waren. Het mag niet van de hoteleigenaar.”

Ik zei haar dat we hier waren met onze Irakese vriend en dat de mensen die we fotografeerden akkoord waren. “Jij mag niemand binnenbrengen”, beet de receptioniste de Irakees toe. “En trouwens hebben jullie een schriftelijke toestemming van Fedasil”, vroeg haar collega. Ik herinner me een blad dat in de gang hing met een stempel van het hotel waarop stond dar er geen bezoekers binnen mogen van Fedasil.

Het leek ons toch bizar dat we een schriftelijke toestemming van Fedasil nodig  hebben om een reportage te mogen maken. Enfin, ze bleven aan de receptie doordrammen dat het niet mocht en dat we maar meteen moesten vertrekken. Toch verdacht, dit is al het tweede hotel waar we niet binnen mogen.

Hotel 3

De kamer op het tv-scherm is mooi

De Irakees stelde ons voor om mee te gaan naar een ander hotel waar zijn vrienden zaten. Hij belde zijn vriend op die ons buiten aan Hotel de France zou opwachten. Maar ook daar hetzelfde scenario als in Solys en Continental. Aan de receptie zeiden ze dat er geen media binnen mochten. De hoteleigenaar is er tegen. Toch bizar: wat hebben al die hotels te verbergen?

Ook hier deelt Fedasil maaltijdcheques uit

Fedasil was in Hotel de France ook net de maaltijdcheques voor de komende week aan het uitdelen. We mochten van de recepionist met hen spreken. We vertelden hen over het toegangsverbod en het zogenaamde blad van Fedasil. We vernemen van Fedasil dat de bewoners wel bezoek mogen ontvangen, maar dat de hoteleigenaar daarover beslist. Toch een ander verhaal dan men ons in de hotels wijsmaakte.

We raakten buiten aan de praat met een aantal Afrikaanse jongens die er logeren. “Onze kamers zijn helemaal niet zoals op het tv-schermpje aan de receptie. De omstandigheden waarin we hier logeren zijn echt schandalig”, zei de ene. “We willen een klacht indienen, maar we hebben schrik om onze asielprocedure in gevaar te brengen. We kennen onze rechten niet.” Een andere vertelde dat er in zijn kamer ratten rondliepen die zijn eten opaten. Hij toonde ons een filmpje op zijn gsm waarin een rat te zien is. We mochten helaas niet binnen om te checken of het filmpje wel echt op zijn kamer gemaakt is. Dit ruikt een beetje naar huisjesmelkers.

Na wat zoeken op internet vinden we meer informatie over Hotel de France. De kamers zijn niet van de goedkoopste: 59 euro voor de goedkoopste eenpersoonskamer  maar de referenties van de gasten zijn overwegend negatief. De meesten voelden zich bekocht door de foto op de website. De klachten van de gasten gaan over vuile kamers, te weinig ruimte, lawaai….

We sloten de dag af met een bezoekje aan de vluchtelingen die al enkele maanden in het park kamperen net tegenover het Commissariaat van de Vluchtelingen. Schrijnende toestanden. Gezinnen met kinderen kamperen in regen en wind in hartje Brussel, de hoofdstad van Europa.

Aan de dienst vreemdelingen zaken

 Dienst Vreemdelingen zaken op de Antwerpse steenweg in Brussel-Noord.

Aan de overkant van de straat ligt een stukje groen.

Het gebouw op de achtergrond is dat van de Dienst Vreemdelingenzaken

Het lijkt een leuke camping  Naast tenten staan er ook golfplaten bouwsels

De bewoners zijn dakloze asielzoekersEen Algerijns gezin met 3 jonge kinderen

De man vertelde dat hij tot vorige week een woning had, maar eruit moest.

De woorden hotel en tenten doen ons aan vakantie denken. In het hotel slapen we comfortabel en ‘s morgens is er ontbijt, al dan niet op bed. ‘s Avonds hangen we aan de bar. Eten doen we in het restaurant. Op de camping hebben we wat minder comfort, maar voor enkele weken is dat wel eens plezant.

De hotels die we gezien hebben zijn echter alles behalve luxueus. In het vluchtelingententenkamp zijn de leefomstandigheden nog schrijnender.

Dit is België, anno 2010. Zo heet een land zonder (werkende) regering vluchtelingen welkom.

take down
the paywall
steun ons nu!