De Belgische geschiedkundige Maxime Steinberg werd geboren op 13 december 1936 en is op maandagmorgen 26 juli op 73-jarige leeftijd overleden aan de gevolgen van een langdurige ziekte.
Steinberg wijdde zijn wetenschappelijk werk als historicus vooral aan de Shoah in België. Hij kan terecht worden beschouwd als de grondlegger van het wetenschappelijk onderzoek naar de Jodenvervolging tijdens de Tweede Wereldoorlog in ons land. Hij bestudeerde daarvoor duizenden dossiers van gedeporteerde Joden, Roma en Sinti. Hij heeft de eindafrekening kunnen maken van de telling en herinnering aan alle mensen die vanuit Mechelen naar Auschwitz werden gedeporteerd.
Steinberg werd historicus en doctor in de filosofie en letteren aan de Université Libre de Bruxelles (ULB). Hij heeft aan de ULB vele jaren les gegeven als professor verbonden aan het Institut de’histoire du judaïsme, het Institut Buber.
In 1980-1981 was hij historisch expert van de burgerlijke partij op het proces tegen Kurt Asche, een voormalig SS-officier belast met de Joodse zaken in Brussel, voor het assisenhof van Sleeswijk-Holstein in Kiel (Duitsland). De man werd schuldig bevonden aan de deportatie van tienduizend Belgische Joden via de beruchte Dossinkazerne in Mechelen. Velen van hen stierven in de naziconcentratie- en vernietigingskampen. In totaal werden 25.357 Joden gedeporteerd naar Auschwitz, waarvan er slechts 1.205 overleefden.
Tussen 1994 en 2000 werkte Steinberg in opdracht van het ministerie van Onderwijs en Media van de Franse Gemeenschap aan een project over opvoeding tot burgerzin: ‘Democratie of barbarij’.
Eveneens was hij tussen 1994 en 2002 directeur-generaal van het Europees studiecentrum over de Shoah, antisemitisme en genocide. Bovendien realiseerde hij de permanente tentoonstelling in het Joods Museum van Deportatie en Verzet in de Dossinkazerne in Mechelen en in het Belgische paviljoen in Auschwitz.
Als erkenning voor zijn wetenschappelijk werk werd Maxime Steinberg in 2008 uitgeroepen tot ‘Mensch de l’année‘ van het maandblad ‘Regards‘ van het Centre communautaire laïc juif.
De gedeporteerden kregen figuurlijk en letterlijk een gezicht in het boek Mechelen-Auschwitz 1942-1944 waaraan Maxime Steinberg meewerkte. Steinbergs bekendste boek is L’Etoile et le Fusil over het Joods gewapend verzet tijdens de Tweede Wereldoorlog.
Hoewel Steinberg zelf Joods was, liet hij zich niet opsluiten in de Joodse kwestie. Hij legde de link met het racisme dat andere bevolkingsgroepen nu overkomt. In een interview uit 1988 zei Steinberg: “De Joden kwamen in eerste instantie vooral uit Polen waar ze uit het arbeidsproces werden gesloten door de industriële omwenteling aldaar. Ze trokken naar het westen, op zoek naar werk en inkomen, zoals de laatste jaren ook veel Marokkanen en Turken naar ons land komen. Later kwamen ook nog de Joden uit nazi-Duitsland die uit lijfsbehoud dit land ontvluchtten. De politieke vluchtelingen van toen.”
Op de website www.maximesteinberg.org/ is meer informatie te vinden over Maxime Steinberg.
Enkele belangrijke werken van Steinberg hebben wij op het internet mogen publiceren, met een zeer toegankelijk menu en met inbegrip van de veelvuldige voetnoten:
1. Les yeux du témoin et le regard du borgne, L’histoire face au révisionisme, “L’histoire à vif”, Les éditions du cerf, Paris, 1990
2. En op zijn uitdrukkelijke vraag de publicatie op het internet: Maxime Steinberg, Un pays occupé et ses juifs, La Belgique, entre France et Pays-Bas, 1998, gebaseerd op zijn originele manuscript.
3. Het dagboek van SS-Arts J.P.Kremer – Sources documentaires du massacre des juifs de l’Ouest à l’arrivée à Auschwitz
4. De cijfers van de deportatie uit Mechelen naar Auschwitz.
Een 120-tal getuigenissen van Belgische overlevenden van deportatie en vernietiging kan worden nagelezen op www.getuigen.be . Langs een tijdslijn wordt voor elke getuige de doorgang langs de kampen duidelijk, ondermeer voor 25 langs de Dossin-kazerne in Mechelen, 18 langs Breendonk en een 3-tal langs beide doorgangskampen.
Jan Hertogen